Wet van 18 november 2010 tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ten aanzien van de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal wenselijk is dat het aantal stemmen dat nodig is om bij voorkeur te worden gekozen tot lid wordt verhoogd, dat lijstencombinaties voorafgaand aan de verkiezing van de leden van provinciale staten bekend zijn en dat het tijdstip van de stemming wordt vastgelegd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel M 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Onze Minister van Defensie kan in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een of meer militaire missies buiten het Koninkrijk aanwijzen ten behoeve waarvan aldaar een briefstembureau wordt ingesteld.

2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het eerste en het derde lid» vervangen door «het eerste, derde en vierde lid» en wordt na «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» ingevoegd: , onderscheidenlijk Onze Minister van Defensie.

Aa

In artikel M 14 wordt na «de Nederlandse Antillen of in Aruba» ingevoegd: dan wel naar de Nederlandse leiding in het inzetgebied van de ingevolge artikel M 13, vierde lid, aangewezen militaire missie.

Ab

In artikel M 15 wordt na «de Nederlandse Antillen of in Aruba» ingevoegd: of bij een voor een aangewezen militaire missie ingesteld briefstembureau.

Ac

In artikel M 16, eerste lid, wordt na «de Nederlandse Antillen of in Aruba» ingevoegd: danwel door de Nederlandse leiding van de militaire missie.

Ad

In artikel M 17 wordt na «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» ingevoegd: danwel Onze Minister van Defensie».

Ae

In artikel N 17, tweede lid, wordt na «de Nederlandse Antillen of in Aruba» ingevoegd «danwel de Nederlandse leiding van de militaire missie» en wordt na «gedurende vier weken bij de vertegenwoordiging» ingevoegd: danwel de Nederlandse leiding van de militaire missie.

Af

In artikel N 18 wordt na «de Nederlandse Antillen of in Aruba» ingevoegd: danwel op de militaire basis waar een briefstembureau is ingesteld.

Ag

In artikel N 20, eerste lid, wordt na «de Nederlandse Antillen of in Aruba» ingevoegd: danwel aan de Nederlandse leiding van de militaire missie.

Ah

Artikel R 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «bij de commissaris van de Koning of een door gedeputeerde staten aangewezen lid van dat college» vervangen door: bij de voorzitter van het centraal stembureau, bedoeld in artikel S 1, eerste lid, of het door deze aan te wijzen lid van dat bureau.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid worden een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Op de kandidatenlijst wordt vermeld voor welke provincie of provincies zij wordt ingeleverd.

Ai

Artikel R 2 komt te luiden:

Artikel R 2

  • 1. Bij de lijst overgelegd een schriftelijke verklaring van ten minste één lid van provinciale staten van iedere provincie waarvoor de lijst wordt ingeleverd dat hij de lijst ondersteunt. Op deze verklaringen worden de kandidaten op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde vermeld als op de lijst.

  • 2. Een lid van provinciale staten mag niet meer dan één verklaring van ondersteuning ondertekenen.

  • 3. Een overgelegde verklaring van ondersteuning kan niet worden ingetrokken.

  • 4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaring van ondersteuning, kosteloos, voor de leden van provinciale staten verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.

B

Artikel R 3 komt te luiden:

Artikel R 3

Op de lijst worden een of meer personen vermeld die bij verhindering van de inleveraar bevoegd zijn tot het herstel van verzuimen, bedoeld in artikel S 1, derde lid.

Ba

In artikel R 5 wordt «die in eenzelfde provincie zijn ingeleverd» vervangen door: die voor eenzelfde provincie zijn ingeleverd».

Bb

In artikel R 7 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De voorzitter van het centraal stembureau of de door deze aangewezen lid van dat bureau stelt een bewijs van ontvangst ter hand aan degene die de lijst inlevert en legt de bij hem ingeleverde lijsten onverwijld voor een ieder ter inzage.

Bc

Artikel R 8, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Bij de lijst wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst voor de provincie of provincies waarvoor deze lijst is ingeleverd.

Bd

In artikel R 9, eerste lid, wordt «Indien de kandidaat voorkomt op meer dan één lijst» vervangen door: Indien de kandidaat meer dan één verklaring ondertekent.

Be

Artikel R 9a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Indien de kandidaat voorkomt op meer dan één lijst» vervangen door: Indien de kandidaat meer dan één verklaring ondertekent.

2. In het derde lid wordt «de helft van de kiesdeler» vervangen door: of gelijk aan de kiesdeler.

Bf

Artikel R 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «ingeleverd in verschillende provincies» vervangen door: ingeleverd voor verschillende provincies.

2. In het tweede lid wordt na «Kandidatenlijsten» ingevoegd: , ingeleverd voor verschillende provincies,.

Bg

Artikel R 11 vervalt.

C

Artikel S 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. dat voor een of meer provincies niet een verklaring als bedoeld in artikel R 2, eerste lid, is overgelegd, waarbij buiten beschouwing blijven de verklaringen van een lid van provinciale staten dat meer dan één verklaring heeft ondertekend;.

b. In onderdeel c wordt na «zijn kandidaatstelling op de lijst» ingevoegd: voor de provincie of provincies waarvoor deze lijst is ingeleverd.

2. In het vijfde lid vervalt: , tweede volzin,.

Ca

In artikel S 2, eerste lid, wordt na «de geldigheid van de lijsten» ingevoegd: voor iedere provincie waarvoor zij zijn ingeleverd.

Cb

Artikel S 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

Voor een provincie is ongeldig de lijst:.

2. In onderdeel a wordt «bij de commissaris van de Koning of het daartoe aangewezen lid van gedeputeerde staten» vervangen door: bij de voorzitter van het centraal stembureau of het door deze aangewezen lid van dat bureau.

3. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. waarbij niet is overgelegd een verklaring van ondersteuning van een lid van provinciale staten van deze provincie als bedoeld in artikel R 2, eerste lid, waarbij buiten beschouwing blijven de verklaringen van een lid van provinciale staten die meer dan één verklaring heeft ondertekend;

Cc

Artikel S 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na «van de lijst» ingevoegd: voor een provincie.

b. In onderdeel b wordt na «zijn kandidaatstelling op de lijst» ingevoegd: voor deze provincie.

c. In onderdeel d wordt «van de in eenzelfde provincie» vervangen door: van de voor deze provincie.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na «de aanduiding van een politieke groepering» ingevoegd: van de lijst voor een provincie.

b. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. de aanduiding geplaatst is boven meer dan één van de bij het centraal stembureau ingeleverde lijsten voor deze provincie.

Cd

In artikel S 6, eerste lid, wordt na «waarbij het centraal stembureau een lijst» ingevoegd: voor een provincie.

D

Hoofdstuk S, paragraaf 2, vervalt.

Da

Artikel S 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «waarvan in alle provincies» vervangen door: waarvan voor alle provincies.

2. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.

3. In het vierde lid (nieuw) wordt «Artikel I 14» vervangen door: artikel I 14.

E

In artikel S 13 vervalt de tweede zin.

F

Artikel T 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De stemming vindt plaats om vijftien uur.

Fa

De artikelen U 6 en U 11 vervallen.

Fb

In artikel U 13 vervallen de zinsdelen «artikel U 11 of» en «van de combinatie, onderscheidenlijk».

G

Artikel U 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van de zin door een komma, toegevoegd: met dien verstande dat voor artikel P 19, vijfde lid wordt gelezen: «De rangschikking blijft achterwege, voor zover het lijsten of stellen gelijkluidende lijsten betreft waarop geen kandidaten gekozen zijn verklaard en die niet deel uitmaken van een lijstengroep waaraan één of meer zetels zijn toegekend.»

2. In het derde lid wordt «de helft van de kiesdeler» vervangen door: of gelijk is aan de kiesdeler.

H

In artikel W 3, eerste lid, tweede volzin, wordt na «artikel P 19» ingevoegd: , onderscheidenlijk artikel U 15.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 26 mei 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Kamerstukken 31 956) tot wet is of wordt verheven, en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt in artikel I, onderdelen Aa tot en met Ac en Ae tot en met Ag, van deze wet «de Nederlandse Antillen of in Aruba» telkens vervangen door: Aruba, in Curaçao of in Sint Maarten.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 18 november 2010

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de eerste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 191

Naar boven