Besluit van 14 oktober 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige artikelen van de Wet elektronische bekendmaking en het Besluit bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 oktober 2010, nr. 2010-0000652244, directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Grondrechten;

Gelet op artikel XVI van de Wet elektronische bekendmaking en artikel 14 van het Besluit bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De artikelen II, onderdeel B, III, onderdeel B, en IV, onderdeel B, voor zover het betreft het invoegen van een nieuw artikel 73a, van de Wet elektronische bekendmaking treden in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 2

De artikelen 6, 7 en 8 van het Besluit bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden treden in werking met ingang van 1 januari 2011.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 oktober 2010

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vijfde november 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Met ingang van 1 juli 2009 trad de Wet elektronische bekendmaking in werking. Staatsblad en Staatscourant worden sinds die datum elektronisch gepubliceerd. Voor provincies, gemeenten, waterschappen en PBO-organen ontstond de bevoegdheid, de officiële bekendmaking van algemeen verbindende voorschriften voortaan via internet te laten plaatsvinden.

Voorts werden de rijksoverheid en PBO-organen vanaf dat moment verplicht, hun algemeen verbindende voorschriften in geconsolideerde vorm via internet beschikbaar te stellen. Deze verplichting zou op een later tijdstip ook voor provincies, gemeenten en waterschappen gaan gelden. In de memorie van toelichting bij het voorstel van wet werd 1 januari 2010 als invoeringsdatum aangekondigd1. Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer werd toegezegd dat over deze invoeringsdatum nader overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen zou worden gevoerd. Tijdens dit overleg hebben de genoemde organisaties ermee ingestemd dat de verplichting zou worden ingevoerd per 1 januari 20112. Er is veel energie gestoken in het begeleiden van decentrale overheden bij het consolideren van regelgeving en de publicatie hiervan via de Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving (CVDR). Op 1 oktober 2010 beschikte 94% van alle decentrale overheden over een account bij deze voorziening en was ongeveer tweederde van alle decentrale regelgeving in geconsolideerde vorm ingevoerd. Hiermee is de voorbereiding voldoende gevorderd om vast te kunnen houden aan de eerder overeengekomen datum van inwerkingtreding.

Dit besluit strekt ertoe, de desbetreffende onderdelen van de Wet elektronische bekendmaking en het Besluit bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden met ingang van 1 januari 2011 in werking te laten treden.

Op grond van artikel 3 van de Regeling elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden treden de desbetreffende onderdelen van die regeling op hetzelfde tijdstip in werking.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Kamerstukken II 2006/07, 31 084, nr. 3, p. 17.

XNoot
2

Kamerstukken II 2008/09, 31 084, nr. 11, p. 2.

Naar boven