Wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2008/43/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 april 2008 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik overeenkomstig Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG L 127)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op richtlijn nr. 2008/43/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 april 2008 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik overeenkomstig richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG L 127), noodzakelijk is regels te stellen om de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik te borgen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet explosieven voor civiel gebruik wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt, onder vernummering van onderdeel j tot k, na onderdeel i een onderdeel ingevoegd, luidende:

j. ontstekingsmiddelen:

middelen, bedoeld om explosieven tot ontsteking te brengen;.

B

In artikel 2 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De artikelen 3, eerste lid, onder d, en derde lid, en 21, tweede lid, onder a tot en met e, derde en vijfde lid, zijn niet van toepassing op:

    • a. explosieven die onverpakt of in pompwagens worden vervoerd en geleverd om rechtstreeks in het schietgat te worden gelost, en

    • b. explosieven die worden vervaardigd op de plaats waar zij tot ontploffing worden gebracht en die nadat zij geproduceerd zijn, onmiddellijk worden geladen.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de aanhef vervangen door «Het is verboden explosieven in de handel te brengen en, voor de onder d bedoelde markering, in strijd te handelen met het derde lid, een en ander voor wat betreft explosieven:» en wordt, onder vervanging van «en» aan het slot van onderdeel b door «;» en van de punt aan het slot van onderdeel c door «,en» na onderdeel c een onderdeel ingevoegd, luidend:

  • d. die niet zijn gemarkeerd met een unieke identificatie als bedoeld in de bijlage van richtlijn 2008/43/EG van de Commissie van 4 april 2008 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik overeenkomstig richtlijn 93/15/EEG van de Raad (PbEG L 94).

2. Na het tweede lid worden drie leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Ondernemingen uit de sector explosieven die explosieven produceren, invoeren of ontstekers monteren en distributeurs die explosieven opnieuw verpakken, bevestigen of brengen de unieke identificatie op duurzame wijze en duidelijk leesbaar aan op de explosieven, onderdelen en elke kleinste verpakkingseenheid daarvan, en ontstekingsmiddelen.

  • 4. Onze Minister stelt, in overeenstemming met Onze Minister wie het mede aangaat, nadere regels over de wijze waarop de unieke identificatie wordt aangebracht of bevestigd.

  • 5. Onze Minister stelt, in overeenstemming met Onze Minister wie het mede aangaat, regels over het toewijzen van een productlocatiecode als element van de unieke identificatie en bepaalt in welke gevallen van het eerste lid, onder d, en derde lid kan worden afgeweken, mits de explosieven traceerbaar blijven.

D

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «dat aan de hand daarvan te allen tijde» vervangen door «dat ondernemingen uit de sector explosieven de in artikel 22, eerste lid, bedoelde personen te allen tijde ten minste de volgende gegevens kunnen verstrekken»; en worden de onderdelen a en b vervangen door:

  • a. de unieke identificatie van de explosieven;

  • b. het type explosieven;

  • c. de naam en de vestigingsplaats van de onderneming of de woonplaats van de persoon die de explosieven houdt of in bewaring heeft;

  • d. de locatie van de explosieven;

  • e. de contactgegevens van degene die namens de onderneming buiten kantooruren gegevens kan verstrekken, en

  • f. indien van toepassing, de naam en de vestigingsplaats van de onderneming of de woonplaats van de persoon aan welke de explosieven zijn overgedragen.

2. In het derde lid wordt «drie jaar» vervangen door «tien jaar» en de zinsnede «, te rekenen vanaf het einde van het kalenderjaar waarin de desbetreffende transactie heeft plaatsgevonden» vervangen door: na de levering of, voor zover bekend, na het einde van de levenscyclus van de explosieven.

3. Onder vernummering van het bestaande vijfde lid tot zesde lid komen het vierde en vijfde lid te luiden:

  • 4. In afwijking van het derde lid, geldt voor explosieven als bedoeld in artikel 2, tweede lid, een bewaarperiode van ten minste drie jaar, vanaf het einde van het kalenderjaar waarin de explosieven zijn overgedragen.

  • 5. Ondernemingen uit de sector explosieven houden gedurende de in het derde lid vermelde termijn de verzamelde gegevens bij, beschermen die gegevens tegen beschadiging of vernietiging en testen het registratiesysteem jaarlijks om de effectiviteit ervan en de kwaliteit van de opgeslagen gegevens te controleren.

E

Artikel 33 komt te luiden:

Artikel 33

Voor zover bij of krachtens deze wet wordt verwezen naar richtlijn nr. 93/15/EEG, naar een bijlage daarvan of naar de bijlage van richtlijn nr. 2008/43/EG, treedt voor de toepassing van de desbetreffende bepaling een wijziging van richtlijn nr. 93/15/EEG of van een bijlage daarvan of van de bijlage van richtlijn nr. 2008/43/EG in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 18 juni 2009

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Uitgegeven de zestiende juli 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 779

Naar boven