Wet van 5 februari 2009 tot vaststelling van de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2009

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2009 wordt vastgesteld. De vaststelling geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 2

In afwijking van artikel 2 van de Wet Fonds economische structuurversterking worden de ontvangsten van het fonds in het begrotingsjaar 2009 vastgesteld op het niveau zoals opgenomen in artikel 21 van de bij deze wet behorende begrotingsstaat.

Artikel 3

In afwijking van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, onder 2° tot en met 5° van de Wet Fonds economische structuurversterking, kunnen in het begrotingsjaar 2009 ten laste van het fonds bijdragen worden toegekend aan andere begrotingen van het Rijk ten behoeve van de financiering van investeringsprojecten en programma’s van nationaal belang waarmee beoogd wordt de economische structuur te versterken, voorzover deze projecten en programma’s betrekking hebben op:

  • de technologie- en kennisinfrastructuur;

  • de bevordering van verduurzaming van de energiehuishouding;

  • het gebied van waterbeheer;

  • ruimtelijke investeringen.

Artikel 4

In afwijking van artikel 4, lid 1 en 2 van de Wet Fonds economische structuurversterking heeft het gerealiseerde batig of nadelig eindsaldo van het fonds van het jaar 2007 geen gevolgen voor het voordelig beginsaldo van het begrotingsjaar 2009.

In afwijking van artikel 4, lid 3 van de Wet Fonds economische structuurversterking kunnen ten laste van het fonds in de begroting niet meer uitgaven worden geraamd dan het totaal van de geraamde ontvangsten, inclusief het gerealiseerde batig saldo van het fonds van voorafgaande jaar.

Artikel 5

In afwijking van artikel 5a punt 4 van de Wet Fonds economische structuurversterking worden de ontvangsten van het fonds met betrekking tot het jaar 2009 niet vermeerderd met € 1 mld. vermeerderd met rente.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari 2009.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 5 februari 2009

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de achtentwintigste mei 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2009

Begrotingsstaat inzake het Fonds economische structuurversterking behorende bij de Wet van 5 februari 2009, Stb. 221

Begroting 2009

Fonds economische structuurversterking

Bedragen in € 1000

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

  

Uitgaven

Ontvangsten

 

Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen

  

11

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van verkeer en vervoer

1 133 893

 

12

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van milieu en duurzaamheid

274 850

 

13

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennis en innovatie

526 638

 

14

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van ruimtelijke ordening

121 356

 

15

Projecten in voorbereiding

421 132

 
    
 

Sub-totaal uitgaven

2 477 869

 
    
 

Ontvangsten van het fonds

  

21

Ontvangsten uit aardgasbaten

 

2 477 869

    
 

Sub-totaal ontvangsten

 

2 477 869

    
 

Saldi

  

31

Voordelig eindsaldo/beginsaldo

0

0

    
 

Totaaltelling

2 477 869

2 477 869

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Financiën,

W. J. Bos


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 700 D

Naar boven