Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de beide hierna genoemde Protocollen ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet
de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeven, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden:
1. het op 12 februari 2004 te Parijs tot stand gekomen Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake
wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari
1964 en bij het Protocol van 16 november 1982;
2. het op 12 februari 2004 te Parijs tot stand gekomen Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot
aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie,
zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan,
gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 12 februari 2004 te Parijs tot stand gekomen Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke
aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij
het Protocol van 16 november 1982, waarvan de Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2005, 89, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Het op 12 februari 2004 te Parijs tot stand gekomen Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling
van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd
bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, waarvan de Nederlandse, de Engelse
en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2005, 90, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 3
Goedgekeurd wordt dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in artikel 1 genoemde Protocol voor Nederland het volgende
voorbehoud wordt gemaakt: het Koninkrijk behoudt zich het recht voor, onverminderd het bepaalde in artikel 2(a)(iii) van het
Verdrag van Parijs, ten aanzien van kernschade geleden op het grondgebied van of binnen maritieme zones ingesteld in overeenstemming
met het internationale recht van, of aan boord van een schip of luchtvaartuig dat is geregistreerd in een andere staat, bedragen
van aansprakelijkheid vast te stellen die lager zijn dan het ingevolge artikel 7 (a) van het Verdrag van Parijs vastgestelde
minimumbedrag, voor zover een dergelijke staat geen wederkerige uitkeringen van een equivalent bedrag biedt.
Artikel 4
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Gegeven te
’s-Gravenhage, 30 oktober 2008
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak
De Minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
De Minister van Financiën,
W. J. Bos
Uitgegeven de elfde
december 2008
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin