Wet van 1 juni 2006, houdende wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de vraagfinanciering voor schoolbegeleiding en de bekostiging van het onderwijs aan zieke leerlingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rijksmiddelen voor schoolbegeleiding aan de schoolbesturen toe te kennen en voor de bekostiging van het onderwijs aan zieke leerlingen een structurele basis op te nemen; dat daartoe onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsomschrijving van «leerlinggebonden budget» door een puntkomma, wordt aan artikel 1 toegevoegd:

schoolbegeleiding:

activiteiten ten behoeve van de schoolorganisatie of het onderwijs aan een school die dienen tot begeleiding, ontwikkeling, advisering, informatieverstrekking en evaluatie, alsmede activiteiten tot bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen;.

B

In artikel 9a, tweede lid, onderdeel b, vervalt: als bedoeld in artikel 179.

C

In artikel 24 vervalt in het eerste lid, eerste volzin, «, dan wel erkennen op voorstel van een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179».

D

Artikel 25 wordt vervangen door:

Artikel 25. Regionale verwijzingscommissie verbonden aan een rechtspersoon

Een regionale verwijzingscommissie die door Onze minister is ingesteld, kan worden verbonden aan rechtspersonen die voldoen aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en die daartoe door Onze minister zijn aangewezen.

E

Artikel 26 vervalt.

F

In artikel 27, eerste lid, aanhef, vervalt «erkend of».

G

In artikel 68, eerste lid, onder b, vervalt: als bedoeld in artikel 179.

H

Artikel 144 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid, onderdeel b, wordt voor de komma aan het slot toegevoegd: en ten behoeve van schoolbegeleiding,.

2. Aan het eerste lid, onderdeel e, wordt na «ten behoeve van personeels- en arbeidsmarktbeleid» toegevoegd: en die ten behoeve van schoolbegeleiding.

I

In artikel 148, tweede lid, wordt «bedoeld in de artikelen 129 en 134» vervangen door: bedoeld in de artikelen 129, 134 en 180a.

J

De tekst van artikel 179 komt als volgt te luiden:

Schoolbegeleiding vindt plaats op verzoek van het bevoegd gezag van een school.

K

Artikel 180 komt te luiden:

Artikel 180. Bekostiging van ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen

  • 1. Het Rijk verstrekt aan schoolbegeleidingsdiensten bekostiging voor activiteiten die worden verricht met betrekking tot de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen als bedoeld in artikel 9a. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de bekostiging, bedoeld in de vorige volzin.

  • 2. Schoolbegeleidingsdiensten als bedoeld in het eerste lid, zijn de schoolbegeleidingsdiensten die voor de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen als bedoeld in artikel 9a in de periode 1 augustus 1999 tot 1 augustus 2004 subsidie ontvingen van een gemeente op grond van artikel IX van de Wet van 10 december 1998 (Stb. 733), tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek inzake de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen.

L

Na artikel 180 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 180a. Bekostiging van schoolbegeleiding

  • 1. Het Rijk verstrekt jaarlijks aan het bevoegd gezag van een school, bekostiging die kan worden besteed ten behoeve van schoolbegeleiding.

  • 2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt voor elk schooljaar berekend door het aantal leerlingen op de teldatum 1 oktober van het voorafgaande schooljaar te vermenigvuldigen met een bedrag dat jaarlijks bij ministeriële regeling wordt vastgesteld.

M

De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding van artikel 180 komt te luiden:

Artikel 180. Bekostiging van ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen

2. Na de aanduiding van artikel 180 wordt ingevoegd:

Artikel 180a. Bekostiging van schoolbegeleiding

ARTIKEL II

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsomschrijving van «commissie voor de indicatiestelling» door een puntkomma, wordt aan artikel 1 toegevoegd:

schoolbegeleiding:

activiteiten ten behoeve van de schoolorganisatie of het onderwijs aan een school die dienen tot begeleiding, ontwikkeling, advisering, informatieverstrekking en evaluatie, alsmede activiteiten tot bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen;.

B

In artikel 18a, tweede lid, onderdeel b, vervalt: als bedoeld in artikel 165.

C

In artikel 69, eerste lid, onder b, vervalt: als bedoeld in artikel 165.

D

Artikel 138 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid, onderdeel b, wordt voor de komma aan het slot toegevoegd: en ten behoeve van schoolbegeleiding,.

2. Aan het eerste lid, onderdeel e, wordt na «ten behoeve van personeels- en arbeidsmarktbeleid» toegevoegd: en die ten behoeve van schoolbegeleiding.

E

In artikel 143, tweede lid, wordt «bedoeld in de artikelen 124 en 128» vervangen door: bedoeld in de artikelen 124, 128 en 166.

F

De tekst van artikel 165 komt als volgt te luiden:

Schoolbegeleiding vindt plaats op verzoek van het bevoegd gezag van een school.

G

Artikel 166 komt te luiden:

Artikel 166. Bekostiging van ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen

  • 1. Het Rijk verstrekt aan schoolbegeleidingsdiensten bekostiging voor activiteiten die worden verricht met betrekking tot de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen als bedoeld in artikel 18a. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de uitvoering van de activiteiten, bedoeld in de vorige volzin.

  • 2. Schoolbegeleidingsdiensten als bedoeld in het eerste lid, zijn de schoolbegeleidingsdiensten die voor de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen als bedoeld in artikel 18a in de periode 1 augustus 1999 tot 1 augustus 2004 subsidie ontvingen van een gemeente op grond van artikel IX van de Wet van 10 december 1998 (Stb. 733), tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek inzake de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen.

H

Na artikel 166a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 166a. Bekostiging van schoolbegeleiding

  • 1. Het Rijk verstrekt jaarlijks aan het bevoegd gezag van een school, bekostiging die kan worden besteed ten behoeve van schoolbegeleiding.

  • 2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt voor elk schooljaar berekend door het aantal leerlingen op de teldatum 1 oktober van het voorafgaande schooljaar te vermenigvuldigen met een bedrag dat jaarlijks bij ministeriële regeling wordt vastgesteld.

I

De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding van artikel 166 komt te luiden:

Artikel 166. Bekostiging van ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen

2. Na de aanduiding van artikel 166 wordt ingevoegd:

Artikel 166a. Bekostiging van schoolbegeleiding

ARTIKEL III

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10g, achtste lid, wordt de zinsnede «wordt verbonden aan een regionaal werkzame schoolbegeleidingsdienst in de desbetreffende regio» vervangen door: kan worden verbonden aan rechtspersonen die voldoen aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en die daartoe door Onze minister zijn aangewezen.

B

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 280, artikel 179 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 165 van de Wet op de expertisecentra» vervangen door: een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 180 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 166 van de Wet op de expertisecentra.

2. Toegevoegd worden twee leden, luidende:

  • 4. Het Rijk verstrekt aan schoolbegeleidingsdiensten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, bekostiging voor activiteiten die worden verricht met betrekking tot de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de bekostiging, bedoeld in de vorige volzin.

  • 5. Schoolbegeleidingsdiensten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, zijn de schoolbegeleidingsdiensten die voor de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen, in de periode 1 augustus 1999 tot 1 augustus 2004 subsidie ontvingen van een gemeente op grond van artikel IX van de Wet van 10 december 1998 (Stb. 733), tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek inzake de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen.

C

In artikel 53b, eerste lid, onderdeel b, wordt «het verrichten van werkzaamheden op het terrein van de schoolbegeleiding als bedoeld in artikel 179 van de Wet op het primair onderwijs en 165 van de Wet op de expertisecentra» vervangen door: het verrichten van werkzaamheden op het terrein van de schoolbegeleiding, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en van de Wet op de expertisecentra.

D

In artikel 75d wordt de zinsnede «en de schoolbegeleiding als bedoeld in de artikelen 179 van de Wet op het primair onderwijs en 165 van de Wet op de expertisecentra» vervangen door: en de schoolbegeleiding, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en van de Wet op de expertisecentra.

ARTIKEL IV

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 7.1.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 165 van de Wet op de expertisecentra en artikel 280 van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 180 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 166 van de Wet op de expertisecentra.

2. Toegevoegd worden twee leden, luidende:

  • 4. Het Rijk verstrekt aan schoolbegeleidingsdiensten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, bekostiging voor activiteiten die worden verricht met betrekking tot de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de bekostiging, bedoeld in de vorige volzin.

  • 5. Schoolbegeleidingsdiensten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, zijn de schoolbegeleidingsdiensten die voor de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen, in de periode 1 augustus 1999 tot 1 augustus 2004 subsidie ontvingen van een gemeente op grond van artikel IX van de Wet van 10 december 1998 (Stb. 733), tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek inzake de ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen.

ARTIKEL V

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1.4, tweede lid, wordt «een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 165 van de Wet op de expertisecentra en artikel 280 van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 180 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 166 van de Wet op de expertisecentra.

ARTIKEL VI

Artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Wet privatisering ABP vervalt, onder vernummering van de onderdelen d tot en met g tot c tot en met f.

ARTIKEL VII

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap neemt vanaf de inwerkingtreding van artikel VI de bekostiging van lopende wachtgelden inzake schoolbegeleiding over van de rechtspersoon, bedoeld in de artikelen 183 van de Wet op het primair onderwijs en 169 van de Wet op de expertisecentra.

ARTIKEL VIII

  • 1. Van het bedrag dat met betrekking tot het schooljaar 2005–2006 ten behoeve van schoolbegeleiding voor een bevoegd gezag van een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra beschikbaar is, wordt 25% aan het bevoegd gezag van een dergelijke school ter beschikking gesteld, en wordt 75% ter beschikking gesteld aan de schoolbegeleidingsdienst waarbij het desbetreffende bevoegde gezag voor de inwerkingtreding van deze wet was aangesloten.

  • 2. Van het bedrag dat met betrekking tot het schooljaar 2006–2007 ten behoeve van schoolbegeleiding voor een bevoegd gezag van een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra beschikbaar is, wordt 50% aan het bevoegd gezag van een dergelijke school ter beschikking gesteld, en wordt 50% ter beschikking gesteld aan de schoolbegeleidingsdienst waarbij het desbetreffende bevoegde gezag voor de inwerkingtreding van deze wet was aangesloten.

  • 3. Van het bedrag dat met betrekking tot de periode 1 augustus 2007 tot 1 januari 2008 ten behoeve van schoolbegeleiding voor een bevoegd gezag van een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra beschikbaar is, wordt 50% aan het bevoegd gezag van een dergelijke school ter beschikking gesteld, en wordt 50% ter beschikking gesteld aan de schoolbegeleidingsdienst waarbij het desbetreffende bevoegde gezag voor de inwerkingtreding van deze wet was aangesloten.

ARTIKEL IX

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt tot 1 januari 2009:

a. aan de schoolbegeleidingsdiensten jaarlijks een bedrag beschikbaar in het kader van flankerend beleid ter grootte van € 2,7 mln.,

b. aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen jaarlijks een bedrag beschikbaar ter dekking van de lopende wachtgelden.

ARTIKEL X

  • 1. In de Wet van 15 mei 1997 (Stb. 252), tot wijziging van onder meer de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake schoolbegeleiding (regeling schoolbegeleiding) komt het opschrift van Artikel V, titel A, te luiden «vervallen» en vervallen de artikelen A1 tot en met A5 alsmede artikel B3, met dien verstande dat die titel en de artikelen A1 tot en met A5 alsmede artikel B3 van toepassing blijven met betrekking tot de periode waarvoor zij gelding hadden.

  • 2. Op geschillen met betrekking tot de ingevolge deze wet gewijzigde artikelen van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en Artikel V, titel A alsmede de artikelen A1 tot en met A5, en artikel B3 van de Wet van 15 mei 1997 (Stb. 252), tot wijziging van onder meer de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake schoolbegeleiding (regeling schoolbegeleiding) zoals die artikelen luidden op de dag voor inwerkingtreding van deze wet, die op die datum in bezwaar of beroep aanhangig zijn of na die datum binnen de bezwaar- of beroepstermijn aanhangig zijn gemaakt, blijven de op die datum geldende regelingen van toepassing.

ARTIKEL XI

Indien deze wet in werking treedt op of na het tijdstip waarop artikel 5.2 van het bij koninklijke boodschap van 28 mei 2003 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (Kamerstukken II, 2002/03, 28 925, nrs. 1–2), in werking treedt, wordt deze wet als volgt gewijzigd: in artikel V wordt de zinsnede «een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 165 van de Wet op de expertisecentra en artikel 280 van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 165 van de Wet op de expertisecentra.

ARTIKEL XII

Indien artikel 5.2 van het bij koninklijke boodschap van 28 mei 2003 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (Kamerstukken II, 2002/03, 28 925, nrs. 1–2) in werking treedt op of na het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, wordt die wet als volgt gewijzigd: artikel 5.2, onderdeel bA vervalt.

ARTIKEL XIII

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt voor 1 juli 2009 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel IX in de praktijk, alsmede over de besteding van de bijdragen van scholen en gemeenten aan schoolbegeleiding.

ARTIKEL XIV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 1 juni 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de vierde juli 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 875

Naar boven