Besluit van 10 juni 2005, houdende vaststelling van het tijdstip van gedeeltelijke inwerkingtreding van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 juni 2005, nr. MJZ2005120994, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 21 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De artikelen 1 tot en met 4, 6, 7, 12 tot en met 15 en 18 tot en met 20 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton treden in werking met ingang van 1 januari 2006.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juni 2005

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In het onderhavige besluit wordt de gedeeltelijke inwerkingtreding van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (hierna: het besluit) geregeld.

De belangrijkste verplichtingen voor producenten en importeurs, die volgen uit het besluit, zijn:

1. de verantwoordelijkheid ten aanzien van het beheer van verpakkingsafval (artikelen 2 tot en met 4);

2. de verantwoordelijkheid ten aanzien van het beheer van oud papier en karton (artikel 5);

3. het doen van een mededeling als bedoeld in artikel 6;

4. het zenden van een verslag als bedoeld in artikel 7;

5. het heffen van statiegeld op drankverpakkingen (artikelen 8 tot en met 11 en 16) en

6. het voldoen aan de eisen met betrekking tot het verpakkingsmateriaal (artikelen 12 tot en met 15).

Met ingang van 1 januari 2006 treden de artikelen die betrekking hebben op de verantwoordelijkheid van producenten en importeurs voor het beheer van verpakkingsafval (artikelen 2 tot en met 4 van het besluit) in werking. De daarmee verband houdende verplichtingen, genoemd onder 3, 4 en 6, treden ook per gelijke datum in werking.

Indien besloten wordt de hierboven onder 2 en 5 genoemde artikelen van het besluit in werking te laten treden, zal dit te zijner tijd bij afzonderlijk besluit worden geregeld.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Naar boven