Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 2004, 50 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 2004, 50 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Justitie enkele wijzigingen van wetstechnische of ondergeschikte aard aan te brengen in verband met geconstateerde wetstechnische gebreken en leemten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Advocatenwet1 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 51 wordt gewijzigd als volgt:
1. De eerste volzin van het eerste lid komt te luiden: Het hof van discipline is gevestigd in de hoofdplaats van een ressort.
2. In het derde lid vervalt de laatste volzin.
In artikel 60a wordt «De voorgaande bepalingen van deze paragraaf zijn eveneens van toepassing» vervangen door: De voorgaande bepalingen van deze paragraaf, met uitzondering van artikel 46fa, zijn eveneens van toepassing.
De Beroepswet2 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 28a wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. de hoogte van het griffierecht bij beroep tegen een besluit als bedoeld in artikel 8:41, derde lid, onderdeel a, onder 1°, van de Algemene wet bestuursrecht, dat voor dat tijdstip is bekendgemaakt.
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek3 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 9, tweede lid, wordt «verzoek van de echtgenoot» vervangen door: verzoek van de gewezen echtgenoot.
In artikel 16a, tweede lid, wordt «80a, vijfde lid, en 80f» vervangen door: 80a, derde lid, en 80g.
Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:
1. In de aanhef van het eerste lid wordt de zinsnede «van naturalisatiebesluiten mede houdende wijziging of vaststelling van namen,» vervangen door: van bevestigingen van opties mede houdende vaststelling van namen en naturalisatiebesluiten mede houdende wijziging of vaststelling van namen alsmede van besluiten tot intrekking van zulke bevestigingen of besluiten,.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «akte van een geregistreerd partnerschap» ingevoegd: , dan wel akte van omzetting van een geregistreerd partnerschap of huwelijk.
3. In het tweede lid wordt na «huwelijksakte» ingevoegd: , akte van registratie van een partnerschap of akte van omzetting van een geregistreerd partnerschap of huwelijk.
In artikel 20a, tweede lid, wordt «de aanhef van artikel 20» vervangen door: de aanhef van artikel 20, eerste lid,.
In artikel 20b, eerste lid, eerste volzin, wordt «huwelijks- of geboorteakte» vervangen door: huwelijksakte, akte van registratie van een partnerschap, akte van omzetting van een geregistreerd partnerschap of huwelijk of geboorteakte.
In artikel 23b, eerste lid, wordt na «partnerschap» ingevoegd: , van omzetting van een huwelijk in een registratie van een partnerschap, van omzetting van een registratie van een partnerschap in een huwelijk.
In artikel 79 wordt na «huwelijksakte,» ingevoegd: dan wel de akte van omzetting, bedoeld in artikel 80g,.
Artikel 157 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het derde en vierde lid wordt «12 jaar» telkens vervangen door: twaalf jaren.
2. In het vijfde lid wordt «3 maanden» vervangen door: drie maanden.
3. In het zesde lid wordt «5 jaar» vervangen door: vijf jaren.
In het tweede en derde lid van artikel 200 wordt «moeder kunnen» telkens vervangen door: moeder kan.
Na artikel 239 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Degene die op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van zijn ambt of beroep tot geheimhouding is verplicht kan, zonder toestemming van degene die het betreft, aan de raad voor de kinderbescherming inlichtingen verstrekken, indien dit noodzakelijk kan worden geacht voor de uitoefening van de taken van de raad.
In artikel 243 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot tweede tot en met vierde lid.
Artikel 251, tweede lid, komt te luiden:
2. Na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed blijven de ouders die gezamenlijk het gezag hebben, dit gezag gezamenlijk uitoefenen, tenzij de rechter op verzoek van de ouders of een van hen in het belang van het kind bepaalt dat het gezag over een kind of de kinderen aan een van hen alleen toekomt.
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 195, vijfde lid, wordt «Het derde lid vindt geen toepassing» vervangen door: Het vierde lid vindt geen toepassing.
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 68 wordt «ten gevolge van een gemeenschap van goederen of een deelgenootschap waarin de erflater en de echtgenoot ten tijde van de gift gehuwd waren» vervangen door: ten gevolge van een gemeenschap van goederen waarin de erflater en de echtgenoot ten tijde van de gift gehuwd waren of ten gevolge van een tussen hen op dat tijdstip geldend verrekenbeding.
In artikel 100, eerste lid, wordt «de artikelen 98 lid 1 en 99 lid 1» vervangen door «artikel 98 lid 1» en «die bepalingen» vervangen door: die bepaling.
In artikel 102 wordt «een officier van de krijgsmacht of van een noodwacht of noodwachtstaf,» vervangen door: een officier van de krijgsmacht of van een gemeentelijke of regionale brandweer,.
Artikel 103 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «de artikelen 98, 99, 101 en 102,» vervangen door: de artikelen 98, 101 en 102,.
2. De tweede volzin van het tweede lid komt te luiden:
In de gevallen van de artikelen 98 en 102 geldt het vereiste van meerderjarigheid niet voor getuigen die militairen zijn of deelnemen aan het bestrijden van een ramp of een zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen.
Artikel 104 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «de artikelen 98, 99, 101 en 102» vervangen door: de artikelen 98, 101 en 102.
2. In het tweede lid wordt «de artikelen 98 lid 4, 99 lid 2 en 100» vervangen door: de artikelen 98 lid 4 en 100.
In artikel 106, eerste lid, wordt «de artikelen 98–105 en 113» vervangen door: de artikelen 98, 100 tot en met 105 en 113.
In artikel 107, eerste lid, wordt «de artikelen 98–104» vervangen door: de artikelen 98 en 100 tot en met 104.
In artikel 108 wordt «artikelen 98, 99, 101, 102 en 104» vervangen door: artikelen 98, 101, 102 en 104.
In artikel 109, derde lid, wordt «een in artikel 98, 99, 101 en 102 genoemde persoon» vervangen door: een in de artikelen 98, 101 en 102 genoemde persoon.
Artikel 147, eerste lid, komt te luiden:
1. De executeur is bevoegd door hem beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot zijn taak behorende voldoening van schulden der nalatenschap en de nakoming der hem opgelegde lasten.
In artikel 218, vierde lid, wordt «een voorwaarde als bedoeld 82» vervangen door: een voorwaarde als bedoeld in artikel 82.
Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 260, vierde lid, wordt «tweede-vijfde zin» vervangen door: tweede tot en met vierde zin.
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 230a, vijfde lid, wordt de laatste zin vervangen door: Lid 3, tweede zin, en lid 4 zijn van toepassing.
Artikel 299 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «artikel 296 lid 2» vervangen door: artikel 296 lid 3.
2. In het derde lid wordt «onderverhuurd» vervangen door: ondergehuurd.
Artikel 304, derde lid, komt te luiden:
3. De kosten van het advies zijn proceskosten als bedoeld in artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; de artikelen 195, 196, 199 en 244 van dat wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 636 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «leden 1, 3 en 4» vervangen door: leden 1, 4 en 5.
2. In het tweede lid wordt «wegens de in artikel 635 lid 2 bedoelde reden» vervangen door: wegens een van de redenen, bedoeld in artikel 635, leden 2 en 3.
De vijfde afdeling van de zevende titel van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek vervalt.
Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 943, tweede en derde lid, wordt «vervoer onder het cognossement» telkens vervangen door: vervoerder onder het cognossement.
De Gerechtsdeurwaarderswet4 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 9, derde lid, wordt «van de rechtbank in arrondissement» vervangen door: van de rechtbank in het arrondissement.
Aan artikel 80 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Een verordening kan aan het bestuur van de KBvG de bevoegdheid toekennen tot het geven van nadere regels betreffende het in de verordening behandelde onderwerp.
In artikel 8, derde lid, van de Gratiewet5 wordt «eerste lid» telkens vervangen door: tweede lid.
In artikel 39, eerste lid, van de Oorlogswet voor Nederland6 wordt «huiszoeking» vervangen door: een doorzoeking.
Artikel 8j van de Remigratiewet7 komt te luiden:
1. De hoofdstukken 7 en 8 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, alsmede de artikelen 8, 13, 34, tweede lid, 35, 55, derde tot en met vijfde lid, 57, 58, 59, 60, 72, 73, 77, 79, 80, 81, 84 en 86 van die wet zijn ten aanzien van de uitvoering van deze wet niet van toepassing.
2. Artikel 34, eerste lid, onderdeel g, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie;
b. onderwerpen als bedoeld in dit artikel: onderwerpen die geregeld zijn in deze wet.
De Uitleveringswet8 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 25, vierde lid, wordt «en de rechtbank zijn aanwezigheid bij het verhoor wenselijk acht,» vervangen door: en acht de rechtbank zijn aanwezigheid bij het verhoor wenselijk,.
In artikel 29, eerste lid, wordt na «277» een komma geplaatst en vervalt: tot en met, 280, tweede en derde lid.
De Vreemdelingenwet 20009 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 39, eerste lid, wordt de komma na «het voornemen om niet ambtshalve een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 te verlenen» vervangen door een punt.
In artikel 98, derde lid, wordt na «alsmede de persoon bedoeld in artikel 16b van de Advocatenwet indien deze samenwerkt met een in Nederland ingeschreven advocaat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 16e van de Advocatenwet» vervangen door: alsmede de persoon bedoeld in artikel 16b dan wel 16h van de Advocatenwet indien deze samenwerkt met een in Nederland ingeschreven advocaat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 16e respectievelijk 16j van de Advocatenwet.
In de artikelen 181, tweede lid, onderdeel c, en 182, tweede lid, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 199410 wordt «artikel 278 van het Wetboek van Strafvordering» telkens vervangen door: artikel 273, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen11 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 27h, derde lid, wordt de zinsnede «deelt het Informatiecentrum de benadeelde de naam mee van de instantie van de lidstaat waar het motorrijtuig gewoonlijk is gestald» vervangen door: deelt het Informatiecentrum de benadeelde de naam mee van de instantie waaronder het motorrijtuig ressorteert in de lidstaat waar het gewoonlijk is gestald.
De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften12 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:
1. De artikelen 6:14, tweede lid, 7:16, tweede lid, 7:24, tweede en vijfde lid, en 10:3, tweede lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing.
Artikel 12a komt te luiden:
Indien de Wet justitiële gegevens in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 2, tweede lid, onder e, van de Wet bescherming persoonsgegevens13 «Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag» vervangen door: Wet justitiële gegevens.
Indien de Wet justitiële gegevens in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 27, eerste lid, aanhef, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur14 «Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag» vervangen door: Wet justitiële gegevens.
In artikel 16, eerste lid, van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag15 wordt «huiszoeking» vervangen door: een doorzoeking.
De Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers16 wordt gewijzigd als volgt:
Het eerste lid van artikel 16 komt te luiden:
1. Onze Minister verstrekt het orgaan een subsidie voor de uitvoering van zijn wettelijke taak.
Aan het eerste lid van artikel 17 wordt toegevoegd: De artikelen 10:28 tot en met 10:31 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting17 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 4, eerste lid, onder a, vervalt: , onverminderd het bepaalde in artikel 19 van de Wet persoonsregistraties.
De Wet Justitiesubsidies18 wordt gewijzigd als volgt:
Na hoofdstuk 4D wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie kan per boekjaar subsidies verstrekken ter bevordering van de integratie van etnische groepen in de Nederlandse samenleving en ter voorkoming van criminaliteit door bedoelde groepen.
2. Afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
3. De artikelen 11 en 13 tot en met 15 zijn van overeenkomstige toepassing.
4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het bepaalde in het eerste lid.
Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie kan projectsubsidies verstrekken voor activiteiten, die:
a. de integratie van etnische groepen in de Nederlandse samenleving bevorderen;
b. de criminaliteit van bedoelde groepen voorkomen.
Indien de Wet justitiële gegevens en de Wet documentatie vennootschappen in werking treden of zijn getreden, wordt in artikel 36, eerste lid, van de Wet justitiële gegevens19 «gegevens uit de documentatie vennootschappen bij Onze Minister» vervangen door: gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet documentatie vennootschappen.
De Wet op de economische delicten20 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1. Onderdeel 1° wordt gewijzigd als volgt:
a. De zinsneden met betrekking tot de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994 en de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening worden overgebracht in de alfabetische rangschikking.
b. In de zinsnede met betrekking tot de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening wordt «De Wet op de Geneesmiddelenvoorziening» vervangen door: de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening.
2. In onderdeel 2° worden de zinsneden met betrekking tot de Wet inzake de geldtransactiekantoren, de Wet explosieven voor civiel gebruik, de Wet voorkoming misbruik chemicaliën en de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf overgebracht in de alfabetische rangschikking.
3. Onderdeel 3° wordt gewijzigd als volgt:
a. In de zinsnede met betrekking tot de Wet op de kansspelen wordt «30t, eerste en tweede lid,» vervangen door: 30t, eerste, tweede en vijfde lid.
b. De zinsneden met betrekking tot de verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PbEG L 227) en de Arbeidsomstandighedenwet 1998 worden overgebracht in de alfabetische rangschikking.
4. Onderdeel 4° wordt gewijzigd als volgt:
a. De zinsneden met betrekking tot de Wet agrarisch grondverkeer, de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot, de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen, de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen, de Wet explosieven voor civiel gebruik, de Wegenverkeerswet 1994, de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, de Zeevaartbemanningswet, de wet houdende wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer) en de Drank- en Horecawet worden overgebracht in de alfabetische rangschikking.
b. De zinsnede met betrekking tot het Burgerlijk Wetboek, Boek 2 (Rechtspersonen), komt te luiden: het Burgerlijk Wetboek, Boek 2 (Rechtspersonen), – voor zover van toepassing of van overeenkomstige toepassing op stichtingen en verenigingen als bedoeld in artikel 360, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, Europese economische samenwerkingsverbanden of formeel buitenlandse vennootschappen als bedoeld in de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen – de artikelen 19, vijfde lid, tweede volzin, 56, tweede lid, 61, onder b en d, 63b, 75, 76a, tweede lid, 85, 91a, 94b, vierde lid, 94c, vijfde lid, 96, derde en vierde lid, 96a, zevende lid, tweede volzin, 103, 105, vierde lid, laatste zin, 120, vierde lid, 153, 154, derde lid, 186, 194, 204b, vierde lid, 204c, vijfde lid, 230, vierde lid, 263, 264, derde lid, 362, zesde lid, laatste zin, 393, eerste lid, 394, derde lid, en 395;.
c. In de zinsnede met betrekking tot de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vervalt na «artikel 5a, tweede lid» de komma.
d. Aan de zinsneden met betrekking tot de Wet personenvervoer 2000, de Wet explosieven voor civiel gebruik, de Wegenverkeerswet 1994, de wet houdende wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer en de Drank- en Horecawet wordt een puntkomma toegevoegd.
e. In de zinsnede met betrekking tot de Ziekenfondswet wordt de puntkomma vervangen door een punt.
Artikel 1a wordt gewijzigd als volgt:
1. In de onderdelen 1° en 2° wordt aan de zinsneden met betrekking tot de Flora- en faunawet een puntkomma toegevoegd.
2. In onderdeel 1° wordt de zinsnede met betrekking tot de Wet houdende wijziging van de bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen) onder vervanging van de puntkomma door een punt overgebracht in de alfabetische rangschikking.
Indien de Wet tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand naar aanleiding van de evaluatie van de Wet op de rechtsbijstand alsmede aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand aan de Algemene wet bestuursrecht in werking treedt of is getreden, wordt de Wet op de rechtsbijstand21 gewijzigd als volgt:
Artikel 34 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt geen rechtsbijstand verleend, indien de rechtzoekende beschikt over een eigen vermogen van ten minste € 7300, indien hij alleenstaande is, dan wel van ten minste € 10 500 in overige gevallen.
2. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Telkens na vijf jaar wordt het vermogen, bedoeld in het tweede lid, per 1 januari aangepast met het percentage, bedoeld in het vijfde lid, onder c, van artikel 35, met dien verstande dat de te wijzigen bedragen worden afgerond op het naastliggende veelvoud van € 100.
Artikel 35, vijfde lid, onder b, komt te luiden:
b. de in het derde lid van dit artikel onder a genoemde eigen bijdrage wordt jaarlijks per 1 januari aangepast met het percentage waarmee de bijstandsnorm per 31 oktober daaraan voorafgaand afwijkt van de bijstandsnorm per 31 oktober van het voorgaande jaar, met dien verstande dat de te wijzigen bedragen worden afgerond op het naastliggende veelvoud van € 1;
De Wet politieregisters22 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt het tweede als onderdeel j aangeduide onderdeel j geletterd k en worden de onderdelen k tot en met m geletterd l tot en met n.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «krachtens het eerste lid, onder k,» vervangen door: krachtens het eerste lid, onder l,.
In artikel 13c, eerste lid, wordt «bedoeld in artikel 1, onder k,» vervangen door: bedoeld in artikel 1, onder l,.
In artikel 30a wordt «de Registratiekamer» vervangen door: het College bescherming persoonsgegevens.
In artikel 40, tweede lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 199323 wordt onderdeel d verletterd tot onderdeel c.
De wet van den 9den juli 1915, houdende verbod om sommige artikelen te laden in of te vervoeren met visschersvaartuigen (Stb. 316) wordt ingetrokken.
Artikel II van de wet van 16 september 1993 tot wijziging van de rechterlijke indeling (Stb. 515) vervalt.
De wet van 21 april 1994, houdende bepalingen verband houdende met de instelling van het Internationaal Tribunaal voor de vervolging van personen aansprakelijk voor ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht, begaan op het grondgebied van het voormalige Joegoslavië sedert 1991 (Stb. 308)24 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 4, vijfde lid, wordt na «47» ingevoegd: – met uitzondering van de verwijzing in artikel 47, derde lid, naar artikel 552d, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering –.
In artikel 9, tweede lid, wordt na «552q» ingevoegd: – met uitzondering van de verwijzing in artikel 552p, vierde lid, naar artikel 552d, tweede lid –.
In artikel 11, vijfde lid, tweede volzin, wordt na «13f» ingevoegd: – met uitzondering van de verwijzing in artikel 13d, tweede lid, naar artikel 552d, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering –.
De artikelen II, VI, VIII, IX, onderdeel C, XI, onderdeel B, XII, XIII, XV, XVI, onderdeel A, XVIII, XXI, XXVII en XXVIII van de wet van 20 januari 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten met het oog op de opneming in het Wetboek van Strafrecht van eenvormige strafbepalingen inzake het verstrekken van onware gegevens en het nalaten te voldoen aan wettelijke verplichtingen om tijdig gegevens te verstrekken (concentratie strafbaarstelling frauduleuze gedragingen) (Stb. 40) vervallen.
Artikel IV van de wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht (Stb. 255) vervalt.
De Wet wapens en munitie25 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 34, eerste lid, wordt na «Tegen beschikkingen van de korpschef» ingevoegd: en de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer.
In artikel 45, derde lid, wordt «de in artikel 5:18, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde bevoegdheid» vervangen door: de in artikel 5:18, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde bevoegdheid.
In artikel 103 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering26 wordt «artikel 1624 van Boek 7A» vervangen door: artikel 290 van Boek 7.
In artikel 415i van het Wetboek van Koophandel27 wordt «Artikel 38, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet op de rechterlijke organisatie» vervangen door: Artikel 93, aanhef en onder c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Het Wetboek van Strafrecht28 wordt gewijzigd als volgt:
Het Wetboek van Strafvordering29 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 114, tweede lid, wordt «van de Postwet (Stb. 1988, 522), of de aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare telecommunicatiedienst» vervangen door: van de Postwet of een geregistreerde ingevolge artikel 2.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet.
Het opschrift van de vijfde afdeling van titel IV van het Eerste boek komt te luiden:
Vijfde afdeling. Maatregelen ter gelegenheid van een schouw of een doorzoeking.
In artikel 126t wordt «waaraan een persoon deelneemt» vervangen door: ten aanzien waarvan het vermoeden bestaat dat daaraan een persoon deelneemt.
Artikel 409, tweede lid, komt te luiden:
2. Indien hoger beroep alleen door de officier van justitie is ingesteld, geschiedt de inzending niet of wordt aan haar, heeft zij ten onrechte plaatsgehad, geen gevolg gegeven, dan nadat het beroep aan de verdachte is betekend.
Indien het bij koninklijke boodschap van 24 februari 2000 ingediende voorstel van wet, houdende nieuwe regelen inzake tuchtrechtspraak in de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2002) (27 025)30 tot wet wordt of is verheven en in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 54 van die wet «de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2002» vervangen door «de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004» en worden voorts de volgende wetten gewijzigd als volgt:
In artikel 108a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren31 wordt «de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2002» vervangen door: de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.
In artikel 13, derde lid, van de Landbouwkwaliteitswet32 wordt «de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2002» vervangen door: de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.
In artikel 44 van de Loodsenwet33 wordt «de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2002» vervangen door: de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.
Indien het bij koninklijke boodschap van 1 september 2003 ingediende voorstel van wet tot intrekking van de Remigratiewet (Wet intrekking Remigratiewet) (29 020) tot wet is verheven en in werking is getreden voordat deze wet in werking treedt, vervalt artikel XIII.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
Uitgegeven de zeventiende februari 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 2003/2004, 29 217.
Handelingen II 2003/2004, blz. 2521.
Kamerstukken I 2003/2004, 29 217 (A, B).
Handelingen 2003/2004, zie vergadering d.d. 3 februari 2004.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2004-50.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.