Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2004, 311 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2004, 311 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is tot een administratieve lastenverlichting te komen in de uitvoering van de socialeverzekeringswetten door de vaststelling van het premieloon en de vaststelling van het dagloon te vereenvoudigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Coördinatiewet Sociale Verzekering1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4 komt te luiden:
1. Loon is:
a. het loon overeenkomstig Hoofdstuk II van de Wet op de loonbelasting 1964 waarbij van dat hoofdstuk buiten toepassing blijven:
1°. artikel 11, eerste lid, onderdelen j, onder 2° en 5°, en r, onder 4°,
2°. artikel 11, eerste lid, onderdeel j, onder 4°, voorzover het bedragen betreft die worden ingehouden op grond van de Werkloosheidswet;
b. voor de artiest en beroepssporter, bedoeld in artikel 5a van de Wet op de loonbelasting 1964, de gage overeenkomstig artikel 35 van die wetwaarbij het derde lid, onderdeel g, van dat artikel buiten toepassing blijft voorzover het bedragen betreft die worden ingehouden op grond van de Werkloosheidswet.
2. Tot het loon behoren niet:
a. hetgeen uit een vroegere dienstbetrekking als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 wordt genoten met uitzondering van:
1°. de uitkeringen en toeslag, genoemd in artikel 3a, tweede en derde lid, en de aanvullingen daarop van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat,
2°. hetgeen wordt genoten op grond van de artikelen 628, 628a en 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen, en de aanvullingen daarop van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat;
b. eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen b tot en met g, van de Wet op de loonbelasting 1964;
c. aanspraken op grond van de Ziekenfondswet alsmede vergoedingen ter zake van premies en bijdragen voor ziektekostenregelingen, uitkeringen en verstrekkingen die naar aard en omvang overeenkomen met uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Ziekenfondswet;
d. uitkeringen op grond van een regeling als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel j, onder 5°, van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de zin: Bij deze regels kan worden bepaald dat van de werkgever een voorschotpremie wordt gevorderd.
2. Onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot het tweede tot en met het vierde lid vervalt het tweede lid.
3. Het tot tweede lid vernummerde derde lid komt te luiden:
2. Indien ten onrechte geen bedrag aan premie is vastgesteld, dan wel na de vaststelling van het te betalen bedrag aan premie blijkt, dat een lager bedrag is vastgesteld dan verschuldigd is, stelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen het alsnog door de werkgever verschuldigde bedrag aan premie vast.
4. In het tot derde lid vernummerde vierde lid vervalt: of voorschotpremie.
5. In het tot vierde lid vernummerde vijfde lid vervalt: , onderscheidenlijk de betaling van de voorschotpremie,.
In artikel 16a, eerste lid,16b, eerste lid, 16c, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en 16d, eerste lid, vervalt telkens: en de voorschotpremie.
In artikel 16a, zesde lid, 16d, achtste lid, 16f, eerste, tweede en vierde lid, 16g, eerste lid, en 16h vervalt telkens: of voorschotpremie.
In artikel 16a, zevende lid, artikel 16b, zesde en zevende lid, 16d, derde en vijfde lid, 16g, tweede lid, en 16h vervalt telkens: of de voorschotpremie.
In artikel 18c wordt «de artikelen 1, vierde tot en met achtste lid, 4 tot en met 8 en de op die artikelen berustende bepalingen» vervangen door: de artikelen 1, vierde tot en met achtste lid, en 4 en de op die artikelen berustende bepalingen.
In artikel 83, tweede lid, van de Werkloosheidswet2 vervalt de zinsnede: , of indien een voorschotpremie wordt gevorderd,.
In artikel 15, vierde lid, van de Ziekenfondswet3 vervalt de zinsnede: of indien een voorschotpremie wordt gevorderd,.
De Ziektewet4 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 15 wordt vervangen door:
1. Voor de berekening van het ziekengeld waarop op grond van deze wet recht bestaat wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het loonopgavetijdvak voorafgaande aan het loonopgavetijdvak waarin de ongeschiktheid tot werken is ingetreden, verdiende, doch ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van de vaststelling en herziening van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, nadere en zonodig afwijkende regels gesteld.
Artikel 16 komt te luiden:
1. De daglonen worden herzien met ingang van de dag waarop en in de mate waarin het bedrag genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt herzien.
2. Onze Minister maakt in de Staatscourant bekend met ingang van welke dag en met welk percentage een herziening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt.
3. Op een beschikking als gevolg van een herziening van het dagloon op grond van dit artikel zijn de artikelen 3:41 en 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Aan artikel 29 wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Het ziekengeld, bedoeld in het zesde lid, wordt vermeerderd met het bedrag dat gelijk is aan het in artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet, bedoelde deel van de procentuele premie, dat door de werkgever zou zijn verschuldigd indien de verzekerde verzekerd zou zijn op grond van artikel 3 van de Ziekenfondswet, indien de verzekerde:
a. voorafgaand aan de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken een werkgeversbijdrage ontving strekkende tot betaling van premie van een door of voor de werknemer afgesloten particuliere of publiekrechtelijke ziektekostenverzekering; en
b. deze bijdrage, als gevolg zijn ongeschiktheid tot werken, heeft verloren;
c. niet verzekerd is op grond van de Ziekenfondswet.
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 14 wordt vervangen door:
1. Voor de berekening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het loonopgavetijdvak voorafgaande aan het loonopgavetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ingetreden, verdiende, doch ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van de vaststelling en herziening van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, nadere en zonodig afwijkende regels gesteld.
Aan artikel 21 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in het tweede lid, wordt vermeerderd met het bedrag dat gelijk is aan het in artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet, bedoelde deel van de procentuele premie, dat door de werkgever zou zijn verschuldigd indien de verzekerde verzekerd zou zijn op grond van artikel 3 van de Ziekenfondswet, indien de verzekerde:
a. voorafgaand aan de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken een werkgeversbijdrage ontving strekkende tot betaling van premie van een door of voor de verzekerde afgesloten particuliere of publiekrechtelijke ziektekostenverzekering; en
b. deze bijdrage, als gevolg zijn arbeidsongeschiktheid, heeft verloren;
c. niet verzekerd is op grond van de Ziekenfondswet.
Artikel 40, tweede lid, wordt vervangen door:
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt in artikel 14, eerste lid, in plaats van de woorden «voorafgaand aan het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid» gelezen: voorafgaand aan de toename van zijn arbeidsongeschiktheid.
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 34, vijfde lid, onderdeel c, wordt «een uitkering als bedoeld in artikel 45, vierde lid» vervangen door: een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten dan wel uit een uitkering die naar aard en strekking daarmee overeenkomt.
Artikel 45 wordt vervangen door:
1. Voor de berekening van de uitkering waarop op grond van deze afdeling recht bestaat wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het loonopgavetijdvak voorafgaande aan het loonopgavetijdvak waarin het arbeidsurenverlies, bedoeld in artikel 16, eerste lid, is ingetreden, verdiende, doch ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van de vaststelling en herziening van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, nadere en zonodig afwijkende regels gesteld.
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, wordt «per dag» vervangen door: per dag, de zaterdagen en zondagen niet meegerekend,.
b. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, dan wel de uitkering van de werknemer, bedoeld in het tweede lid, wordt vermeerderd met het bedrag dat gelijk is aan het in artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet, bedoelde deel van de procentuele premie, dat door de werkgever zou zijn verschuldigd indien de werknemer verzekerd zou zijn op grond van artikel 3 van de Ziekenfondswet, indien de werknemer:
a. voorafgaand aan de eerste dag waarop het recht op uitkering is ontstaan een werkgeversbijdrage ontving strekkende tot betaling van premie van een door of voor de werknemer afgesloten particuliere of publiekrechtelijke ziektekostenverzekering; en
b. deze bijdrage, als gevolg van het ontstaan van zijn recht op uitkering, heeft verloren;
c. niet verzekerd is op grond van de Ziekenfondswet.
In artikel 51, derde lid, wordt «bedoeld in artikel 45, vierde lid» vervangen door: die een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80% ontvangt of – indien artikel 25, 28, 30 of 33 van die wet ten aanzien van hem niet van toepassing was – zou ontvangen.
Artikel 34 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid6 vervalt.
Artikel 9, negende lid, van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria7 vervalt.
De Wet arbeid en zorg8 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3:13, tweede lid, wordt de zinsnede «vastgesteld overeenkomstig artikel 15 van de Ziektewet» vervangen door «vastgesteld en herzien overeenkomstig de vaststelling en herziening met betrekking tot de werknemer, bedoeld in artikel 29b van de Ziektewet, op grond van de artikelen 15 en 16 van die wet» en vervalt de tweede zin.
In artikel 3, tweede lid, van de Wet aanpassing daglonen Wet overgangsregeling arbeidsongeschiktheidsverzekering9 wordt «bedoelde maximum dagloon» vervangen door: genoemde bedrag.
In artikel 5 van de Wet arbeid mijnbouw Noordzee10 wordt «artikel 8, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen door: artikel 13, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
De Wet medefinanciering aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekeringen11 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 6 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag12 vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot het derde lid, het derde lid.
In artikel 28 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten13 wordt «bedoelde maximum dagloon» vervangen door: genoemde bedrag.
In artikel XV, tweede lid, van de Wet terugdringing ziekteverzuim14 wordt «maximum dagloon, bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.
In artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet van 3 april 1985, houdende overgangsmaatregel met betrekking tot loonbetalingen tijdens ziekte en aanvullingen op de wettelijke ziekengelduitkering (Stb. 215)15 wordt «maximumdagloon, bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.
Artikel X van de Wet van 22 december 1994, houdende wijziging van de Werkloosheidswet en enkele andere wetten (aanscherping referte-eisen WW) (Stb. 955) vervalt.
In artikel 3 van de Wet van 1 mei 1987, houdende verhoging van een aantal daglonen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet Werkloosheidsvoorziening en de Werkloosheidswet voor bepaalde categorieën werknemers (Stb. 242) wordt «maximumdagloon, bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.
In artikel 629, lid 1, van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek16 wordt «maximum dagloon, bedoeld» vervangen door: bedrag, genoemd.
De Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen17 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5, vierde lid, komt te luiden:
4. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.
Artikel 14, derde lid, komt te luiden:
3. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.
Artikel 24, vierde lid, komt te luiden:
4. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.
Artikel 33, elfde lid, komt te luiden:
11. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.
De Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders18 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 27, vierde lid, wordt «zijn de artikelen 4, 5 en 6 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen door: is artikel 4 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering.
Artikel 10 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen19 komt te luiden:
Artikel 10, tweede lid, van de Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds20 komt te luiden:
2. Het dagloon bedraagt ten hoogste het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag.
Na artikel 18c van de Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Deze wet en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel I van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op het loon dat is genoten voorafgaand aan de dag waarop dat artikel in werking treedt.
Artikel 86 van de Ziektewet komt te luiden:
Artikel 15 en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel A, van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon wiens recht op ziekengeld is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van dat artikel met betrekking tot die uitkering.
Na artikel 98c van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 14 en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel V, onderdeel A, van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon wiens recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van dat artikel, met betrekking tot die arbeidsongeschiktheidsuitkering. Met betrekking tot de artikelen 40, eerste lid, en 48, derde lid, is de eerste zin niet van toepassing.
Aan hoofdstuk XB van de Werkloosheidswet wordt een artikel waarvan de nummering aansluit op het laatste artikel van dat hoofdstuk toegevoegd, luidende:
Artikel 34 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van de artikelen VI en VII, van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon wiens recht op uitkering op grond van deze wet is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van die artikelen, met betrekking tot die uitkering.
Na artikel 12 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10 en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel XXI van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon wiens recht op uitkering is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van dat artikel, met betrekking tot die uitkering.
Indien het bij koninklijke boodschap van 28 september 1996 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en de Invorderingswet 1990 in verband met de invoering van de opdrachtgeversaansprakelijkheid en de kopersaansprakelijkheid in de confectiesector en invoering van een vrijwaringsregeling in de ketenaansprakelijkheid (Kamerstukken II 1996/97, 25 035, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt de Coördinatiewet Sociale Verzekering als volgt gewijzigd:
In de artikelen 16ba, eerste lid, 16bb, eerste lid, en 16c, eerste lid, onderdeel a, vervalt telkens de zinsnede: en de voorschotpremie.
In de artikelen 16bb, eerste lid, en 16f, eerste, tweede en vijfde lid, vervalt telkens de zinsnede: of voorschotpremie.
In de artikelen 16ba, vijfde en zesde lid, 16bb, tweede lid, 16c, derde en vierde lid, en 16g, derde lid, vervalt telkens de zinsnede: of de voorschotpremie.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof
Uitgegeven de achtste juli 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 2001/2002, 2002/2003, 2003/2004, 28 219.
Handelingen II 2003/2004, blz. 4668–4679; 4694–4714; 4777–4778.
Kamerstukken I 2003/2004, 28 219 (A, B, C, D).
Handelingen I 2003/2004, zie vergadering d.d. 22 juni 2004.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2004-311.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.