Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 2004, 290 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 2004, 290 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat terroristische misdrijven afzonderlijk worden omschreven en dat op deze misdrijven alsmede op sommige misdrijven die beogen terroristische misdrijven voor te bereiden of gemakkelijk te maken, zwaardere straffen worden gesteld;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Het Wetboek van Strafrecht1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen 13° en 14° wordt voor «een der misdrijven» ingevoegd: een terroristisch misdrijf dan wel. Voorts vervallen de woorden: 92 tot en met 96, 108,.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidend:
15°. aan een terroristisch misdrijf, indien het misdrijf is gepleegd met het oogmerk de bevolking of een deel der bevolking van Nederland vrees aan te jagen, een Nederlandse overheid of een in Nederland gevestigde instelling of organisatie van de Europese Unie te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, of de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van Nederland of een in Nederland gevestigde instelling of organisatie van de Europese Unie ernstig te ontwrichten of te vernietigen;
16°. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 225, derde lid, 311, eerste lid, onder 6°, 312, tweede lid, onder 5°, alsmede 317, derde lid, jo. 312, tweede lid, onder 5°, indien het misdrijf is gepleegd met het oogmerk een terroristisch misdrijf als in onderdeel 15° omschreven voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidend:
2. De Nederlandse strafwet is voorts toepasselijk op ieder tegen wie een verzoek om uitlevering ter zake van een terroristisch misdrijf dan wel een der misdrijven omschreven in de artikelen 225, derde lid, 311, eerste lid, onder 6°, 312, tweede lid, onder 5°, alsmede 317, derde lid, jo. 312, tweede lid, onder 5°, is afgewezen.
In artikel 10, derde lid, wordt na de zinsnede «samenloop van misdrijven» ingevoegd: , terroristische misdrijven.
Na artikel 82a worden twee artikelen ingevoegd, luidend:
Onder terroristisch misdrijf wordt verstaan:
1°. elk van de misdrijven omschreven in de artikelen 92 tot en met 96, 108, tweede lid, 115, tweede lid, 117, tweede lid, 121, 122, 157, onderdeel 3°, 161quater, onderdeel 2°, 164, tweede lid, 166, onderdeel 3°, 168, onderdeel 2°, 170, onderdeel 3°, 174, tweede lid, en 289, alsmede in artikel 80, tweede lid, Kernenergiewet, indien het misdrijf is begaan met een terroristisch oogmerk;
2°. elk van de misdrijven waarop ingevolge de artikelen 114a, 114b, 120a, 120b, 130a, 176a, 176b, 282c, 289a, 304a, 304b, 415a en 415b, alsmede artikel 80, derde lid, van de Kernenergiewet gevangenisstraf is gesteld;
3°. elk van de misdrijven omschreven in de artikelen 140a, 282b, 285, derde lid, en 288a, alsmede in artikel 55, vijfde lid, van de Wet wapens en munitie, artikel 6, vierde lid, van de Wet op de economische delicten, artikel 33a van de Wet explosieven voor civiel gebruik en artikel 79 van de Kernenergiewet.
Onder terroristisch oogmerk wordt verstaan het oogmerk om de bevolking of een deel der bevolking van een land ernstige vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen.
Na artikel 114 worden twee artikelen ingevoegd, luidend:
Indien een misdrijf, strafbaar gesteld in artikel 108, eerste lid, 109 of 110, is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de in dat artikel bepaalde tijdelijke gevangenisstraf met de helft verhoogd en wordt, indien op het misdrijf een tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren is gesteld, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren opgelegd.
Na artikel 120 worden twee artikelen ingevoegd, luidend:
Indien een misdrijf, strafbaar gesteld in artikel 115, eerste lid, 116, 117, eerste lid, 117a of 117b, is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de in dat artikel bepaalde tijdelijke gevangenisstraf met de helft verhoogd en wordt, indien op het misdrijf een tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren is gesteld, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren opgelegd.
Na artikel 130 wordt een artikel ingevoegd, luidend:
Aan artikel 140 wordt een lid toegevoegd, luidend:
4. Onder deelneming als omschreven in het eerste lid wordt mede begrepen het verlenen van geldelijke of andere stoffelijke steun aan alsmede het werven van gelden of personen ten behoeve van de daar omschreven organisatie.
Na artikel 140 wordt een artikel ingevoegd, luidend:
1. Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Oprichters, leiders of bestuurders worden gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3. Het vierde lid van artikel 140 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 161 komt te luiden:
Hij die opzettelijk enig werk dienend tot waterkering, waterlozing, gas- of waterleiding of riolering vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft:
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor een overstroming of gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
3°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijften jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
In de artikelen 170 en 171 wordt «gebouw of getimmerte» vervangen door: gebouw, getimmerte, installatie ter zee of voor het publiek toegankelijke plaats.
In artikel 172, eerste lid, onder 1° en 2°, vervalt: de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat.
In artikel 173, eerste lid, onder 1° en 2°, vervalt: de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat.
Artikel 173a wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1° vervalt: de schuldige weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat.
2. In onderdeel 2° vervalt: de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat.
In artikel 173b, onder 1° en 2°, vervalt: de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat.
Na artikel 176 worden twee artikelen ingevoegd, luidend:
Indien een misdrijf, strafbaar gesteld in artikel 157, 159, 160, 161, 161bis, 161quater, 161sexies, 162, 162a, 164, 166, 168, 170, 172, 173a of 174, is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de in dat artikel bepaalde tijdelijke gevangenisstraf met de helft verhoogd en wordt, indien op het misdrijf een tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren is gesteld, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren opgelegd.
1. De samenspanning tot de in de artikelen 157, 161, onderdelen 2° en 3°, 161bis, onderdelen 3° en 4°, 161quater, 161 sexies, onderdelen 3° en 4°, 162, 164, 166, 168, 170, 172, 173a en 174 omschreven misdrijven, te begaan met een terroristisch oogmerk, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Artikel 96, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
In artikel 205 wordt «aanwerft» vervangen door «of gewapende strijd werft» en wordt «een jaar of geldboete van de vierde categorie» vervangen door: vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Aan artikel 225 wordt een lid toegevoegd, luidend:
3. Indien een feit, omschreven in het eerste of tweede lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Na artikel 282a worden twee artikelen ingevoegd, luidend:
1. Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt met een terroristisch oogmerk, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Artikel 282, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Aan artikel 285 wordt een lid toegevoegd, luidend:
3. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Na artikel 288 wordt een artikel ingevoegd, luidend:
Na artikel 289 wordt een artikel ingevoegd, luidend:
1. De samenspanning tot het in artikel 289 omschreven misdrijf, te begaan met een terroristisch oogmerk, alsmede het in artikel 288a omschreven misdrijf, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Artikel 96, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Na artikel 304 worden twee artikelen ingevoegd, luidend:
Indien een misdrijf, strafbaar gesteld in artikel 302 of 303, is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de in dat artikel bepaalde tijdelijke gevangenisstraf met de helft verhoogd en wordt, indien op het misdrijf een tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren is gesteld, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren opgelegd.
Aan artikel 311, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidend:
6°. diefstal met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
Aan artikel 312, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidend:
5°. indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
In artikel 385a, vierde lid, komt de zinsnede na «vaartuig» te luiden: , een installatie ter zee, een autobus, een trein of een ander middel van openbaar vervoer dan wel een vrachtwagen met een gevaarlijke lading.
Na artikel 415 worden twee artikelen ingevoegd, luidend:
Indien een misdrijf, strafbaar gesteld in een der artikelen 385a tot en met 385d, is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de in dat artikel bepaalde tijdelijke gevangenisstraf met de helft verhoogd en wordt, indien op het misdrijf een tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren is gesteld, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren opgelegd.
Aan artikel 55 van de Wet wapens en munitie2 wordt een lid toegevoegd, luidend:
5. Met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar of geldboete van de vijfde categorie wordt eveneens gestraft hij die handelt in strijd met artikel 9, eerste lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid, 26, eerste lid, of 31, eerste lid, indien het feit begaan is met een terroristisch oogmerk als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht dan wel met het oogmerk om een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 83 van dat wetboek voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
In de Wet explosieven voor civiel gebruik3 wordt na hoofdstuk V een hoofdstuk ingevoegd, luidend:
1. Het vervaardigen, opslaan, gebruiken, overbrengen, verkrijgen, ter beschikking stellen, voorhanden hebben of verhandelen van explosieven of andere ontplofbare stoffen met een terroristisch oogmerk als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht dan wel met het oogmerk om een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 83 van dat wetboek voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een misdrijf.
De Kernenergiewet4 wordt als volgt gewijzigd:
In hoofdstuk X wordt voor artikel 80 een artikel ingevoegd, luidend:
Degene die:
a. splijtstoffen of ertsen vervoert, voorhanden heeft, toepast, binnen of buiten Nederlands grondgebied brengt of doet brengen, ter beschikking stelt dan wel zich deze verschaft of zich daarvan ontdoet,
b. een inrichting waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt, splijtstoffen kunnen worden vervaardigd, bewerkt of verwerkt, dan wel splijtstoffen worden opgeslagen, opricht, in werking brengt, in werking houdt of wijzigt,
c. een uitrusting, geschikt om een vaartuig of een ander vervoermiddel door middel van kernenergie voort te bewegen, daarin aanbrengt of aangebracht houdt, dan wel zodanige daarin aangebrachte uitrusting in werking brengt, in werking houdt of wijzigt,
d. radioactieve stoffen bereidt, vervoert, voorhanden heeft, toepast, binnen of buiten Nederlands grondgebied brengt of doet brengen, ter beschikking stelt, dan wel zich deze verschaft of zich daarvan ontdoet,
e. ioniserende stralen uitzendende toestellen vervaardigt, vervoert, voorhanden heeft, toepast, binnen of buiten Nederlands grondgebied brengt of doet brengen, ter beschikking stelt, dan wel zich een zodanig toestel verschaft of zich daarvan ontdoet,
met een terroristisch oogmerk als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht, dan wel met het oogmerk om een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 83 van dat wetboek voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Aan artikel 80 wordt een lid toegevoegd, luidend:
3. De samenspanning tot de in het eerste en tweede lid omschreven misdrijven, te begaan met een terroristisch oogmerk als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 96, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing.
Aan artikel 6 van de Wet op de economische delicten5 wordt een lid toegevoegd, luidend:
4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt hij die een voorschrift overtreedt, gesteld bij of krachtens de artikelen 2 en 3, eerste lid, van de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens, dan wel de artikelen 2, eerste en derde lid, 3 en 4 van de Uitvoeringswet verdrag biologische wapens, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien het feit opzettelijk is begaan met een terroristisch oogmerk als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht, dan wel met het oogmerk om een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 83 van dat wetboek voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
Indien het bij koninklijke boodschap van 18 mei 2001 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Gemeentewet (partiële wijziging zedelijkheidswetgeving) (27 745)6 tot wet is verheven en die wet in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 5a, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht na «minderjarige» ingevoegd: , een terroristisch misdrijf, dan wel een der misdrijven omschreven in de artikelen 225, derde lid, 311, eerste lid, onder 6°, 312, tweede lid, onder 5°, alsmede 317, derde lid, jo. 312, tweede lid, onder 5°.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
Uitgegeven de dertigste juni 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 2001/2002, 2002/2003, 2003/2004, 28 463.
Handelingen II 2003/2004, blz. 2189–2224; 2333–2362; 2388–2389.
Kamerstukken I 2003/2004, 28 463 (A, B, C, D, E, F).
Handelingen I 2003/2004, zie vergadering d.d. 14, 15 en 22 juni 2004.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2004-290.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.