Besluit van 23 oktober 2001, houdende vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele onderdelen van de wet van
2 december 1999 tot wijziging van de Woningwet (verbetering van het toezicht
op woningcorporaties en aanpassing van de bepalingen over het Centraal Fonds
voor de Volkshuisvesting aan de Aanwijzingen voor de regelgeving die betrekking
hebben op zelfstandige bestuursorganen) (Stb. 553) en van het besluit van
11 juni 2001 tot wijziging van het Besluit beheer sociale-huursector en het
Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (afstemming op de wijziging
van de Woningwet die strekt tot verbetering van het toezicht op woningcorporaties
en tot aanpassing van de bepalingen in die wet over het Centraal Fonds voor
de Volkshuisvesting) (Stb. 280)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer 19 oktober 2001, nr. MJZ 2001115729, Centrale Directie
Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel IV van de wet van 2 december 1999 tot wijziging
van de Woningwet (verbetering van het toezicht op woningcorporaties en aanpassing
van de bepalingen over het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting aan de
Aanwijzingen voor de regelgeving die betrekking hebben op zelfstandige bestuursorganen)
(Stb. 553) en artikel VI van het besluit van 11 juni 2001 tot wijziging van
het Besluit beheer sociale-huursector en het Besluit Centraal Fonds voor de
Volkshuisvesting (afstemming op de wijziging van de Woningwet die strekt tot
verbetering van het toezicht op woningcorporaties en tot aanpassing van de
bepalingen in die wet over het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting) (Stb.
280);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
Artikel I, onderdelen D en F, van de wet van 2 december 1999 tot wijziging
van de Woningwet (verbetering van het toezicht op woningcorporaties en aanpassing
van de bepalingen over het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting aan de
Aanwijzingen voor de regelgeving die betrekking hebben op zelfstandige bestuursorganen)
(Stb. 553) en het besluit van 11 juni 2001 tot wijziging van het Besluit beheer
sociale-huursector en het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting
(afstemming op de wijziging van de Woningwet die strekt tot verbetering van
het toezicht op woningcorporaties en tot aanpassing van de bepalingen in die
wet over het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting) (Stb. 280) treden in
werking met ingang van 5 november 2001.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 23 oktober 2001
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J. W. Remkes
Uitgegeven de dertigste oktober 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
In artikel IV van de wet van 2 december 1999 tot wijziging van de Woningwet
(verbetering van het toezicht op woningcorporaties en aanpassing van de bepalingen
over het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting aan de Aanwijzingen voor
de regelgeving die betrekking hebben op zelfstandige bestuursorganen) (Stb.
553) is bepaald dat de artikelen van deze wet in werking treden op een bij
koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen
of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In artikel VI van
het besluit van 11 juni 2001 tot wijziging van het Besluit beheer sociale-huursector
en het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (afstemming op de wijziging
van de Woningwet die strekt tot verbetering van het toezicht op woningcorporaties
en tot aanpassing van de bepalingen in die wet over het Centraal Fonds voor
de Volkshuisvesting) (Stb. 280) is vervolgens bepaald dat dat besluit in werking
treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
In eerste instantie werd voorzien in het in werking treden van de artikelen
I, met uitzondering van de onderdelen D en F, II en III van voormelde wet
van 2 december 1999 (Stb. 2000, 46). Voormelde artikelen hebben onder meer
betrekking op de mogelijke intrekking van de toelating van toegelaten instellingen,
het toezicht op een toegelaten instelling, de mogelijkheid tot het aanstellen
van een bewindvoerder en de bevoegdheid om aan toegelaten instellingen een
last onder dwangsom op te leggen.
Toentertijd was het nog niet mogelijk om het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I, onderdeel D, waarin regels zijn opgenomen betreffende de werkzaamheden
van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, vast te stellen. Dit had
te maken met het feit dat de betreffende wetsbepalingen niet verenigbaar waren
met het toen geldende Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. Het
op dat moment in werking doen treden van onderdeel D zou op tal van punten
dubbele en inconsistente regelgeving tengevolge hebben gehad.
Het moment van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel F, kon als gevolg
hiervan ook nog niet worden vastgesteld.
Thans kan wel voorzien worden in het in werking doen treden van de betreffende
onderdelen. Het toen geldende Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting
is namelijk vervangen door een bij besluit d.d. 11 juni 2001 geïntroduceerd
nieuw Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, dat met die onderdelen
in overeenstemming is.
Naast het in werking treden van artikel I, onderdelen D en F, van voormelde
wet van 2 december 1999, kan thans ook voormeld besluit van 11 juni 2001 in
werking treden. In dit besluit zijn – naast een aantal wijzigingen in
het Besluit beheer sociale-huursector – bepalingen opgenomen betreffende
de taken en bevoegdheden van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting,
waaronder het verstrekken van subsidie ter tegemoetkoming in de kosten van
werkzaamheden van toegelaten instellingen. Deze bepalingen zijn zoals –
vermeld – vervat in een nieuw Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J. W. Remkes