Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2000, 151 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2000, 151 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid van 25 januari 2000, nummer BPR2000/U52854;
Gelet op artikel 33 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
De Raad van State gehoord (advies van 24 februari 2000, nummer W04.00.0033/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid van 21 maart 2000, nummer BPR2000/61264;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In artikel 55, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens1 wordt het zinsdeel «Gedurende het eerste jaar» vervangen door: Gedurende de eerste zes maanden.
Een vreemdeling die geen toelating heeft tot Nederland en verblijft in een opvangcentrum en die op grond van het gewijzigde artikel 55 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens voor inschrijving in aanmerking komt en overigens voldoet aan de vereisten voor inschrijving in een basisadministratie, wordt op zijn aangifte van verblijf en adres binnen drie maanden na inwerkingtreding van dit besluit ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,
R. H. L. M. van Boxtel
Uitgegeven de dertiende april 2000
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
In artikel 55 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Besluit GBA) is neergelegd dat vreemdelingen die nog niet zijn toegelaten tot Nederland en verblijven in een opvangcentrum of asielzoekerscentrum gedurende een bepaalde periode van hun verblijf in Nederland niet in aanmerking komen voor inschrijving in de GBA. Vóór de onderhavige wijziging van het Besluit GBA bedroeg deze periode een jaar. Voor deze termijn was destijds gekozen om de werklast bij gemeenten met een opvangcentrum te verlagen en om bestandsvervuiling van de GBA tegen te gaan, voortvloeiend uit het gegeven dat een groot aantal asielzoekers binnen een jaar met onbekende bestemming vertrok uit de opvangcentra.
Naar aanleiding van een door een extern bureau gerealiseerde uitvoeringstoets naar de mogelijkheden om de termijn van uitplaatsing van statushouders uit de centrale opvang te verkorten, zoals is aangekondigd in mijn brief van 2 april 1999 aan de de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (kamerstukken II, 1998/99, 19 637, nr. 429), is de aanbeveling gedaan om de termijn gedurende welke asielzoekers niet in aanmerking komen voor inschrijving in de GBA terug te brengen van één jaar naar zes maanden. De asielzoeker verblijft in de praktijk na zes maanden inmiddels in een asielzoekerscentrum. Hierdoor is er een betere spreiding van de werklast over gemeenten dan wanneer een kortere termijn wordt gekozen. Uit de uitvoeringstoets blijkt tevens dat de meeste asielzoekers die met onbekende bestemming uit een opvangcentrum vertrekken dit reeds in de eerste zes maanden van de procedure doen.
Verkorting van de bedoelde inschrijvingstermijn leidt tot een eerdere inschrijving in de GBA, wat een gunstig effect heeft op de snelle verkrijging van een sociaal-fiscaal nummer en daarmee op het uitplaatsingsproces uit het asielzoekerscentrum.
Op dit moment is het de hoofdregel dat een vreemdeling aan de belastingdienst moet aantonen in het bezit te zijn van een verblijfsvergunning, alvorens deze een sociaal-fiscaal nummer krijgt toegekend. Het aanmaken van het verblijfsdocument waarmee een vreemdeling dit kan doen, neemt echter enkele weken in beslag, nadat de positieve beslissing over het verblijfsrecht is gevallen. Het sociaal-fiscaal nummer is van belang voor het verkrijgen van een uitkering en een inrichtingskrediet van de gemeentelijke sociale dienst.
Door de geautomatiseerde koppeling tussen het Vreemdelingen Administatie Systeem en de GBA alsmede de geautomatiseerde koppeling tussen de Belastingdienst en de GBA kan aan een vreemdeling die in de GBA staat ingeschreven dus veel sneller na de statusverlening een sociaal-fiscaal nummer worden toegekend. Voorwaarde daarvoor is dat een asielzoeker reeds in de GBA voorkomt op het moment van de statusverlening. Bovendien kan ook de gemeentelijke sociale dienst de GBA raadplegen omtrent de verblijfsrechtelijke positie van de vreemdeling op basis waarvan uitkeringen kunnen worden verstrekt. Deze argumenten pleiten ervoor over te gaan tot eerdere inschrijving van asielzoekers in de GBA. De wijziging van artikel 55 van het Besluit GBA voorziet hierin.
Door de verkorting van de termijn van inschrijving, komt op het moment van inwerkingtreding van dit besluit een groep asielzoekers die nu langer dan een half jaar, maar korter dan een jaar in een opvangcentrum verblijft, voor inschrijving in aanmerking. Om de gemeenten met een opvangcentrum in de gelegenheid te stellen deze groep op te nemen in hun basisadministratie, is een overgangsbepaling opgenomen. Deze houdt in dat de betreffende gemeente asielzoekers op hun aangifte van verblijf en adres binnen een termijn van drie maanden nadat dit besluit in werking is getreden, inschrijft in de basisadministratie. Zodoende kan de gemeente de werklast ten gevolge van de wijziging van artikel 55 van het Besluit GBA spreiden over een langere periode.
In verband met de tijdige voorlichting aan de gemeenten is gekozen voor een inwerkingtredingsdatum die ligt op de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.
De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,
R. H. L. M. van Boxtel
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 mei 2000, nr. 89.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2000-151.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.