Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 augustus 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij in de procedurevergadering van
2 juli jl. verzocht om een reactie op een brief van v.L. te E. Met deze brief ontvangt
u mijn reactie.
Deze reactie zal ook aan de gemeente Beuningen worden gezonden.
De briefschrijver geeft aan zich ernstig zorgen te maken over de situatie op vakantiepark
»De Groene Heuvels» in de gemeente Beuningen. Verschillende huishoudens die permanent
op het park verblijven, hebben bericht gehad over het opgelegd krijgen van een last
onder dwangsom, indien zij niet voor 1 december a.s. de permanente bewoning van de
vakantiewoning beëindigen. De briefschrijver geeft tevens aan dat het beleid van de
gemeente niet in lijn lijkt te zijn met uitspraken in eerdere Kamerbrieven over dit
onderwerp. Zo worden de hulp bij het vinden van alternatieve huisvesting en de gekozen
nieuwe bestemming voor het recreatiepark ter discussie gesteld. De briefschrijver
stelt ook enkele specifieke vragen aan de commissie, waar ik kort op in zal gaan.
Verantwoordelijkheid gemeenten
In eerdere correspondentie met uw Kamer heb ik aangegeven dat gemeenten hun eigen
beleidsverantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de aanpak van vakantieparken. Daarbij
heb ik ook aangegeven dat een integrale aanpak daarbij de voorkeur heeft en dat ik
gemeenten ook aanmoedig en ondersteun om op deze wijze tot een oplossing te komen.
Ik heb daarbij gemeenten ook aangesproken op hun verantwoordelijkheid richting de
bewoners op het moment dat zij ervoor kiezen om op een park te handhaven.
In het kader van de motie Van Eijs1 over het handhaven met de menselijke maat is er contact geweest met de gemeente Beuningen
over dit specifieke park. De gemeente gaat uit van zelfredzaamheid en zal daar waar
nodig ondersteunen met een sociaal team. De beleidsverantwoordelijkheid blijft aan
de gemeente.
Geschiktheid recreatiewoningen
Vakantiewoningen zijn niet per definitie wel of niet geschikt voor permanente bewoning.
Dit is van veel zaken afhankelijk zoals de staat van de woning, maar ook de ligging
van het specifieke vakantiepark ten opzichte van voorzieningen en openbaar vervoer.
Het kan daarom – ook in een integrale aanpak – een goede keuze zijn om permanente
bewoning op een vakantiepark niet toe te staan. Ik verwacht daarbij wel van gemeenten
dat zij – daar waar nodig – ondersteuning bieden aan de bewoners om alternatieve huisvesting
te vinden en – zo ver als mogelijk – te voorkomen dat deze mensen op straat komen
te staan. Daarbij dient de gemeente ook oog te hebben voor (kwetsbare) gezinnen met
kinderen.
De zorgplicht van de gemeente gaat echter niet zo ver dat zij verplicht is voor iedereen
een nieuwe woning te vinden, al is dit afhankelijk van de gezinssituatie. Afhankelijk
van de situatie zullen sommige bewoners zich prima zelf kunnen redden, waar anderen
intensief begeleid moeten worden om een alternatieve plek te vinden. Het is belangrijk
dat de gemeente hier maatwerk in levert. Dat kan bijvoorbeeld door begeleiding van
een sociaal team, of door middel van het afgeven van een urgentieverklaring op basis
van de lokale huisvestingsverordening.
De beleidsmatige aanpak ten aanzien van vakantieparken blijft aan de gemeente. Wel
zal ik in het kader van de Woondeals en de actie-agenda vakantieparken 2018–2020 aandacht
voor de genoemde problematiek vragen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren