2011D40670

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 augustus 2011

Van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ontving ik het verzoek te reageren op een brief van de Stichting Ganzenbescherming Nederland over de bestrijding van de overpopulatie zomerganzen.

De brief veronderstelt dat ik nieuw beleid heb geformuleerd voor de bestrijding van de overpopulatie zomerganzen, waarin wordt voorzien dat honderdduizenden ganzen door afschot uit de populatie verwijderd zullen gaan worden.

Ik wil u er graag op wijzen dat ik geen beleid in deze strekking heb geformuleerd. Wel heb ik een advies ontvangen van een groep van zeven maatschappelijke organisaties die maatregelen bepleiten om de overpopulatie van zomerganzen te bestrijden (de Ganzen-7). Daarin wordt onder meer ook geadviseerd om de populatie overzomerende ganzen in 5 jaar tijd te beperken tot circa 100 000.

Het advies van de G-7, tezamen met de vele reacties van verschillende stakeholders op dit advies, laat ik meewegen in de gesprekken met de provincies over het beheer van de ganzenpopulaties. Het zijn immers de provincies die verantwoordelijk zijn voor beheersmaatregelen voor ganzen. Deze gesprekken vinden plaats in het kader van de verdere decentralisatie van het natuurbeleid en in het Beleidskaderoverleg Faunabeheer.

Verder bevat de brief uitlatingen die de integriteit van bewindslieden, parlementariërs natuurorganisaties en jagers in twijfel trekken. Dergelijke kwalificaties doen afbreuk aan een constructieve dialoog en brengen een oplossing over het ganzenvraagstuk niet dichterbij.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven