Vragen van de leden Dik-Faber en Bruins (beiden ChristenUnie) aan de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Staatssecretarissen van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over mensen die hun woning
moeten verlaten respectievelijk kwijtraken als ze hun zorgindicatie verliezen of worden
opgenomen in een GGZ-instelling (ingezonden 17 november 2020).
Vraag 1
Onderschrijft u de zorgen van maatschappelijke organisaties zoals Valente, Leger des
Heils en Aedes over de dreigende dakloosheid voor een groep mensen die hun zorgindicatie
verliest, wanneer er sprake is van een koppeling tussen huisvesting en zorg? Hoe vaak
komt dit voor dan wel hoe groot is deze groep mensen?
Vraag 2
Is het waar dat onvoldoende begeleiding hiervan een belangrijke oorzaak is, waarbij
er gekort wordt in duur, aantal uren en/of tarieven van de begeleiding? Klopt het
dat gemiddeld over het land sinds de invoering van de Wmo het aantal uren zorg is
gedaald met 50%, van gemiddeld 4–8 uur per week (vaak ook hoger) tot 2–4 uur per week
(met in sommige regio’s zelfs 15 of 20 minuten per week)? Vindt u deze begeleiding
voldoende?
Vraag 3
Leiden kortlopende Wmo-beschikkingen voor begeleiding (voor 3–6 maanden) tot problemen
voor de huurder en de intermediaire verhuurder (vaak een opvang- of beschermd wonen
organisatie), omdat begeleiding een voorwaarde is van de woningcorporatie om de woning
ter beschikking te stellen aan doelgroepen in opvang en beschermd wonen? Wat kunt
u doen om ervoor te zorgen dat er duurzame afspraken worden gemaakt over zorg/begeleiding
wanneer een woningcorporatie een woning ter beschikking stelt?
Vraag 4
Spreekt u hierover met gemeenten? Zo ja, hoe verlopen deze gesprekken en wat kunt
u doen om gemeenten hierin tegemoet te komen?
Vraag 5
Heeft de problematiek van (dreigende) dakloosheid voor mensen die hun zorgindicatie
verliezen een plek binnen uw brede aanpak om dakloosheid tegen te gaan? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Vraag 6
Kunt u zich voorstellen dat de taskforce wonen en zorg zich niet alleen richt op ouderen,
maar ook op deze doelgroep? Welke acties heeft de Taskforce Wonen en Zorg ingezet
voor deze doelgroep? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Is het waar dat gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders gezamenlijk afspraken
moeten maken over wonen en begeleiding voor mensen die uitstromen uit opvang en beschermd
wonen? Wie houdt er toezicht op dat deze afspraken ook daadwerkelijk gemaakt worden?
Wat zijn de redenen als deze afspraken niet gemaakt worden of ontoereikend zijn?
Vraag 8
Wie neemt iemand bij de hand als een verhuizing noodzakelijk is? Wie is voor de persoon
in kwestie en voor familie het eerste aanspreekpunt?
Vraag 9
Deelt u de mening dat een zorgorganisatie nooit iemand kan laten uitstromen als er
geen andere huisvesting beschikbaar is? Hoe wordt voorkomen dat mensen tussen wal
en schip vallen en dakloos worden?
Vraag 10
Deelt u het standpunt dat de «kostendelersnorm» problemen geeft bij opvang door familie
en dat deze voor specifieke doelgroepen herzien zou moeten worden? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 11
Wat vindt u ervan als vanwege een opname in een GGZ-kliniek en een huurachterstand
de huur opgezegd wordt door een woningcorporatie? (RTV Utrecht, 22 oktober 2020) Waar
kan iemand terecht als de behandeling is afgerond, er lange wachtlijsten zijn voor
een huurwoning en de daklozenopvang overvol is?
Vraag 12
Bent u bereid artikel 13, lid1a, Participatiewet, waarin staat dat wie rechtens zijn
vrijheid is ontnomen geen recht op algemene bijstand heeft, aan te passen in die zin
dat dit artikel alleen geldt voor gedetineerden en niet voor het verlenen van algemene
bijstand aan GGZ-patiënten die gedwongen in de GGZ worden opgenomen?
Vraag 13
Is het u bekend dat de wettelijke mogelijkheid in artikel 13, lid 3, Participatiewet,
om gedurende de gedwongen opname bijzondere bijstand voor de vaste lasten uit te keren
aan gedwongen opgenomen ggz-patiënten, door de 355 gemeenten overwegend niet of niet
systematisch wordt benut, in de uitvoering ook zeer omslachtig is en frequent tot
dakloosheid leidt voor mensen die gedwongen in de GGZ opgenomen zijn geweest? Wat
gaat u hieraan doen?
Vraag 14
Hebt u kennis genomen van het rapport van Andersson Elffers Felix (AEF) waarin het
volgende wordt bepleit: «Oplossing: neem als gemeente het voortouw om een «waakvlamfunctie»
in te richten. Stem met woningcorporaties en zorg- en welzijnsorganisaties af hoe
deze waakvlam eruitziet en wie daarin welke rol heeft. Leer daarin ook van ervaringen
van andere gemeenten». Gaat u deze aanbeveling overnemen? Kunt u uw antwoord toelichten?