Vragen van de leden De Groot en Diertens (beiden D66) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het artikel «Eerste besmetting met westnijlvirus in Nederland» (ingezonden 16 oktober 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat er voor het eerst iemand het westnijlvirus in Nederland heeft opgelopen?1

Vraag 2

Kunt u een inschatting maken van het te verwachten aantal nieuwe gevallen van het westnijlvirus in het «muggenseizoen» volgend jaar?

Vraag 3

Welke voorbereidingen worden er getroffen om het aantal muggen die mogelijk drager zijn van het westnijlvirus, in te dammen?

Vraag 4

Herinnert u zich de antwoorden op de eerder gestelde vragen en de vervolgvragen over het artikel «Experts luiden de noodklok over falende aanpak tijgermug»?2

Vraag 5

Heeft u inmiddels kennisgenomen van de brandbrief waarin de noodklok geluid wordt over de aanpak van de tijgermug? Zo ja, wat is er tot op heden gedaan met het dringende geluid om over te gaan op een hardere aanpak?

Vraag 6

Zijn er in de afgelopen drie jaar exotische muggensoorten getraceerd door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)? Zo ja, om hoeveel muggen gaat het hier gespecificeerd naar exotisch relevante muggen voor de volksgezondheid? Op welke manier zijn deze bestreden? Welke maatregelen heeft het NVWA opgelegd om verspreiding tegen te gaan?

Vraag 7

Bent u van mening dat er voldoende wordt gedaan om muggen te bestrijden? Zo ja, hoe kan het dan toch dat er mensen ziek worden? Zo nee, wat is er volgens u nodig om bestrijding voortvarend in te zetten?


X Noot
1

AD, 15 oktober 2020, «Eerste besmetting met westnijlvirus in Nederland» (https://www.ad.nl/binnenland/eerste-besmetting-met-westnijlvirus-in-nederland~af4671d9/).

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1855.

Naar boven