XCIX Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften

B VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN M.K. EN M.K. TE R. 2 BETREFFENDE UITSTEL VAN BETALING VOOR EEN BELASTINGSCHULD

Vastgesteld 2 oktober 2012

Klacht

Verzoekers zijn van mening dat de belastingdienst hen ten onrechte geen uitstel van betaling heeft verleend van aanslagen in de inkomstenbelasting over de jaren 2008 tot en met 2010, terwijl zij nu niet tot betaling in staat zijn, dat echter wel in de toekomst zullen zijn en ook zekerheid kunnen stellen.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoekers zullen beiden bij het bereiken van een bepaalde leeftijd een uitkering ontvangen op grond van lijfrentepolissen die door hun grootouders zijn afgesloten. Deze lijfrentepolissen werden en worden nu echter in de vermogensrendementsheffing voor de inkomstenbelasting betrokken, waardoor zij reeds over de jaren 2008 tot en met 2010 aanslagen in de inkomstenbelasting hebben ontvangen tot een aanzienlijk bedrag. Zij hebben uitstel van betaling verzocht voor aanvankelijk vijf, later drie jaren, omdat zij zich op dat moment niet in staat achtten de aanslagen te voldoen en hebben daarbij aangeboden zekerheid te stellen door de betreffende polissen in onderpand te geven.

De belastingdienst is hiermee, ook in beroep, niet akkoord gegaan, omdat het een moeilijk uit te winnen zekerheid zou zijn, daar het in het buitenland afgesloten polissen betreft. Bovendien zou het uitstel van betaling een te lange termijn beslaan, in een van beide gevallen zelfs tien jaar. Daarnaast heeft de belastingdienst aangevoerd dat er kennelijk wel enige betalingscapaciteit aanwezig is gelet op enige regelmatige inkomsten die betalingscapaciteit genereren en de aanschaf van een auto.

Overwegingen

Uitwinning van een zekerheid in het buitenland is geen eenvoudige uitwinning. Reeds om die reden is het niet onredelijk van de belastingdienst om verpanding van de polissen niet als zekerheid te aanvaarden. Verzoekers stellen dat echter geen andere zekerheidsvormen voorhanden zijn in hun geval. Dat is twijfelachtig. Zo zou een bankgarantie van een internationaal opererende bank wellicht een oplossing kunnen bieden.

Dat het uistel van betaling een te lange termijn zou beslaan is terecht door de belastingdienst aangevoerd. Verzoekers hebben echter gevraagd om het uitstel vooralsnog voor drie jaren toe te staan en dan opnieuw hun betalingscapaciteit te onderzoeken. Dit zou echter, theoretisch, wel degelijk kunnen leiden tot langdurig uitstel.

Verzoekers hebben onvoldoende aangetoond dat hun huidige betalingscapaciteit hen in het geheel niet in staat stelt de aanslagen geheel of gedeeltelijk te voldoen.

Oordeel van de commissie3

Niet is gebleken dat verzoekers door de belastingdienst onjuist of onzorgvuldig zijn behandeld.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Van Strien

De griffier van de commissie, Van Dijk


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: R.R. Ganzevoort (GL), W.H. Huijbregts-Schiedon (VVD), A.C. Quik-Schuijt (SP), .J.M. Schouwenaar (VVD), G.A.Van Strien, (voorzitter) (PVV), J.G. Vlietstra (PvdA) en G. de Vries-Leggedoor (CDA).

Naar boven