Klacht
Verzoeker klaagt dat hij door een wijziging van de regelgeving zijn nieuwe auto alleen in Nederland kan invoeren en gebruiken
als hij deze technisch heeft aangepast.
Feiten
Verzoeker is voor zijn werk uitgezonden naar Curaçao. In januari 2009 is hem een personenauto geleverd die voldeed aan de
op dat moment geldende voorwaarden voor invoer in Nederland. Met ingang van 1 januari 2010 is de regelgeving aangepast waardoor
een emissiebestrijdingssysteem voor een auto moet bestaan uit een katalysator en lamdasonde; aan deze voorwaarde voldeed de
auto niet. De herziene regeling bevat geen overgangsbepalingen. Verzoeker heeft zijn auto in juni 2010 verkocht vlak voor
zijn terugkeer naar Nederland omdat de vereiste technische aanpassing van de auto niet mogelijk zou zijn.
Overwegingen
Verzoeker voert aan dat hij pas in september 2009 vernam dat auto’s moeten voldoen aan de eis van katalysator en lamdasonde.
Omdat de technische aanpassing van zijn auto onmogelijk was en hij daarom de kans dat hij de auto in Nederland zou kunnen
gebruiken, niet groot achtte, heeft hij zijn auto verkocht waardoor hij schade heeft geleden.
De minister stelt zich op het standpunt dat de auto pas in Nederland mag worden gebruikt na afgifte van het kentekenbewijs
door de Rijksdienst Wegverkeer (RDW). Deze moet onderzoeken of de auto voldoet aan de eisen vastgelegd in de Regeling voertuigen
die met ingang van 1 januari 2010 is gewijzigd. De RDW heeft slechts inlichtingen verstrekt over de inhoud van de regeling
maar het voertuig niet beoordeeld omdat verzoeker de auto heeft verkocht en niet ingevoerd in Nederland.
Oordeel van de commissie3
De minister kan worden gevolgd in haar standpunt omdat de Regeling voertuigen voor iedereen geldt en geen overgangsregeling
kent. Het beroep van verzoeker op het vertrouwensbeginsel door de inlichtingen die de RDW hem heeft verstrekt, gaat niet op
omdat deze inlichtingen alleen de uitleg van de inhoud van de wettelijke eisen betroffen. Hierdoor kunnen geen verwachtingen
zijn gewekt die moeten worden gehonoreerd. Dat verzoeker op grond van de regeling zijn auto vóór invoer in Nederland heeft
verkocht, is voor zijn eigen risico.
De commissie is van oordeel dat de minister van Infrastructuur en Milieu te laat inlichtingen heeft verstrekt waardoor de
afdoening van dit verzoekschrift teveel tijd heeft genomen.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Van Strien
De griffier van de commissie,
De Gier