36 434 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 4 VERSLAG OVER HET BURGERINITIATIEF «NICOTINEE»

Vastgesteld 27 juni 2024

Inleiding

Dit verslag bevat de beoordeling van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven (hierna: de commissie) van de ontvankelijkheid van het burgerinitiatief Nicotinee. Achtereenvolgens wordt ingegaan op het burgerinitiatief, de ontvankelijkheid, het oordeel van de commissie en tot slot het voorstel van de commissie aan de Kamer. Het voorstel van het burgerinitiatief is bijgevoegd.

Het burgerinitiatief

Het burgerinitiatief Nicotinee is op 28 mei 2024 aangeboden aan de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven. De vijf initiatiefnemers zijn bestuurders van respectievelijk Rookpreventie Jeugd, Gezondheidskloof.nl, Longartsenvereniging NVALT, Internistenvereniging NIV en ConsumentenClaim.

Dit burgerinitiatief bestaat uit twee delen: een verkoopverbod voor alle nicotinehoudende producten gekoppeld aan het geboortejaar en een nieuw op te richten toezichthouder.

Het voorstel van de initiatiefnemers is om:

  • De verkoop van alle nicotinehoudende producten aan consumenten geboren na 1-1-2012 te verbieden. Dit heeft tot gevolg dat vanaf 2030 de leeftijdsgrens voor verkoop van nicotinehoudende producten elk jaar met één jaar omhooggaat, waarmee de eerste nicotinevrije generatie wordt bereikt;

  • Zo snel mogelijk een nieuwe toezichthouder in het leven te roepen die zich specifiek richt op de naleving van het verbod om nicotinehoudende producten te verkopen aan consumenten onder de 18 jaar en vanaf 2030 aan consumenten geboren na 1-1-2012. Het toezicht dient zich zowel te richten op fysieke verkoop als op onlineverkoop;

  • Hiervoor wettelijke maatregelen in te voeren en de Tabaks- en rookwarenwet aan te passen.1

Ontvankelijkheid

De commissie heeft onderzocht of het burgerinitiatief voldoet aan de daaraan door de Kamer gestelde procedurele en inhoudelijke vereisten. De vereisten staan vermeld in artikel 4 van het reglement van de commissie.2 De belangrijkste procedurele vereisten gaan over de aangeleverde steunbetuigingen. Voor de inhoudelijke beoordeling kijkt de commissie met name naar het zogenaamde tweejaarscriterium. Dit houdt in dat een burgerinitiatief niet betrekking kan hebben op een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor de indiening van het burgerinitiatief door de Kamer een besluit is genomen, tenzij er voldoende concrete nieuwe feiten en omstandigheden zijn die de Kamer bij de eerdere besluitvorming niet bekend waren (artikel 4, derde lid, onder c, van het reglement).

Ten aanzien van de steunbetuigingen constateert de commissie dat het burgerinitiatief is voorzien van de minimaal vereiste 40.000 steunbetuigingen: in totaal zijn er 45.038 steunbetuigingen aangeleverd. Deze zijn via digitale weg verzameld en met behulp van e-mailverificatie. De steunbetuigingen zijn door middel van een aselecte steekproef gecontroleerd.

Voor de inhoudelijke beoordeling van het burgerinitiatief heeft de commissie advies gevraagd aan de griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Ten aanzien van het tweejaarscriterium constateert de commissie dat het beschermen van jongeren tegen nicotinehoudende producten in algemene zin regelmatig aan de orde komt in de Tweede Kamer, ook in besluitvormende zin. Over specifiek de voorstellen van het burgerinitiatief merkt de commissie op dat er de afgelopen twee jaar in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport enkele keren is gesproken over het eerste voorstel namelijk het invoeren van een generatiegebonden verkoopverbod / leeftijdsgrens naar Nieuw-Zeelands voorbeeld. Zij is in haar onderzoek ook één besluit van de Tweede Kamer hierover tegengekomen. Op 7 juli 2022 heeft de Kamer gestemd over de motie van het lid Kuzu c.s. (Kamerstuk 32 793, nr. 623) de regering wordt verzocht om, naar het voorbeeld van Nieuw-Zeeland, wetgeving voor te bereiden die het voor iedereen die in 2010 of later is geboren verbiedt om tabaksproducten te kopen vanaf het moment dat zij 18 jaar zijn geworden. De motie is niet aangenomen. Het voorstel van het burgerinitiatief om de verkoop van alle nicotinehoudende producten te koppelen aan het geboortejaar vertoont enige gelijkenis met de strekking van deze motie, maar de initiatiefnemers streven een breder verbod na, niet beperkt tot tabaks-, maar voor alle nicotinehoudende producten. Het tweede voorstel om een aparte, nieuw op te richten toezichthouder, die veel zwaarder op het huidige en voorgestelde verkoopverbod gaat controleren is niet (specifiek) in besluitvormende zin aan de orde geweest in de afgelopen twee jaar.

Over de andere in artikel 4, derde lid, van het reglement vermelde inhoudelijke vereisten (onderdelen a, b, d en e) heeft de commissie geen opmerkingen.

Oordeel van de commissie

Op basis van haar onderzoek is de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven van oordeel dat wordt voldaan aan de procedurele en inhoudelijke vereisten voor een burgerinitiatief. De commissie wijst de Kamer erop dat een motie in stemming is gebracht waarvan de strekking deels overeenkomt met het eerste voorstel van het burgerinitiatief. In de weging over deze motie heeft de commissie het gegeven dat de strekking van het eerste voorstel in het burgerinitiatief breder is dan de strekking van de motie de doorslag laten geven. Over het tweede voorstel van het burgerinitiatief is geen uitspraak van een Kamermeerderheid in de vorm van een motie of anderszins.

De commissie is daarom van oordeel dat het burgerinitiatief Nicotinee ontvankelijk kan worden verklaard.

Voorstel aan de Kamer

De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven stelt de Kamer voor het burgerinitiatief Nicotinee in behandeling te nemen en in handen te stellen van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De fungerend voorzitter van de commissie, White

De griffier van de commissie, Konings


X Noot
1

Uit: «Burgerinitiatief Nicotinee».

X Noot
2

Artikel 4: Vereisten burgerinitiatief

  • 1. Een burgerinitiatief kan slechts worden ingediend of ondersteund door natuurlijke personen die gerechtigd zijn tot verkiezing van de leden van de Tweede Kamer.

  • 2. Een burgerinitiatief dient te zijn ondertekend door de initiatiefnemers, en ten minste te bevatten: a. de naam, geboortedatum en nationaliteit, en het adres van de initiatiefnemers; b. een bijlage waaruit blijkt dat ten minste 40.000 andere personen in het jaar voorafgaand aan de datum waarop het burgerinitiatief door de commissie ontvangen is hun steun aan het voorstel hebben gegeven onder vermelding van hun naam, adres, geboortedatum en nationaliteit, alsmede de datum waarop zij hun steun hebben gegeven; en c. een nauwkeurige omschrijving en motivering van het voorstel aan de Kamer om een onderwerp te behandelen.

  • 3. Een burgerinitiatief kan niet betrekking hebben op: a. een aangelegenheid van een decentrale overheid; b. een vraag over, klacht over, of bezwaar tegen het regeringsbeleid; c. een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor de indiening van het burgerinitiatief door de Kamer een besluit is genomen, tenzij er voldoende concrete nieuwe feiten en omstandigheden zijn die de Kamer bij de eerdere besluitvorming niet bekend waren; d. belastingen en begrotingen; e. zaken die in strijd zijn met de Grondwet of de goede zeden.

Naar boven