De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op basis van het advies van de commissie-Thodé eind 2023, bij de
begroting van SZW, is besloten om het minimumloon en de onderstand op de BES-eilanden
in 2024 te laten stijgen in twee tranches;
constaterende dat de eerste tranche heeft plaatsgevonden in januari 2024 en de tweede
tranche zal worden doorgevoerd per juli 2024;
constaterende dat de Minister van SZW jaarlijks, voor de behandeling van de begroting
van SZW, inzicht geeft in de inkomenseffecten van deze maatregel;
van mening dat de verhoging gerechtvaardigd is om ervoor te zorgen dat iedereen op
de BES-eilanden een menswaardig bestaan kan leiden en er tegelijkertijd moet worden
geborgd dat dit niet ten koste gaat van een stabiele en gezonde economie waar het
mkb een belangrijk onderdeel van is;
overwegende dat veel kleine, lokale mkb-ondernemingen aangeven dat de compensaties
die zij krijgen voor de gestegen loonkosten onvoldoende zijn, wat kan leiden tot ontslagen
dan wel faillissementen;
overwegende dat Economisch Bureau Amsterdam en het CBS over ondernemerschap relevant
onderzoek hebben gedaan;
verzoekt de regering om te onderzoeken wat het effect is van de verhoging van het
minimumloon op kleine, lokale mkb-ondernemers en op het vestigingsklimaat op de BES,
en hierbij ook de hoogte van de compensatie te betrekken, en de Kamer kort na de zomer
over de resultaten van het onderzoek te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Michon-Derkzen
Tuinman
White
Bruyning
Van Haasen