36 387 Wijziging van de Omgevingswet en de Gaswet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele bepalingen in te voegen in de Omgevingswet en de Gaswet met het oog op een adequaat instrumentarium voor het realiseren van de warmtetransitie in de gebouwde omgeving;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gaswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «in werking te hebben» vervangen door «te beheren».

2. Onder vernummering van het negende tot en met dertiende lid tot tiende tot en met veertiende lid wordt na het achtste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 9. Het zesde lid is niet van toepassing in een gebied waarin in een omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet het gebruik van gas is uitgesloten als warmtevoorziening van gebouwen en, voor zover op dezelfde locatie milieubelastende activiteiten worden verricht, de energievoorziening voor milieubelastende activiteiten:

    • a. voor zover het aansluitingen of verzoeken om aansluitingen betreft die behoren bij een onroerende zaak waarvoor de uitsluiting van het gebruik van gas ingevolge dat omgevingsplan geldt, en

    • b. vanaf het moment dat de uitsluiting van het gebruik van gas ingevolge dat omgevingsplan geldt of vanaf zes maanden na dit moment voor aansluitingen die behoren bij door het college van burgemeester en wethouders aangewezen onroerende zaken waarvoor het zesde lid langer van toepassing moet zijn.

3. Het tiende lid (nieuw) komt te luiden:

  • 10. De Autoriteit Consument en Markt houdt een openbaar register bij van de gebieden waarover een besluit is genomen als bedoeld in het zevende lid, onderdeel a of b, waarover een besluit is genomen als bedoeld in het negende lid, en die krachtens artikel 12b, eerste lid, onderdeel f, zijn uitgezonderd. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de in het register te vermelden gegevens.

B

Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op verzoeken om transport van gas dat wordt ingevoed of afgeleverd via een aansluiting waarvoor ingevolge artikel 10, negende lid, de taak, bedoeld in artikel 10, zesde lid, niet van toepassing is.

C

Aan paragraaf 5.7 wordt een artikel toegevoegd:

Artikel 62a

Artikel 62 is niet van toepassing indien met het oog op verduurzaming van de warmtevoorziening van gebouwen in een omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet regels worden gesteld die in een gebied het gebruik van gas uitsluiten als warmtevoorziening van gebouwen en, indien op dezelfde locatie milieubelastende activiteiten worden verricht, de energievoorziening voor deze milieubelastende activiteiten, met uitzondering van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën van gebouwen of milieubelastende activiteiten die van belang zijn voor de leveringszekerheid van de energievoorziening.

D

Artikel 81b wordt als volgt gewijzigd:

Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • i. de geschatte kosten voor de opbouw van een voorziening voor het verwijderen van aansluitingen en andere permanent buiten gebruik gestelde onderdelen van het gastransportnet, voor zover de Autoriteit Consument en Markt het opbouwen van zo’n voorziening gepast acht en deze kosten doelmatig zijn.

ARTIKEL II

De Omgevingswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2.25, derde lid, onder c, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel 6° door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 7°. als bedoeld in artikel 4.7, derde lid, voor zover deze betrekking hebben op maatwerkregels.

B

Aan artikel 3.6 wordt een lid [waarvan de nummering aansluit op het laatste lid van dit artikel] toegevoegd, luidende:

  • #. Het college van burgemeester en wethouders stelt een warmteprogramma vast, gericht op de verduurzaming van de warmtevoorziening van bestaande gebouwen en, voor zover op dezelfde locatie milieubelastende activiteiten worden verricht, de energievoorziening voor die milieubelastende activiteiten.

C

Aan artikel 4.21, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel d door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. de verduurzaming van de energievoorziening van gebouwen is gewaarborgd.

D

In artikel 20.2, zevende lid, wordt na «bestuursorganen» ingevoegd «of rechtspersonen die daarover op grond van een wettelijke taak beschikken».

E

In afdeling 20.1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 20.7a (verzamelen en verstrekken vertrouwelijke gegevens)

De op grond van artikel 20.2, zevende lid, of artikel 20.6, eerste lid, te verzamelen of verstrekken gegevens kunnen voor de verduurzaming van de energievoorziening van gebouwen betrekking hebben op:

  • a. de naam en het adres van de eigenaar van een onroerende zaak of de gerechtigde tot een appartementsrecht, als dat niet ook de bewoner of gebruiker is, volgens de basisregistratie kadaster, en

  • b. de aansluiting en toekomstige aansluiting van een gebouw op een energievoorziening als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onder a en b, van de Gaswet, artikel 23, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet.

ARTIKEL III

A

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juni 2023 ingediende voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (36 378) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van deze wet in werking treedt of is getreden, wordt artikel 3.42 van die wet als volgt gewijzigd:

a. In het opschrift wordt na «met beperking» ingevoegd «of afbouw».

b. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Artikel 3.40, eerste lid, en artikel 3.41, eerste lid, zijn niet van toepassing en de transmissie- of distributiesysteembeheerder beëindigt aansluitovereenkomsten in een gebied waarin in een omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet het gebruik van gas is uitgesloten als warmtevoorziening van gebouwen en, voor zover op dezelfde locatie milieubelastende activiteiten worden verricht, de energievoorziening voor milieubelastende activiteiten:

    • a. voor zover het aansluitingen of verzoeken om aansluitingen betreft die behoren bij een onroerende zaak waarvoor de uitsluiting van het gebruik van gas ingevolge dat omgevingsplan geldt, en

    • b. vanaf het moment dat de uitsluiting van het gebruik van gas ingevolge dat omgevingsplan geldt of vanaf zes maanden na dit moment voor aansluitingen die behoren bij door het college van burgemeester en wethouders aangewezen onroerende zaken waarvoor het zesde lid langer van toepassing moet zijn.

c. Het vijfde lid, onderdeel a, (nieuw) komt te luiden:

  • a. gebieden waarvoor een besluit als bedoeld in het eerste of tweede lid geldt;.

d. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 6. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de melding, bedoeld in het derde en vierde lid, en de in het register, bedoeld in het vijfde lid, te vermelden gegevens.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juni 2023 ingediende voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (36 378) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel B, van deze wet in werking treedt of is getreden, wordt aan artikel 3.47 van die wet een zevende lid toegevoegd:

  • 7. Het eerste lid is niet van toepassing op verzoeken om transport van gas dat wordt ingevoed of afgeleverd via een aansluiting waarvoor ingevolge artikel 3.42, tweede lid, de tak, bedoeld in artikel 3.40 eerste lid, en artikel 3.41, eerste lid, niet van toepassing is en de transmissie- of distributiesysteembeheerder beëindigt transportovereenkomsten voor dat transport.

3. Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juni 2023 ingediende voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (36 378) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel C, van deze wet in werking treedt of is getreden, wordt na artikel 6.8 van die wet een artikel toegevoegd:

Artikel 6.8a

Artikel 6.8 is niet van toepassing indien het oog op verduurzaming van de warmtevoorziening van gebouwen in een omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet regels worden gesteld die in een gebied het gebruik van gas uitsluiten als warmtevoorziening van gebouwen en, indien op dezelfde locatie milieubelastende activiteiten worden verricht, de energievoorziening voor deze milieubelastende activiteiten, met uitzondering van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën van gebouwen of milieubelastende activiteiten die van belang zijn voor de leveringszekerheid van de energievoorziening.

4. Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juni 2023 ingediende voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (36 378) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel D, van deze wet in werking treedt of is getreden, wordt aan artikel 3.109, derde lid, van die wet onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. de geschatte kosten voor de opbouw van een voorziening voor het verwijderen van aansluitingen en andere permanent buiten gebruik te stellen onderdelen van het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee geen rekening is gehouden bij de vaststelling van het methodebesluit, voor zover deze kosten efficiënt zijn.

B

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juni 2023 ingediende voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (36 378):

a. eerder tot wet is of wordt verheven en artikel II, onderdeel D, van deze wet in werking treedt of is getreden, wordt artikel II, onderdeel E, van deze wet als volgt gewijzigd:

Onderdeel E komt te luiden:

In afdeling 20.1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 20.7a (verstrekken vertrouwelijke gegevens)

De op grond van artikel 20.2, zevende lid, of artikel 20.6, eerste lid, te verzamelen of verstrekken gegevens kunnen voor de verduurzaming van de energievoorziening van gebouwen betrekking hebben op:

  • a. de naam en het adres van de eigenaar van een onroerende zaak of de gerechtigde tot een appartementsrecht, als dat niet ook de bewoner of gebruiker is, volgens de basisregistratie kadaster, en

  • b. de aansluiting en toekomstige aansluiting van een gebouw op een energievoorziening als bedoeld in artikel 3.41 van de Energiewet of artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet.

b. later tot wet is of wordt verheven en artikel II, onderdeel D, van deze wet in werking treedt of is getreden, wordt artikel 20.7a van de Omgevingswet als volgt gewijzigd:

In onderdeel b wordt «artikel 10, zesde lid, onder a en b, van de Gaswet, artikel 23, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998» vervangen door «artikel 3.41 van de Energiewet».

ARTIKEL IV

Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL VI

Deze wet wordt aangehaald als: Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

De Minister voor Klimaat en Energie,

Naar boven