36 220 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2022 (Negende incidentele suppletoire begroting inzake tijdelijk prijsplafond energie voor kleinverbruikers)

Nr. 9 MOTIE VAN HET LID OMTZIGT

Voorgesteld 30 november 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat artikel 1 van de Grondwet stelt: «Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.»;

constaterende dat artikel 20, lid 3 van de Grondwet luidt: «Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege.»;

constaterende dat de regering meer dan 3 miljard euro uitgeeft aan een prijsplafond voor november en december 2022 en meer dan 11 miljard euro voor een prijsplafond in 2023 en dat via een ministeriele regeling doet, die niet door de Kamer gewijzigd kan worden en die niet extern getoetst wordt op grondwettelijkheid;

constaterende dat er groepen mensen zijn die door bijvoorbeeld een gedeelde aansluiting geen recht lijken te krijgen op het prijsplafond, terwijl zij er voor hun bestaanszekerheid wel van afhankelijk zijn;

verzoekt de regering beide regelingen formeel te (laten) toetsen aan de Grondwet en dan specifiek artikel 1 en artikel 20 van de Grondwet, en de Kamer hierover binnen tien dagen te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Omtzigt

Naar boven