36 200 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023

J GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID KARIMI C.S. TER VERVANGING VAN DE MOTIE GEPUBLICEERD ONDER DE LETTER E

Voorgesteld 27 juni 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Artikel 90 van de Grondwet de regering verplicht om de internationale rechtsorde te bevorderen;

van mening dat ernstige en systematische schendingen van de mensenrechten door staten en misdaden tegen de menselijkheid aanzienlijke schendingen van de internationale rechtsorde zijn;

constaterende dat het regime van de Islamitische Republiek Iran sinds haar oprichting in 1979 voortdurend, systematisch, grootschalig en ernstig de mensenrechten schendt, met inbegrip van de rechten van kinderen, vrouwen en etnische en religieuze minderheden;

van mening dat een proactief beleid van de Nederlandse regering nodig is om internationaal strafrechtelijke vervolging mogelijk te maken, verzoekt de regering;

om de mogelijkheden die het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie ICERD biedt te benutten, om het Iraanse regime – dat verantwoordelijk is voor ernstige, systematische en voortdurende schendingen van de rechten van etnische en religieuze minderheden, vrouwen, meisjes en misdaden tegen de menselijkheid – aansprakelijk te stellen, en de Kamer hieromtrent in te lichten,

en verzoekt voorts de regering om de Kamer regelmatig te informeren over de voortgang en bevindingen van de VN Fact Finding Mission on Iran, en over de acties die de Nederlandse regering naar aanleiding van die bevindingen onderneemt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karimi

Nanninga

Van Apeldoorn

Dittrich

Huizinga-Heringa

Koffeman

Perin-Gopie

Van der Goot

Van Dijk

Naar boven