36 200 L Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2023

F BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2023

Met deze brief informeren wij uw Kamer over de uitkomst van de derde indieningsronde van het Nationaal Groeifonds.

Het Nationaal Groeifonds heeft als doel om ons duurzaam verdienvermogen te versterken. Duurzaam verdienvermogen is gedefineerd als het bruto binnenlands product dat Nederland op de lange termijn op structurele basis kan genereren, met oog voor een economische, sociale en milieuvriendelijke duurzame toekomst voor de aarde en voor huidige en toekomstige generaties. Deze economische groei moet zorgen voor toekomstige brede welvaart in de vorm van meer bestedingen en de ruimte bieden om te investeren in sociale vooruitgang, een goede kwaliteit van de leefomgeving en maatregelen die klimaatverandering tegengaan.

Vanuit het Nationaal Groeifonds worden grootschalige investeringen gedaan op het gebied van kennisontwikkeling en onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I). Er is 20 miljard euro beschikbaar voor de periode 2021–2025. Voor de derde ronde is in beginsel 4 miljard euro beschikbaar.

In deze brief gaan wij achtereenvolgens in op het advies van de Adviescommissie Nationaal Groeifonds (hierna: de adviescommissie) over de derde indieningsronde en het besluit van het kabinet. Verder informeren wij u over het advies van de adviescommissie over de reservering van het reeds lopende project Quantum Delta. Ook gaan wij in op de uitvoering van relevante moties en toezeggingen en geven we een vooruitblik op de volgende ronde van het Nationaal Groeifonds.

Advies derde ronde

De adviescommissie heeft op 16 juni jl. advies aan ons uitgebracht over de beoordeelde voorstellen. Naast de voorstellen die zijn ingediend door de departementen, stond deze keer ook een rechtstreekse indieningsmogelijkheid open voor iedereen met een voorstel passend binnen de doelen en kaders van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds.1

In totaal zijn 47 voorstellen ingediend waarvan 27 voorstellen door departementen en 20 subsidieaanvragen.2 Hiervan zijn 39 voorstellen aan de adviescommissie voorgelegd. Er zijn 8 subsidieaanvragen niet voorgelegd aan de adviescommissie voor advies. Deze voldeden niet aan de eisen en criteria van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds waarop de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) toetst, waardoor een advies van de adviescommissie niet nodig is.

De adviescommissie heeft de departementale voorstellen getoetst op basis van de Bestuurlijke Afspraken Nationaal Groeifonds3 en heeft over de subsidieaanvragen geadviseerd op basis van eerder genoemde subsidieregeling. Voor de beoordeling van voorstellen maakt de adviescommissie gebruik van het vooraf gepubliceerde analysekader.4

De adviescommissie heeft, net als in eerdere ronden, per voorstel een advies gegeven. Voor subsidieaanvragen is er sprake van een advies tot toekenning of afwijzing van de subsidie. Bij departementale voorstellen, zijn de volgende adviezen mogelijk:

  • advies om toe te kennen;

  • advies om voorwaardelijk toe te kennen. Het voorstel moeten aan nadere voorwaarden voldoen om de middelen alsnog beschikbaar te krijgen;

  • advies om een reservering te maken. Het voorstel moet beter uitgewerkt of aangepast worden, waarna dit opnieuw beoordeeld wordt;

  • advies om geen middelen toe te kennen dan wel te reserveren.

In totaal zijn in deze ronde 18 voorstellen positief beoordeeld (16 departementale voorstellen en 2 subsidieaanvragen). Dat wil zeggen dat geadviseerd is om aan deze voorstellen middelen toe te kennen, onder voorwaarden toe te kennen of een bedrag te reserveren.

Het advies is om daarmee in totaal maximaal 524 miljoen euro toe te kennen, een bedrag van 1.574 miljoen euro toe te kennen onder voorwaarden en reserveringen te doen voor in totaal 1.903 miljoen euro. In tabel 1 staan de bedragen verdeeld per pijler en per indieningsroute.

In bijlage 1 treft u de (voorwaardelijk) toegekende bedragen en reserveringen aan per voorstel en wordt een korte beschrijving van de voorstellen gegeven. In een aparte bijlage vindt u daarnaast het volledige advies van de adviescommissie, waarin de voorstellen uitgebreid worden toegelicht. Ook het advies van het Centraal Planbureau en die van andere externe experts, die door de adviescommissie zijn meegenomen in de beoordeling, zijn opgenomen als bijlagen.

Tabel 1 Bedrag per indieningsroute en per pijler (in miljoenen euro)1

Route

Pijler

Ingediend2

Positief advies

Advies toekenning

Advies voorwaardelijke toekenning

Advies reservering

Departementaal

O&O&I

4.787

2.431

235

899

1.298

Kennisontwikkeling

1.792

1.402

121

676

605

Subsidie

O&O&I

1.408

168

168

0

0

Totaal

 

7.987

4.001

524

1.574

1.903

X Noot
1

De bedragen in deze tabel zijn afgerond op miljoenen. In bijlage 1 staan de exacte bedragen die gehanteerd worden.

X Noot
2

De bedragen hebben betrekking op de projecten die zijn voorgelegd aan de adviescommissie.

Besluit kabinet

Het advies van de onafhankelijke adviescommissie is zwaarwegend en leidend in ons besluit. Het kabinet doet geen aanvullende inhoudelijke toets op de voorstellen, maar controleert of de voorgedragen voorstellen niet in strijd zijn met het kabinetsbeleid en of er voldoende budget beschikbaar is.

Het kabinet heeft besloten om het advies van de adviescommissie over de departementale voorstellen in zijn volledigheid over te nemen. Dit besluit betekent concreet dat er maximaal 1.930,5 miljoen euro aan middelen (voorwaardelijk) wordt toegekend. Daarnaast wordt er 1.902,6 miljoen euro gereserveerd voor voorstellen die nog nadere uitwerking behoeven.

Het besluit over de subsidieaanvragen zal door de Minister van Economische Zaken en Klimaat worden genomen. Het voornemen is om het advies over de projecten die negatief zijn beoordeeld over te nemen. Aan projecten waarover de adviescommissie positief heeft geadviseerd zal ten hoogste 168,1 miljoen euro aan subsidie worden toegekend. Het besluit over deze projecten volgt pas nadat duidelijk is op welk bedrag de aanvragers daadwerkelijk aanspraak hebben. Dit kan lager zijn dan de gevraagde bijdrage, onder andere omdat er kosten kunnen zijn opgenomen die niet subsidiabel zijn of die niet voldoen aan de staatsteunregels. Ook andere adviezen ter waarborging van de uitvoerbaarheid van de projecten, op basis van het advies van de adviescommissie, worden door de Minister ter harte genomen.

In totaal heeft de adviescommissie over een totaalbedrag van 4.001,2 miljoen euro positief geadviseerd. Er is ruimte voor deze kleine budgettaire overschrijding, omdat tot nu toe het gemiddelde budgettair beslag per ronde minder is dan de gemiddeld beschikbare 4 miljard euro.7

Het kabinet is ervan overtuigd dat de projecten die door de adviescommissie positief zijn beoordeeld een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan het duurzame verdienvermogen van de Nederlandse economie en daarmee aan onze welvaart. Bovendien dragen deze projecten positief bij aan diverse grote maatschappelijke uitdagingen, zoals het bevorderen van duurzaamheid, de energietransitie, de digitale transitie, het versterken van onderwijs en de arbeidsmarkt.

Vervolgstappen na besluit

De uitkomst van de derde ronde zal worden verwerkt in de ontwerpbegroting van het Nationaal Groeifonds bij de Miljoenennota 2024. De toekenningen voor de departementale voorstellen zullen leiden tot overheveling van de middelen naar de begroting van het verantwoordelijke departement. Voor de voorwaardelijke toekenningen en reserveringen zullen aangepaste voorstellen worden ingediend. De adviescommissie zal vervolgens adviseren over het al dan niet definitief toewijzen van middelen.

Op basis van het advies van de adviescommissie zullen de fondsbeheerders en de ontvangende Minister voor elk departementaal project afspraken maken over de uitvoering, monitoring en evaluatie van het betreffende project. Tijdens de uitvoeringsfase van die projecten heeft de adviescommissie ook een monitoringstaak. Op basis van regelmatige rapportages zal de adviescommissie de voortgang van de projecten blijven volgen om te bewaken dat het geld effectief wordt besteed en de beoogde resultaten worden behaald.

Moties en toezeggingen

In bijlage 1 wordt, conform de motie Heinen8, ingegaan op de raakvlakken met de Groeistrategie van het kabinet. Over de motie De Jong c.s.9, die het kabinet vraagt in kaart te brengen met welk flankerend beleid de gehonoreerde voorstellen kunnen worden ondersteund, wordt uw Kamer dit najaar geïnformeerd.

Intellectueel Eigendom

Tijdens het debat met de Eerste Kamer op 14 juni 2022 is toegezegd is om in de verantwoording van de uitgaven ten laste van het Nationaal Groeifonds de omgang met intellectueel eigendom (IE) in het Nationaal Groeifonds op te nemen, met specifieke aandacht voor de balans tussen publiek toegankelijke IE en de noodzakelijkheid van bescherming.10 De adviescommissie kijkt – indien van toepassing – naar de afspraken die tussen de samenwerkende partijen binnen een voorstel zijn gemaakt over intellectueel eigendom. Het doel is daarbij is om een goede balans te vinden tussen het bereiken van publieke doelen en het behoud van private deelname en om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven.

De adviescommissie ziet ten algemene dat in projectvoorstellen IE-beleid vaak beter kan worden uitgewerkt, aangezien dit van belang is voor de beoordeling én een goede start van het project. De adviescommissie heeft hier bij de beoordeling van verschillende voorstellen in het rapport daarom aandacht aan besteed.

Bij de beoordeling in volgende ronden zal de adviescommissie meer aandacht besteden aan kennisborging binnen een consortium dat een project uitvoert, afwegingen tussen open data en bescherming van IE, en hoe en onder welke voorwaarden IE kan worden overgedragen tussen partijen binnen het consortium (en daarbuiten).

Kobalt- en nikkelvrije batterijen

Tijdens het debat met de Eerste Kamer op 4 april jl. hebben wij toegezegd om u te informeren over een voorstel in de derde ronde waarin specifiek wordt ingezet op de ontwikkeling van kobalt- en nikkelvrije batterijen.11 Het Material Independence and Circular Batteries voorstel streeft naar duurzamere batterijmaterialen en circulaire concepten in de Nederlandse batterijsector. Het richt zich specifiek op het realiseren van kobaltvrije kathodecapaciteit en het creëren van een kobalt- en nikkelvrije batterij op semi-industriële schaal. Alhoewel op korte termijn de groeiende mondiale vraag naar kobalt zal stijgen, zet dit programma in op alternatieven. Het doel is om Nederland minder afhankelijk te maken van schaarse en kritieke grondstoffen door circulaire ketens op te zetten en het gebruik van deze materialen en emissies te verminderen. De adviescommissie heeft een positief advies gegeven voor dit voorstel.

Besluitvorming Quantum Delta

De adviescommissie heeft op 16 juni jl. ook geadviseerd over een voorstel waarvoor een eerdere reservering is gemaakt. Dit advies is ook opgenomen als bijlage.

Voor QuantumDeltaNL is 333 miljoen euro gereserveerd. Het consortium heeft een verzoek om toekenning van een deel van deze reservering gedaan, omdat een kans om de huidige internationale samenwerking te versterken zich voordeed. Voor een deel hiervan (60,2 miljoen euro) is besloten tot een definitieve toekenning. Hiermee komt de totale bijdrage uit het Nationaal Groeifonds uit op 342,2 miljoen euro. Daarnaast staat er nog 272,8 miljoen euro gereserveerd voor een derde fase van het project.

Vooruitblik op volgende ronden

Parallel aan de uitvoering van de derde ronde, werken wij aan de uitwerking van vervolgrondes van het Nationaal Groeifonds. Na de zomer zal de voorlichting over de volgende ronde starten. Daarbij zal de aanvraagprocedure worden verbeterd op basis van de ervaringen met de uitvoering van het Nationaal Groeifonds tot nu toe.

Ten eerste zullen potentiële indieners vanaf de volgende ronde worden gevraagd om, voorafgaand aan het indienen van een definitief investeringsvoorstel voor het Nationaal Groeifonds, een vooraanmelding in te dienen bij RVO. Daarbij zullen zij worden gevraagd om hun voorstel op hoofdlijnen uit te werken en onder andere de bijdrage van het voorstel aan het duurzaam verdienvermogen te onderbouwen. Door middel van de vooraanmelding kunnen potentiële indieners vroegtijdig in het proces inzicht krijgen of het voorstel zou kunnen passen binnen het Nationaal Groeifonds. Ook kunnen zij suggesties krijgen om het voorstel te verbeteren ten behoeve van de definitieve indiening.

Ten tweede zal het vanaf de volgende ronde mogelijk zijn voor aanvragers om gedurende een ruimere openstellingsperiode een subsidieaanvraag in te dienen voor het Nationaal Groeifonds. Voor de departementale route zal daarbij worden gewerkt worden met twee deadlines voor indiening.

Tenslotte zal indieners meer tijd worden geboden om een voorstel voor te bereiden.

Potentiële belangstellenden kunnen een vooraanmelding voor de volgende ronde in het eerste kwartaal van 2024 aan RVO voorleggen. Na het zomerreces van 2024 kunnen subsidieaanvragen worden ingediend voor de vierde ronde. Voor de departementale route zullen de deadlines voor indiening 15 september 2024 en februari 2025 zijn. De advisering van de adviescommissie over de volgende ronde zal voorafgaand aan respectievelijk de Voorjaarsnota en Miljoenennota 2025 plaatsvinden.

Afsluitend

We willen de leden van de adviescommissie hartelijk bedanken voor hun inzet en de onafhankelijke en deskundige beoordeling van de investeringsvoorstellen. Dankzij de scherpe en onafhankelijke blik van de adviescommissie waarborgen we dat de projecten die worden gefinancierd vanuit het Nationaal Groeifonds daadwerkelijk de grootste kans hebben om maximaal bij te dragen aan het duurzame verdienvermogen van de Nederlandse economie.

Wij zien uit naar de resultaten van de gehonoreerde voorstellen en naar de volgende ronde.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Staatscourant 2022, 18250. Subsidieregeling Nationaal Groeifonds.

X Noot
2

Kamerstuk II 36 200 L, nr. 8.

X Noot
3

Kenmerk 2022D30906.

X Noot
7

Het totale positieve advies van de adviescommissie tot nu 11,8 miljard euro (op een budget van 12 miljard euro).

X Noot
8

Kamerstuk II 35 850 XIX, nr. 6.

X Noot
9

Kamerstuk II 35 850 XIX, nr. 4.

Naar boven