36 200 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023

Nr. 12 MOTIE VAN HET LID WUITE C.S.

Voorgesteld 20 oktober 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering het principe van «comply or explain» hanteert bij wet- en regelgeving die betrekking heeft op Caribisch Nederland;

constaterende dat uit antwoorden op Kamervragen blijkt dat het kabinet de herijking van het sociaal minimum van Caribisch Nederland pas in 2024 wenst in te zetten;

constaterende dat het regeerakkoord stelt «we herijken elke vier jaar het sociaal minimum om vast te stellen of dit toereikend is om van te leven en mee te doen in de samenleving»;

constaterende dat de Minister van Armoede in haar Kamerbrief Voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland 2022 aangeeft het bereiken van bestaanszekerheid substantieel te willen versnellen;

overwegende dat diverse ontwikkelingen, rapporten en andere signalen bevestigen dat armoede in Caribisch Nederland snel toeneemt, steeds meer gezinnen niet rondkomen en het in 2019 bepaalde ijkpunt vanwege huidige crises niet langer voldoet;

verzoekt de regering om de herijking van het sociaal minimum van Caribisch Nederland mee te nemen in de al lopende Commissie voor de herijking van het sociaal minimum in Europees Nederland of een nieuwe commissie hiervoor in te stellen, om zo te onderzoeken of het sociaal minimum in Caribisch Nederland niet eerder herijkt moet worden, en de Kamer voor het begrotingsdebat Koninkrijksrelaties 2024 te informeren over de onderzoeksresultaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wuite

Omtzigt

Van den Berg

Ceder

Van Raan

Kuiken

Bouchallikh

Sylvana Simons

Kuzu

Naar boven