De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voornemens is om te participeren in de claimemissie
van Air France-KLM met een bedrag van circa € 220 miljoen teneinde het 9,3% belang
van de Nederlandse Staat in Air France-KLM op peil te houden;
overwegende dat de Nederlandse Staat in 2020 een achtergestelde lening van € 1 miljard
aan KLM heeft verschaft, dat de Nederlandse Staat 90% heeft gegarandeerd van € 2,4
miljard revolving credit facility die aan KLM is verstrekt door een syndicaat van
banken;
overwegende dat KLM slechts voor circa € 600 miljoen gebruikmaakt van deze door de
Nederlandse Staat verstrekte en gegarandeerde leningen en dat KLM onlangs al € 311
miljoen heeft afgelost;
constaterende dat Air France-KLM op 24 mei 2022 bekend heeft gemaakt als doelstelling
voor 2023 een Net debt/EBITDA ratio van 2.0 x tot 2.5 x na te streven;
overwegende dat circa € 1,6 miljard van de opbrengst van de claimemissie door Air
France-KLM wordt gebruikt om een lening van de Franse Staat af te lossen en de Franse
Staat derhalve haar totale exposure op Air France-KLM aanzienlijk verlaagt, terwijl
de Nederlandse Staat haar exposure met € 220 miljoen verhoogt door deel te nemen aan
de claimemissie;
verzoekt de regering om in overleg met KLM te treden over de mogelijkheden om het
totaal van de uitstaande leningen en garanties verstrekt door de Nederlandse Staat
aan KLM uiterlijk eind 2022 met minimaal € 500 miljoen te verminderen;
en gaat over tot de orde van de dag.