36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

AW GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID OTTEN C.S. TER VERVANGING VAN DE MOTIE GEPUBLICEERD ONDER DE LETTERS AU

Voorgesteld 30 mei 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat artikel 63 van de Grondwet verlangt dat een wetsvoorstel dat de geldelijke voorzieningen ten behoeve van (gewezen) leden van de Staten-Generaal regelt of daarin wijzigingen aanbrengt, met ten minste tweederdemeerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen wordt aangenomen;

constaterende dat de Tweede Kamer op 22 december 2022 met 93 stemmen voor en 48 stemmen tegen, de Wet toekomst pensioenen heeft aangenomen en dat dit niet de vereiste tweederdemeerderheid van de uitgebrachte stemmen oplevert die artikel 63 van de Grondwet vereist;

constaterende dat dit wetsvoorstel door de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen overeenkomstig artikel 85 van de Grondwet aan de Eerste Kamer is gezonden, waarna is gebleken dat daarvoor de grondwettelijk vereiste tweederdemeerderheid van artikel 63 in de Tweede Kamer niet behaald is;

verzoekt de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen om de Eerste Kamer te verzoeken om deze Wet toekomst pensioenen in te trekken en indien de Minister dit nalaat het vertrouwen in de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen op te zeggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Otten

De Vries

Naar boven