36 027 (R2160) Goedkeuring van het op 2 december 2004 te New York tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (Trb. 2010, 272)

Nr. 13 MOTIE VAN HET LID VAN DER LEE

Voorgesteld 13 juni 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ratificatie van het verdrag zonder expliciete aandacht voor mogelijkheden tot inperking van staatsimmuniteit ervoor kan zorgen dat de mogelijkheden hiertoe verkleind worden;

overwegende dat een ruime meerderheid van de Tweede Kamer onderschrijft dat het wenselijk is dat Russische tegoeden ingezet worden voor de wederopbouw van Oekraïne en dat de juridische mogelijkheden daartoe op korte termijn onderzocht moeten worden;

verzoekt de regering om bij het ratificeren van het verdrag expliciet aan te geven dat Nederland het verdrag op zo'n manier opvat dat de mogelijkheid bestaat om staatsimmuniteit te beperken in het geval van oorlogsmisdaden en daden van agressie, zoals ook door de internationale juridische gemeenschap wordt erkend,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Lee

Naar boven