Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35977 nr. 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35977 nr. 6 |
Vastgesteld op 30 maart 2022
Klacht
Verzoeker beklaagt zich erover dat zijn verzoek om een belastingschuld op naam van zijn bedrijf te saneren door de Belastingdienst is afgewezen. Ook is hij het niet eens met de wijze waarop hij door de Belastingdienst is behandeld en vindt hij het onterecht dat hij een verzuimboete en invorderingsrente moet betalen.
De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven heeft eerder een verslag uitgebracht over dit verzoekschrift, dat op 8 juli 2021 door de Kamer is aangenomen.
In het verslag heeft de commissie aangegeven van mening te zijn dat als een belastingschuldige een saneringsverzoek doet, de Belastingdienst hem voorafgaand aan de besluitvorming de gelegenheid moet bieden om uitleg te geven en niet pas tijdens de beroepsfase. De commisie is van oordeel dat in dit soort trajecten zorgvuldigheid geboden is en dat, hoewel zij bekend is met situaties waarbij ondernemers met schulden op het moment dat een faillissement niet meer te voorkomen is een selectief deel van de schuldeisers aflossen en dus begrijpt dat de Belastingdienst hierop bedacht is, toch maatwerk voor goedwillende ondernemers mogelijk moet zijn.
In voornoemd verslag stelt de commissie de Kamer voor om de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst te verzoeken om dit dossier te hernemen en opnieuw te beoordelen, waarbij de verzoeker in de gelegenheid dient te worden gesteld om de informatie waarover hij beschikt aan te leveren en desgewenst toe te lichten. Tevens verzocht de commissie het resultaat van deze nieuwe beoordeling uiterlijk op 1 oktober 2021 te ontvangen.
Na uitstel met enige weken gevraagd te hebben, heeft de Staatssecretaris bij brief van 2 november 2021 aan dit verzoek voldaan.
Nieuwe beoordeling van onderhavig verzoekschrift
In zijn reactie geeft de Staatssecretaris aan dat er sinds begin september enkele besprekingen met verzoeker hebben plaatsgevonden en dat naar aanleiding hiervan het dossier opnieuw is beoordeeld.
Uit deze gesprekken is gebleken dat de Belastingdienst het verzoek om sanering van de belastingschuld van verzoeker in eerste instantie op onjuiste gronden heeft afgewezen door zich te beroepen op de zogenaamde crediteurenbenadering. Uit nader onderzoek is gebleken dat verzoeker door het aflossen van een substantiële lening zijn crediteuren of de Belastingdienst niet heeft benadeeld. Toch heeft de Belastingdienst het saneringsverzoek in tweede instantie opneiuw afgewezen omdat bleek dat de debiteurenvorderingen en de materiële vaste activa op het moment van het saneringsverzoek ruim voldoende waren om de (preferente) belastingschuld te voldoen. Verzoeker heeft aangegeven hiermee niet geholpen te zijn maar hij heeft inmiddels wel zijn belastingschuld, de verzuimboete en de rente volledig voldaan. Hij heeft gevraagd om de verzuimboete en de invorderingsrente alsnog tot nul terug te brengen.
De Belastingdienst heeft aangegeven dat de verzuimboete instand blijft omdat de belastingschuld te laat is voldaan en verzoeker geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkeid bij de rechter in beroep te gaan tegen de afwijzing van zijn bezwaar tegen de boete. Wel zal de invorderingsrente uit coulance worden gehalveerd omdat het saneringsverzoek in eerste instantie op onjuiste gronden en te summiere motivering is afgewezen.
Er is een nieuwe beschikking naar verzoeker gestuurd met de juiste afwijzingsgronden van het saneringsverzoek, waartegen hij eventueel beroep kan aantekenen bij de directeur. Ook kan verzoeker nog bezwaar maken tegen de nieuwe beschikkng inzake (verminderde) invorderingsrente. Daarnaast heeft de Belastingdienst excuses aangeboden voor de verkeerde beslissing en het niet opnemen van contact met verzoeker voordat de afwijzende beslissing werd genomen.
Volgens de Staatssecretaris heeft verzoeker bevestigd zich gehoord te voelen door de Belastingdient, maar voelt hij zich niet geholpen omdat er niet alsnog gesaneerd is. Desondanks stelt verzoeker voor de zaak af te ronden en het boek te sluiten.
De Staatssecretaris biedt nogmaals zijn excuses aan voor het feit dat, in tegenspraak met het geldende beleid, de afwijzende beslissing op het saneringsverzoek in de onderhavige casus niet voldoende onderbouwd is. De Belastindienst gaat onderzoeken of de aanbeveling van de commissie, altijd (telefonisch) contact op te nemen met de indiener van een saneringsverzoek vóórdat een afwijzende beslissing wordt genomen, kan worden overgenomen.
Voorstel aan de Kamer
De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven beveelt de Kamer aan de vaste commissie voor Financiën te verzoeken om erop toe te zien dat belastingwet- en regelgeving goed worden toegepast, dat de Belastingdienst het belang inziet van adequate communicatie met de belastingplichtige, meer in het bijzonder daar waar sprake is van negatieve beschikkingen en dat de Belastingdienst de menselijke maat niet uit het oog mag verliezen.
De voorzitter van de commissie, El Yassini
De griffier van de commissie, Roovers
Het adres van de verzoeker en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen ter inzage voor de leden op het commissiesecretariaat Verzoekschriften.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35977-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.