Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2021
Tijdens het Wetgevingsoverleg «Jaarverslag en Slotwet 2020 VWS» van 23 juni jl. (Kamerstuk
35 830 XVI, nr. 24) heb ik toegezegd u te informeren hoe ik zal omgaan met de aanbevelingen van de Algemene
Rekenkamer rond de fiscale aftrek specifieke zorgkosten1. Tijdens dat overleg is daarnaast door de Kamerleden Van den Berg en Paulusma een
motie ingediend die – kortgezegd – oproept om de doeltreffendheid van de fiscale regeling
te beoordelen, de relevante informatie te verzamelen en u hierover vóór de begrotingsbehandeling
van VWS te informeren2. In deze brief licht ik – mede namens de Staatssecretaris van Financiën – toe op
welke wijze ik invulling zal geven aan zowel de toezegging als aan de genoemde motie.
Aanbevelingen Algemene Rekenkamer
In haar rapport doet de Algemene Rekenkamer drie aanbevelingen, te weten: evalueer
de aftrek specifieke zorgkosten, vergelijk alternatieven op de vraag hoeveel mensen
met een chronische ziekte of beperking ze bereiken en welk deel van hun kosten ze
vergoeden en laat de Tweede Kamer weten wanneer de verkenning van alternatieven is
afgerond.
Aanpak en tijdpad
Samen met de Staatssecretaris van Financiën zal ik de fiscale aftrek specifieke zorgkosten
en de regeling «tegemoetkoming specifieke zorgkosten» laten evalueren conform de Regeling
periodiek evaluatieonderzoek. Bij deze evaluatie zal ik aandacht besteden aan de doelstellingen,
doeltreffendheid en doelmatigheid van de regelingen. De evaluatie zal ook antwoord
geven op de 7 vragen uit het Toetsingskader fiscale regelingen, dat volgens de Rijksbegrotingsvoorschriften
bij evaluaties van fiscale regelingen moet worden gehanteerd.3 Dit betekent onder meer dat ook expliciet wordt gekeken naar de instrumentkeuze (of
de regeling vormgegeven dient te worden binnen de inkomstenbelasting of beter als
subsidie) en of een horizonbepaling aan de orde zou zijn.
Daarnaast wordt een onderzoek gedaan naar mogelijke alternatieven die bijdragen aan
een hogere doeltreffendheid als het gaat om het tegemoetkomen in de meerkosten die
mensen hebben met een chronische ziekte of beperking, zonder dat andere factoren (denk
aan bureaucratie) een (te) grote negatieve invloed hebben.
Ik verwacht uw Kamer vóór het zomerreces van 2022 de resultaten te kunnen toesturen.
Daarnaast zal ik uw Kamer vóór de begrotingsbehandeling van VWS van dit najaar informeren
over de onderzoeksvragen die meegenomen worden.
Ik voer hiermee de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer rond de fiscale aftrek
specifieke zorgkosten uit. Ook wordt hiermee inhoudelijk invulling gegeven aan de
ingediende motie; het onderzoek naar de doeltreffendheid van de fiscale regeling maakt
immers onderdeel uit van de reguliere onderzoeksdoelen van de evaluatie op grond van
de Regeling periodiek evaluatieonderzoek.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge