Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2022
De leden van de Tweede Kamer hebben vragen voorgelegd aan de regering inzake het Jaarverslag
VWS 2021 (Kamerstuk 36 100 XVI, nr. 1), de Slotwet VWS 2021 (Kamerstuk 36 100 XVI, nr. 4) en het rapport van de Algemene Rekenkamer «Rapport bij het Jaarverslag 2021» (Kamerstuk
36 100 XVI, nr. 2) en Voortgang financieel beheer van het Ministerie van VWS (Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 185). Hierbij bieden wij u de antwoorden op de gestelde vragen aan.
Naar aanleiding van de technische briefing van 2 juni jl. over het financieel beheer
en de bedrijfsvoering van het Ministerie van VWS wil ik hierbij nog schriftelijk reageren
op twee vragen die zijn gesteld door Kamerlid Van den Berg (CDA) naar aanleiding van
het auditrapport VWS 2021 (Bijlage bij Kamerstuk 36 100 XVI, nr. 5) van de Auditdienst Rijk.
Allereerst is een vraag gesteld over een aanbeveling, zoals opgenomen in het rapport
van de Auditdienst Rijk 2021, waarin wordt gesteld dat er verdere verbeteringen mogelijk
zijn wanneer het huidige IT-systeem Hecina nog vollediger wordt ingezet, zodat bij
declaraties van alle zorgaanbieders de onderliggende factuurregels automatisch geanalyseerd
kunnen worden. In reactie op deze aanbeveling het volgende. Ten aanzien van het beter
en volledig gebruik maken van het IT-systeem Hecina worden er continue verbeteringen
doorgevoerd aan het systeem in samenwerking met onze softwareleverancier Axians. Zo
worden er meer en meer business rules geïmplementeerd welke specifiek gedefinieerde
scenario's verifiëren, en is in Q1 2022 onder meer ook een voorziening aangebracht
welke extra verifieert of declaratieregels behorende tot een medische uitzending ook
daadwerkelijk gerelateerd zijn aan de betreffende medische verwijzing, en de daarin
benoemde verzekerde en behandeling.
Daarnaast wordt op dit moment hard gewerkt aan de vernieuwing van het onderliggende
applicatie framework om verdere (en snellere) doorontwikkeling van het platform op
korte termijn mogelijk te maken.
Daarnaast is een vraag gesteld over de geldende procedure binnen het Ministerie van
VWS voor het vooraf melden en laten goedkeuren van eventuele dienstbetrekkingen als
leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, naar aanleiding
van het rapport van de Auditdienst. In reactie op de gestelde vraag het volgende.
Het is voor alle ambtenaren wettelijk verplicht dat zij hun nevenwerkzaamheden die
de belangen van de organisatie kunnen raken melden aan hun werkgever (Artikel 5, eerste lid, onder b, van de Ambtenarenwet 2017.). Voor topfunctionarissen, als wordt
gedoeld op directeuren, dan geldt dat zij (net als iedere rijksambtenaar) aan hun
leidinggevende hun nevenwerkzaamheden die de belangen van de organisatie kunnen raken
via het digitale personeelsportaal (P-Direkt-portaal) melden en bespreken en dit in
dit systeem vastleggen. Voor topfunctionarissen, zijnde leden van de Topmanagementgroep
(TMG) van de Algemene Bestuursdienst (ABD) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK), geldt dat via de ABD de nevenwerkzaamheden worden opgegeven
en (in de meeste gevallen) openbaar gemaakt. Deze procedure is ook van toepassing
op de topfunctionarissen die onderdeel uitmaken van de TMG van het Ministerie van
VWS.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen