35 925 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022

Nr. 191 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2022

Uw commissie heeft verzocht om een reactie op het artikel in het Financieel Dagblad «Komst van fabriek in Veendam voor medische isotopen op losse schroeven» (15 mei 2022) en daarbij specifiek in te gaan op wat ik wel en niet onder gelijk speelveld versta.

Op 25 januari 2021 heeft mijn voorganger, minister van Ark, een brief gestuurd aan de heer Piefer van SHINE (zie brief in bijlage).1 Hierin heeft zij toegelicht dat de Nederlandse overheid zich zal inspannen voor een gelijk speelveld, wat ik onderstreep. Graag verwijs ik naar genoemde brief van mijn voorganger, meer concreet naar de volgende passages daarin:

«Verder garandeert de Nederlandse wetgeving dat er geen oneerlijke concurrentie kan plaatsvinden tussen door de overheid gefinancierde bedrijven en private marktpartijen. In de Mededingingswet en het daarbij behorende Besluit markt en overheid staan regels om te voorkomen dat overheden en door de overheid gecontroleerde bedrijven de markt verstoren. Nederland zet zich ook in voor handhaving van de EU-mededingingsregels die de interne markt sturen. Het principe van een echt gelijk speelveld staat daarbij centraal. Dit betekent dat ondernemingen die actief zijn op de Europese interne markt zich moeten houden aan de mededingingsregels die worden gehandhaafd door nationale en Europese autoriteiten. Het betekent ook dat de Nederlandse autoriteiten zich moeten houden aan de staatssteunregels en voorschriften van de Europese Verdragen en van de Europese Commissie.»

Zoals eerder met de Kamer gedeeld, betekent dit dat partijen die een bijdrage kunnen leveren aan de voorzieningszekerheid van medische isotopen gelijke kansen krijgen om de markt te betreden.2 De spelers in de markt moeten kunnen concurreren met marktconforme prijzen. Leningen die van overheidswege verstrekt zijn, mogen niet marktverstorend zijn, conform de staatssteunregels. Dit is te allen tijde een leidend principe. Hoewel Pallas en SHINE beide kunnen bijdragen aan de voorzieningszekerheid, is het goed om te benadrukken dat beide ook op belangrijke punten van elkaar verschillen. Zo verschillen beide initiatieven in de bijdrage die ze kunnen leveren aan de voorzieningszekerheid, de mate waarin de technologieën bewezen zijn en wat betreft de structurering van het bedrijf. Europese studies wijzen uit dat een nieuwe Europese reactor nodig blijft om aan de behoefte naar medische isotopen te voldoen.3 Als besloten wordt tot de bouw van een nieuwe reactor dan zal deze publiek worden gefinancierd, omdat private financiering van een reactor niet haalbaar is.4 De Nederlandse overheid heeft dan als (enige) aandeelhouder zeggenschap over de onderneming. De toekomstige reactor heeft als uitgangspunt te gaan opereren op basis van een marktconform businessmodel en marktconforme prijzen, met als verschil dat Pallas dividend uitkeert aan de Nederlandse Staat als aandeelhouder, en niet aan private en/of buitenlandse aandeelhouders zoals bij SHINE het geval kan zijn.

Onder een gelijk speelveld vallen dus alle aspecten die in wet- en regelgeving op Nederlands en Europees niveau zijn vastgelegd, zoals eerlijke concurrentie, voorwaarden voor het verkrijgen van vergunningen en de staatssteunregels. Mijn ambtsvoorganger heeft eerder in brieven aan uw Kamer aangegeven dat het Pallas-project, samen met de mogelijke komst van SHINE naar Nederland, een belangrijke bijdrage kan leveren aan de voorzieningszekerheid en behoud van hoogwaardige kennis.5

Momenteel neem ik alle aspecten aangaande medische isotopen in overweging om tot een gewogen beeldvorming te komen. Het kabinet verwacht op korte termijn een besluit te nemen over het Pallas-project.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Besluit Wob-verzoek voorzieningszekerheid medische isotopen. Kenmerk 2021.054

X Noot
2

Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 14

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-31, nrs. 635 en 651

X Noot
4

Kamerstuk 33 626, nr. 13

X Noot
5

Zie daarvoor o.a. Kamerstuk 33 626, nrs. 13 en 14, Kamerstuk 21 501-31, nrs 635 en 651

Naar boven