Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2022
Bij brief van 24 februari 2022 verzocht de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit ons om een gedetailleerde wetgevingsagenda voor het jaar 2022 aan1 uw Kamer te sturen waarbij inzichtelijk wordt gemaakt wanneer welke wetgeving aan
de Kamer zal worden aangeboden. Dit overzicht treft u hierbij aan. In het overzicht
zijn, behalve de voorstellen voor formele wetgeving, voor de volledigheid ook de bij
beide Kamers voor te hangen ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur opgenomen.
In het overzicht staat conform uw verzoek de wet- en regelgeving die uw Kamer naar
verwachting nog dit jaar zal worden aangeboden. Voor een aantal hoofddossiers wordt
thans wet- en regelgeving voorbereid die in 2023 aan uw Kamer zal worden aangeboden.
Onderstaand wordt daar nader op ingegaan.
Slachthuizen
In de brief aan uw Kamer van 3 september 2021 (Kamerstuk 28 286, nr. 1217) is een wetsvoorstel inzake een wettelijke verplichting van cameratoezicht in slachthuizen
aangekondigd. Mede in het licht van de daarbij genoemde zorgvuldige voorbereiding,
is het eerdere streven om het wetsvoorstel in het najaar van 2022 bij uw Kamer in
te dienen ambitieus gebleken. Er gaat met name meer tijd zitten in het onderzoeken
of systemen voor AI-ondersteund cameratoezicht al ver genoeg ontwikkeld zijn om het
gebruik er van in wetgeving te vatten. Bij separate brief wordt u hierover en over
andere aan slachthuizen gerelateerde zaken nader geïnformeerd.
Nitraat
Voor de mestwetgeving gaat het om twee ontwerpbesluiten. Deze dienen ter implementatie
van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn (hierna: 7e AP) en maken onderdeel uit van het derde spoor van de aangekondigde herziening van
het mestbeleid. De wijzigingen in het Besluit gebruik meststoffen en het Besluit activiteiten
leefomgeving betreffen dezelfde maatregelen uit het 7e AP die geïmplementeerd worden. Wijziging van beide besluiten is nodig in verband
met de beoogde inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2023 waarmee het
Besluit gebruik meststoffen zal vervallen.
Naar verwachting zal dit voorjaar een brief naar uw Kamer worden gezonden over de
wetgevingsagenda voor het stapsgewijs realiseren van het herziene mestbeleid. Daarin
zal ook worden ingegaan op de wetgeving die uw Kamer in het kader van die herziening
en ter implementatie van het addendum op het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn in 2023 tegemoet kan zien. In 2023 zal naar verwachting
daarnaast een wetsvoorstel aan uw Kamer worden aangeboden ter implementatie van de
Meststoffenverordening (EU) 2019/1009. Een eerdere, tijdelijke implementatieregeling
zal door dat wetsvoorstel en bijbehorende lagere regelgeving worden vervangen.
Transitie landelijk gebied
Zoals blijkt uit de gelijktijdig met deze brief aan uw Kamer verzonden brief over
de hoofdlijnen van de gecombineerde aanpak van natuur, water en klimaat in het landelijk
gebied, en van het bredere stikstofbeleid, wordt er gewerkt aan de instrumenten om
die aanpak en de bijbehorende doelen op onontkoombare wijze te verankeren. Daar zal
ook wet- en regelgeving bij horen.
In ieder geval zal de in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering voorziene omgevingswaarde
voor stikstof voor 2035 naar voren wordt gehaald, naar 2030. Het daarvoor benodigde
wetsvoorstel zal naar verwachting in de eerste helft van 2023 bij uw Kamer worden
ingediend. Die planning hangt samen met de benodigde voorbereidingstijd, waaronder
besluitvorming over de aanvullende maatregelen ter realisatie van die omgevingswaarde,
en de internetconsultatie en advisering door de Raad van State. Voor zover ook andere
aspecten van de gecombineerde aanpak formele wetgeving vereisen, zoals de versterking
van het instrumentarium rond toestemmingverlening waarover uw Kamer voor de zomer
wordt geïnformeerd, zullen deze zoveel mogelijk in dat wetsvoorstel worden meegenomen.
Naar verwachting zal een deel van de benodigde regels op grond van de Omgevingswet
bij algemene maatregel van bestuur worden gesteld; het ontwerp daarvan zal dan in
de loop van 2023 bij beide Kamers worden voorgehangen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
H. Staghouwer
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink