35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

P MOTIE VAN HET LID BAAY-TIMMERMAN

Voorgesteld 31 mei 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bestaande achterstanden in het strafrecht dermate groot waren dat daardoor de strafrechtketen niet meer functioneerde zoals deze behoorde te functioneren;

overwegende dat daarvoor een plan van aanpak is gemaakt onder andere bestaande uit de mogelijkheid om gepensioneerde rechters (waaronder 70+) aan te trekken om extra zittingen te doen teneinde de achterstanden in te lopen;

overwegende dat deze maatregel gebaseerd is op de Tijdelijke wet Covid-19 Justitie en Veiligheid welke inging op 1 juli 2020 en afloopt op 1 september 2023;

overwegende dat heden ten dage nog steeds een groot gebrek bestaat aan ervaren en voldoende rechters in de strafrechtketen terwijl de komende jaren een grotere uitstroom dan instroom van rechters verwacht wordt;

overwegende dat gelet op het vorenstaande het van belang is om gepensioneerde rechters die daartoe bereid zijn en die een bijdrage kunnen leveren aan het wegwerken van achterstanden in de rechtsketen strafrecht te behouden voor tijdelijke inzet;

verzoekt de Minister te bezien of de tijdelijke maatregel om gepensioneerde rechters in te zetten bij extra strafzittingen ook als een toepasbare maatregel kan gelden als daartoe de noodzaak bestaat na afloop van de hiervoor genoemde termijn door deze termijn te verlengen met minimaal 2 jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

Baay-Timmerman

Naar boven