35 925 III Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2022

Nr. 9 MOTIE VAN HET LID SNELLER

Voorgesteld 14 oktober 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese anticorruptiewaakhond GRECO al in 2019 de aanbeveling heeft gedaan om ministers en staatssecretarissen te verplichten publiekelijk inzicht te geven in hun financiële belangen maar dat het kabinet daar tot op heden geen opvolging aan heeft gegeven;

overwegende dat voor het vertrouwen van burgers in de regering van groot belang is dat de integriteit van ministers en staatssecretarissen buiten twijfel staat;

overwegende dat alleen controleerbaar is of er sprake is van (het risico van) belangenverstrengeling indien bewindspersonen hun financiële en zakelijke belangen openbaar maken;

verzoekt de regering de regels zodanig aan te passen dat de Minister-President bij het aantreden van een nieuw kabinet openbaar maakt wat de zakelijke belangen van de aantredende bewindspersonen zijn, hoe zij hun zakelijke belangen op afstand hebben geplaatst en dit jaarlijks bij te werken;

verzoekt de regering voorts om nadere informatie aan de Kamer te verschaffen die ten minste omvat:

  • welke bewindspersonen onroerende zaken in het buitenland bezitten en in welk land;

  • voor zover het gaat om financiële of zakelijke belangen in ondernemingen, de namen van de betrokken vennootschappen;

  • en een beschrijving van de wijze waarop de zeggenschap in het beheer over financiële belangen op afstand is geplaatst,

en gaat over tot de orde van de dag.

Sneller

Naar boven