35 915 Wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN

Ontvangen 3 juni 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «de Faillisementswet» ingevoegd «en enkele andere wetten» en wordt na «natuurlijke personen» toegevoegd «en ter belegging van de bewindvoering bij de gemeenten».

II

In de beweegredenen wordt na «de Faillisementswet» ingevoegd «en enkele andere wetten», wordt «wordt aangepast» vervangen door «worden aangepast» en wordt na «natuurlijke personen» ingevoegd «en ter belegging van de bewindvoering bij de gemeenten».

III

Na artikel I worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 435 wordt onder vernummering van het vijfde tot en met het tiende lid tot het zesde tot en met het elfde lid na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. Tenzij lid drie of vier is toegepast, wordt een bewindvoerder als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in dienst van de gemeente waar de rechthebbende woonplaats heeft tot bewindvoerder benoemd, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.

2. In artikel 445, vierde lid, wordt «artikel 435, zevende lid» vervangen door «artikel 435, achtste lid» en wordt «artikel 435, achtste lid» vervangen door «artikel 435, negende lid».

ARTIKEL IB

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:

bewindvoerder:

bewindvoerder in dienst van de gemeente.

2. In artikel 2, eerste lid, wordt na «inwoners van zijn gemeente» «en de wijze waarop bewindvoerders worden geworven en aangestuurd» ingevoegd.

3. In artikel 3, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. ervoor zorg te dragen dat de gemeente voldoende bewindvoerders in dienst heeft om uitvoering te geven aan artikel 435, vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, en om toezicht te houden op het functioneren van die bewindvoerders.

ARTIKEL IC

In artikel 48, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op het consumentenkrediet wordt «artikel 435, zevende lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door «artikel 435, achtste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek».

ARTIKEL ID

In artikel V van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap wordt «artikel 435, zevende lid» vervangen door «artikel 435, achtste lid».

IV

In artikel II wordt «Deze wet» vervangen door «Artikel I van deze wet».

V

Aan artikel III wordt «, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld» toegevoegd.

Toelichting

Met dit amendement stelt indiener het voor gemeenten verplicht om eigen bewindvoerders in dienst te nemen op basis van een plan voor de gemeente, opgesteld door de gemeenteraad. De uitvoering van dat plan (waaronder het aannemen en controleren van de bewindvoerders) komt toe aan het college. De rechter wijst een bewindvoerder uit die kring aan wanneer door de rechthebbende geen keuze is gemaakt/geen naaste familie beschikbaar is. Dit amendement verandert dus niets aan de hoofdregel dat een rechthebbende in principe eerst zelf mag kiezen voor het aanwijzen van een bewindvoerder, zoals een familielid.

Het aantal bewinden is de afgelopen jaren zienderogen toegenomen. Indiener van dit amendement ziet dat als een signaal dat we als samenleving kwetsbare mensen beter willen beschermen. Dat kan indiener alleen maar toejuichen. Wel waarschuwt indiener voor het gevaar dat ook schuilgaat in deze toename, namelijk dat hier ook misbruik van kan worden gemaakt. Indiener van dit amendement is van mening dat bewindvoering een zeer ingrijpende maatregel is in iemand zijn leven. Hoewel een dergelijke maatregel voor een langere tijd nodig kan zijn, moet altijd gekeken worden hoe deze periode zo kort als mogelijk gehouden kan worden. Toch kent het huidige systeem van schuldenbewindvoering perverse prikkels die juist dit principe ondergraven. Indiener wijst er bijvoorbeeld op dat het inherent aan het verdienmodel van commerciële bewindvoerders is dat een bewind doorloopt en niet zo snel mogelijk eindigt. Het is niet het financiële belang van commerciële bewindvoerders cliënten zo snel mogelijk van hun schulden af worden geholpen en hen zelf met geld leren omgaan. Overigens laat dit onverlet dat er hele goede commerciële bewindvoerders zijn, die het best voorhebben met hun cliënten, maar de perverse prikkel in zijn algemeenheid valt niet te ontkennen.

Een pilot met gemeentelijke bewindvoerders in de Drechtsteden heeft aangetoond dat wanneer mensen via de gemeente een bewindvoerder krijgen toegewezen zij soms al na 2 jaar van hun schulden af zijn. Dit terwijl de huidige praktijk laat zien dat mensen met schulden gemiddeld pas na 5 jaar van hun schulden af zijn als ze onder het bewind van een commerciële bewindvoerder worden geplaatst.

Met dit amendement zal een groot gedeelte van de schuldenbewindvoering in de toekomst via gemeentes zelf verlopen, waardoor een belangrijke perverse prikkel uit het systeem kan worden gehaald en de verwachting is dat rechthebbenden eerder uit de schulden worden geholpen. Bijkomend voordeel van dit laatste punt is dat niet onnodig lang belastinggeld hoeft te worden verspild.

Overigens wijst de indiener er op dat gemeenten ook nu al ervaring hebben met het voeren van bewind, omdat de commerciële bewindvoerders de «moeilijke» zaken vaak links laten liggen (omdat deze zaken voor hen niet rendabel genoeg zijn). Indiener is er van overtuigd dat gemeenten ook de «makkelijkere» gevallen naar behoren kunnen behandelen.

Van Nispen

Naar boven