35 830 XVII Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2020

Nr. 5 MOTIE VAN HET LID KLINK

Voorgesteld 24 juni 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de G7 de ambitie heeft uitgesproken om via wereldwijde investeringen in infrastructuur en duurzame groei een alternatief te bieden voor het Chinese Belt and Road Initiative (BRI);

constaterende dat Europese landen individueel en via de EU al over veel financierings- en ontwikkelingsinstrumenten beschikken;

constaterende dat China bij het financieren van BRI-projecten in ontwikkelingslanden zich niet houdt aan de hoogste internationale standaarden met betrekking tot environmental, social and governance (ESG) risico's en anticorruptie, waarmee het internationale imvo-beleid van multilaterale ontwikkelingsbanken en OESO-landen wordt gefrustreerd;

constaterende dat China bij het financieren van BRI-projecten in ontwikkelingslanden zich eveneens niet houdt aan internationale afspraken over schuldhoudbaarheid en daarmee het beleid van het IMF, de Wereldbank en de Club van Parijs, bestaande uit met name OESO-landen, ernstig bemoeilijkt;

overwegende dat er sprake is van ernstige concurrentievervalsing voor BRI-projecten in ontwikkelingslanden als gevolg van (a) staatssteun aan Chinese staatsbedrijven en (b) het feit dat de OESO-regels met betrekking tot hulp en overheidsgesteunde exportkredieten niet van toepassing zijn op Chinese hulp en overheidsgesteunde exportkredieten;

overwegende dat de Europese Unie recentelijk is overgegaan tot de aanpak van dergelijke ongelijke concurrentiepraktijken op de interne markt;

overwegende dat er geen sprake is van beleidscoherentie als Europese ODA-middelen en andere vormen van ongebonden hulpfinanciering die via direct of indirect beheer worden uitgegeven toegankelijk zijn voor Chinese staatsgesteunde bedrijven, terwijl er geen sprake is van wederkerigheid,

verzoekt de regering, zich er binnen de kaders van ongebonden hulp voor in te zetten dat Nederlandse en Europese ODA-middelen alsmede andere vormen van Nederlandse en Europese ontwikkelingsfinanciering, uitgegeven via direct en indirect beheer, alleen op basis van wederkerigheid toegankelijk zijn voor bedrijven uit landen die aan gebonden hulp doen en zich niet houden aan internationale afspraken voortkomend uit het multilaterale stelsel,

en gaat over tot de orde van de dag.

Klink

Naar boven