De Eerste Kamer der Staten-Generaal, in vergadering bijeen op 15 februari 2022 voor
het debat over de Regeringsverklaring (35.788),
constaterende, dat op 2 november 2017 de Tweede Kamer der Staten-Generaal de motie
Van der Staaij-Wilders (34.775, nr. 45)1 heeft aangenomen met de volgende strekking:
«overwegende dat in de vergaderzaal van het parlement de nationale vlag een mooie
en duidelijke functie heeft als symbool van de natie;
constaterende dat het in verreweg de meeste landen al lang een heel goed gebruik is
om de vlag op te hangen;
van mening dat ook in Nederland de nationale driekleur een plaats verdient in de vergaderzaal
van de Tweede Kamer;
verzoekt het presidium stappen te ondernemen die ertoe leiden dat ook in de plenaire
vergaderzaal van het Nederlandse parlement de nationale vlag zichtbaar wordt gemaakt,
en gaat over tot de orde van de dag.»
constaterende dat in de plenaire vergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
een nationale vlag ontbreekt,
constaterende dat in de plenaire vergaderzaal van de huidige tijdelijke huisvesting
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal nationale symbolen geheel ontbreken, dit in
tegenstelling tot de plenaire zaal van de Eerste Kamer aan het Binnenhof waar bijvoorbeeld
de Rijksleeuw in de zaal aangebracht is,
overwegende dat voor de vergaderzaal van de Eerste Kamer dezelfde argumenten van toepassing
zijn zoals aangevoerd in de motie Van der Staaij-Wilders,
overwegende dat de Eerste Kamer als onderdeel van de Staten-Generaal eveneens deel
uitmaakt van het parlement zoals bedoeld in deze motie,
verzoekt de huishoudelijke commissie in overleg met het college van senioren stappen
te ondernemen die ertoe leiden dat ook in de plenaire vergaderzaal van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal de nationale vlag zichtbaar wordt gemaakt, en gaat over tot de
orde van de dag.
Faber-Van de Klashorst
Van Strien
T. van Kesteren
Bezaan
Van Hattem
Schalk