De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat er nog uitwerking via een AmvB nodig is om concrete invulling te
geven aan de voorliggende wijziging van de Wet dieren;
constaterende, dat deze AmvB's nog niet bij de Kamer bekend zijn;
constaterende, dat er volgens de WUR tot 2040 minimaal 22 miljard euro nodig is om
te komen tot een dierwaardige veehouderij;
constaterende, dat in het onlangs gepresenteerde hoofdlijnenakkoord van de onderhandelende
partijen PVV, VVD, NSC en BBB geen budgettaire ruimte van deze omvang gemaakt is;
constaterende, dat ingrepen in de veehouderij vanwege natuurherstel en vergunningverlening,
waaronder het uitkopen van boerderijen, onontkoombaar zullen blijven in het kader
van de aanpak van de stikstofcrisis;
overwegende, dat door subsidies en investeringen bedrijven meer waard worden en in
het verleden de overheid meermaals bedrijven heeft moeten uitkopen, die kort daarvoor
investeringssubsidies hadden ontvangen;
verzoekt de regering voor najaar 2024 met een pakket maatregelen te komen waarmee
voorkomen wordt dat de belastingbetaler dubbel moet betalen bij uitkoop van veehouderijen,
te verstaan: zowel voor het subsidiëren van het vergroten van de dierwaardigheid in
de veehouderij, als voor waardevermeerdering als gevolg daarvan bij de uitkoop van
boerenbedrijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kluit
Perin-Gopie
Aerdts
Van Aelst-Den Uijl
Visseren-Hamakers