De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de universiteit van Wageningen al in 2009 constateerde dat er in
de eendenhouderij diverse structurele en ernstige welzijnsproblemen spelen, waaronder
het ontbreken van open zwemwater, waardoor eenden hun soorteigen gedrag niet kunnen
vertonen;
constaterende dat eenden kampen met gewrichtsontstekingen en botafwijkingen omdat
hun lichaamsbouw niet geschikt is om de hele dag te staan, wat nog wordt verergerd
doordat de fokkerij is gericht op het ontwikkelen van veel borstvlees;
constaterende dat oud-LNV-minister Verburg in 2009 deze problemen al erkende en de
sector opriep om zich in te zetten voor open water in de stal;
constaterende dat de sector dit nu al elf jaar weigert vanwege de hoge kosten en praktische
problemen;
constaterende dat zowel het tweede paarse kabinet als het kabinet-Balkenende IV, waarin
alle huidige coalitiepartijen zitting namen, als doel stelde dat uiterlijk in 2022
het perspectief van het dier en het soorteigen gedrag leidend zouden zijn bij de inrichting
van stallen in de veehouderij, wat betekent dat als er al zou worden ingezet op open
zwemwater, deze welzijnsmaatregel veel te laat komt;
constaterende dat de eendenhouderij een groot risico oplevert voor uitbraken van het
vogelgriepvirus;
constaterende dat het vlees van de eenden die in Nederland worden gefokt en gedood,
vrijwel uitsluitend is bestemd voor de export;
verzoekt de regering, een einde te maken aan de eendenhouderij in Nederland,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand