35 570 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021

Nr. 22 MOTIE VAN DE LEDEN ZIENGS EN VON MARTELS

Voorgesteld 19 november 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de meeste bedrijven hun uiterste best doen om zich aan nieuwe wet- en regelgeving te houden en dankzij bestaande Europese én Nederlandse klimaat-, lucht- en stikstofwetgeving reeds investeren in de verbetering van luchtkwaliteit;

overwegende dat er synergie bestaat tussen klimaatwetgeving en de verbetering van luchtkwaliteit, maar de effecten (de kosten en (gezondheids)baten) hiervan nog niet voldoende in kaart zijn gebracht;

overwegende dat met een dergelijk overzicht kan worden voorkomen dat bedrijven maatregelen treffen die suboptimaal zijn, gelet op de resultaten die al behaald zijn door investering in het kader van de energietransitie;

overwegende dat gestreefd zou moeten worden naar zo veel mogelijk integrale milieuwinst per geïnvesteerde euro;

verzoekt de regering, de totale kosten voor bedrijven alsmede de effecten van bestaande klimaat-, stikstof- en luchtkwaliteitsmaatregelen die vanuit verschillende ministeries worden getroffen, in kaart te laten brengen met behulp van een integrale impactstudie en deze resultaten mee te nemen in de verdere uitwerking van de wet- en regelgeving omtrent het Schone Lucht Akkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ziengs

Von Martels

Naar boven