35 570 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021

Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2021

In overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) heb ik de Afdeling advisering van de Raad van State (de Afdeling) gevraagd een voorlichting uit te brengen over de ontwikkeling van de interbestuurlijke verhoudingen in deze kabinetsperiode en daarbij ook aanbevelingen te doen over de knelpunten of vraagstukken in de interbestuurlijke verhoudingen die het Rijk en de medeoverheden in de volgende kabinetsperiode met voorrang zouden moeten oppakken.

Hierbij bied ik u de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State van 24 maart jl. aan1. Het betreft een voorlichting op grond van artikel 21a van de Wet op de Raad van State. Mijn brief van 23 november jl. met het verzoek om voorlichting aan de Raad van State is als bijlage bijgevoegd2.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven