35 570 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021

Nr. 57 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2021

Op 16 april 2021 heeft de Vaste Kamercommissie van Infrastructuur en Waterstaat in kopie een brief ontvangen van gedeputeerde staten van de provincie Limburg (mede namens de colleges van gedeputeerde staten van Gelderland en Noord-Brabant) met betrekking tot de Maaslijn. De leden van de Vaste Kamercommissie van Infrastructuur en Waterstaat vragen mij uiterlijk 21 mei een reactie op deze brief te geven. Met deze brief geef ik hier invulling aan.

Zoals gemeld in mijn brief1 van 7 april jl. is er voor het project Maaslijn sprake van een hogere kostenraming dan eerder voorzien. Dit betekent dat het taakstellend budget zoals toegezegd door partijen in de bestuursovereenkomst Maaslijn2 ontoereikend is om het maatregelenpakket te kunnen realiseren. Hiertoe zullen aanvullende afspraken door partijen moeten worden gemaakt.

Recent heb ik met dhr. Remkes, waarnemend commissaris van de Koning in Limburg, een constructief gesprek gevoerd over de voortgang van het project Maaslijn. In dit gesprek is van beide kanten de bereidheid uitgesproken om op korte termijn gezamenlijk te komen tot redelijke afspraken noodzakelijk voor de realisatie van het project Maaslijn. Onze inzet is niet alleen om het project financieel weer goed op de rails te krijgen, maar ook te zorgen voor een goede samenwerking tussen alle partijen in de komende jaren.

Samen met dhr. Remkes heb ik het streven voor het zomerreces tot sluitende afspraken te komen en daarover zal ik uw Kamer nader informeren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven