Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2021
Bij brief van 11 februari 2021 informeerde ik u over het reflectieprogramma dat de
voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft ingesteld naar aanleiding van
het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.
Daarmee is een uitgebreid en intensief reflectieprogramma van start gegaan. In het
kader van dat programma is zowel teruggekeken als vooruitgekeken. Er is zowel intern
als met een breed scala van externen gesproken en gereflecteerd. Daarbij zijn veel
ervaringen opgehaald en besproken. Verder is een uitgebreide juridische reflectie
uitgevoerd van de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak in de kinderopvangtoeslagzaken.
Dat alles heeft geleid tot zelfreflectie en bezinning en het trekken van lessen voor
de toekomst.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft terugkijkend geconcludeerd dat zij de strenge
lijn eerder had kunnen en moeten wijzigen. De Afdeling heeft daarmee te lang geworsteld,
halve maatregelen genomen en niet doorgepakt. De Afdeling biedt de ouders die in de
problemen zijn gekomen omdat te lang de strenge lijn is toegepast, haar excuses aan.
De ouders verdienden betere rechtsbescherming.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft haar handelwijze geanalyseerd, daaruit lessen
getrokken en die omgezet in aanbevelingen en actiepunten. Deels zijn op basis hiervan
al concrete stappen gezet, deels zal dit in het komende jaar verder in concrete acties
worden omgezet. In de jaarverslagen van de komende jaren zal hiervan verslag worden
gedaan.
Het rapport van de reflectie bled ik u hierbij aan1. Daarbij is ook de verklaring van de externe begeleidingscommissie gevoegd die het
reflectieproces heeft begeleid en beoordeeld. De onderliggende onderzoeksverslagen
vindt u op de website van de Raad van State (www.raadvanstate.nl). Als vice-president van de Raad van State heb ik ingestemd met de aanbevelingen
en actiepunten voor de Raad van State als geheel, waaronder de gevolgen voor de organisatie
en de medewerkers van de Raad.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf