35 441 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector in verband met de Covid-19 crisis)

Nr. 8 MOTIE VAN HET LID VAN DEN BERGE C.S.

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 28 april 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de coronacrisis diepe sporen trekt in de culturele en creatieve sector;

overwegende dat de coronacrisis laat zien hoezeer we kunst en cultuur nodig hebben voor troost, inspiratie en afleiding;

constaterende dat de regering 300 miljoen heeft uitgetrokken voor aanvullende ondersteuning aan culturele instellingen die «van vitaal belang zijn»;

overwegende dat veel creatieve makers achter het net vissen bij de generieke steunmaatregelen van het kabinet, omdat ze (net) niet aan de voorwaarden voldoen;

constaterende dat een groep makers een petitie is gestart voor tijdelijke belastingvrijstelling op de aanschaf van kunst;

verzoekt de regering alles in het werk te stellen om creatieve makers in de culturele sector, zowel voor als achter de schermen, inclusief zzp'ers en freelancers, door deze crisis heen te helpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van den Berge

Asscher

Kwint

Belhaj

Naar boven