Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35415 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35415 nr. 3 |
Vastgesteld 20 januari 2021
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 23 maart 2020 voorgelegd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bij brief van 24 maart 2020 zijn ze door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Van Toorenburg
De adjunct-griffier van de commissie, Witzke
Vraag 1
Welke inspanningen worden verricht om fraude bij deze noodmaatregelen te bestrijden?
Antwoord 1
Momenteel wordt hard gewerkt aan de uitwerking van de NOW en de nieuwe regeling voor zelfstandigen. Voor de NOW geldt dat daarbij, in het licht van huidige situatie, een afweging wordt gemaakt tussen snelle en adequate dienstverlening enerzijds en de belangen van tijdige en correcte naleving van de regeling anderzijds. In de uitwerking hiervan wordt ook gekeken naar het misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O). Bij het in kaart brengen en preventief bestrijden van M&O worden er gesprekken gevoerd met meerdere partijen, niet alleen UWV. Het hoofddoel van de NOW is het behoud van werkgelegenheid. Het UWV staat voor de buitengewone taak om op korte termijn een uitvoerbare regeling open te stellen. Het mag duidelijk zijn dat een tegemoetkomingsregeling met bevoorschotting vooraf en verrekening achteraf uitvoeringstechnisch complex zal zijn.
Voor de nieuwe regeling voor zelfstandigen geldt dat de Participatiewet zal dienen als wettelijke grondslag voor de voorgenomen noodmaatregel. Zo zijn degenen die een beroep doen op de regeling op grond van de inlichtingenplicht op grond van artikel 17 van de Participatiewet verplicht om uit zichzelf aan de gemeente alle inlichtingen te verstrekken, die van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van de uitkering. Er is sprake van uitkeringsfraude als een verwijtbare overtreding van de inlichtingenverplichting resulteert in onverschuldigde betaling van uitkering. Uit het feit dat de Participatiewet de wettelijk grondslag zal vormen voor de voorgenomen noodmaatregel, vloeit voort dat gemeenten verplicht zijn om bij fraude de verstrekte uitkering terug te vorderen en daar bovenop een boete op te leggen. Het is van belang dat alleen hier
Bij beide regelingen geldt dat snelheid van belang is maar zorgvuldigheid in relatie tot uitvoering en het beperken van frauderisico’s ook betracht moet worden en mogelijk niet al het M&O gebruik ondervangen kan worden. Het kabinet streeft naar een goede balans daartussen, in het licht van de huidige situatie. Uiteraard zal er gecontroleerd worden.
Vraag 2
Hoeveel ondernemers kunnen aanvullende bijstand krijgen en hoeveel ondernemers zullen daarvan gebruik maken verwacht u?
Antwoord 2
In Nederland zijn er ruim 1,2 miljoen zelfstandigen. In de berekening van de verwachte uitgaven voor aanvullende bijstand is er rekening mee gehouden dat 300.000 zelfstandigen een beroep zullen doen op ondersteuning. Niet iedereen uit deze groep zal liquiditeitsproblemen hebben, daarom is het aantal zelfstandigen dat een beroep doet op een lening voor bedrijfskapitaal lager ingeschat, te weten 200.000 zelfstandigen. Dit is een globale inschatting van het gebruik. Zoals gemeld in de brief worden gemeenten nagecalculeerd op het daadwerkelijke gebruik.
Vraag 3
Wat zijn de verwachte uitvoeringskosten voor het UWV en het Ministerie van SZW van de overbruggingsregeling voor werkbehoud?
Antwoord 3
De overbruggingsregeling voor werkbehoud wordt op dit moment uitgewerkt. De hoogte van de uitvoeringskosten voor UWV en het Ministerie van SZW is afhankelijk van de vormgeving van de regeling. De Kamer wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd wanneer hier meer duidelijkheid over is.
Vraag 4
Is er een indicatie te geven hoe de 10 miljard euro, die begroot is voor de overbruggingsregeling voor werkbehoud, verdeeld wordt over de Nederlandse gemeenten en Caribisch Nederland?
Antwoord 4
De regelingen en de verdeling van de middelen moet nog nader worden uitgewerkt. Het kabinet zal daar op een later moment op terugkomen.
Vraag 5
Wordt ervoor gekozen om de regeling bijstand zelfstandigen door gemeenten te laten uitvoeren, kunnen gemeenten deze taak aan en hoe worden lokale verschillen voorkomen?
Antwoord 5
Zoals in de brief van 17 maart 2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 2) aan de Tweede Kamer is aangekondigd wordt de tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers uitgevoerd door gemeenten. Uitgangspunt is een eenvoudige regeling. Zo wordt de toets op levensvatbaarheid die het Bbz kent niet toegepast. Zodra deze regeling gereed is zal de Kamer daarover worden geïnformeerd.
Met VNG en Divosa is een ondersteuningsstructuur ingericht om gemeenten zo goed mogelijk te faciliteren. Er wordt ondersteunend materiaal beschikbaar gesteld om te komen tot een snel en efficiënt uitvoeringsproces. Belangrijk onderdeel betreft de inzet van ICT-ondersteuning. Zo bezien we samen met de ICT-leveranciers de mogelijkheid dat aanvragen digitaal worden ingediend en in hoge mate geautomatiseerd dan wel digitaal ondersteund worden afgehandeld.
Vraag 6
Op welke verwachte aantallen is de regeling bijstand zelfstandigen gebaseerd?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7, 8, 11 en 12
7 Kunnen alle zzp’ers aanspraak maken op de regeling, ook wanneer zij bijvoorbeeld slechts voor een deel van hun tijd werken als zelfstandige en daarnaast in loondienst zijn?
8 Hoe worden zzp’ers gesteund die na 1 januari 2020 zijn gestart?
11 Is het doeltreffend om bij de beoogde bijstand voor zelfstandigen het bestaande urencriterium te hanteren? Heeft u een lagere uitkering overwogen voor ondernemers die inkomen verdienden, maar niet aan het wettelijk vereist aantal uren komen? Vallen deze mensen geheel buiten de boot?
12 Wat is de reden dat de bijstand voor zelfstandigen alleen wordt toegekend aan bedrijven die gestart zijn voor 1 januari 2020? Een bedrijf wat gestart is op 1 februari 2020 kan toch net zo goed zwaar getroffen worden? Kunt u dit heroverwegen?
Antwoord 7, 8, 11 en 12
Dit is onderdeel van de uitwerking van de in de brief van 17 maart 2020 aan de Tweede Kamer aangekondigde regeling voor tijdelijke aanvullende inkomensondersteuning van zelfstandig ondernemers. Zodra deze regeling gereed is zal de Kamer daarover geïnformeerd worden.
Vraag 9
Vallen kerkgenootschappen als werkgever ook onder het tijdelijke Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)?
Antwoord 9
Deze vraag kan worden beantwoord als de regeling is uitgewerkt.
Vraag 10
Hoe gaat u de komende tijd monitoren of de genomen maatregelen ten aanzien van overbrugging voor werkbehoud het beoogde effect bereiken? En hoe wordt gemonitord of het budget toereikend is?
Antwoord 10
De effectiviteit van de regeling zal gemonitord worden. Monitoring en evaluatie zullen onderdeel uitmaken van de regeling. Het kabinet zal daar op een later moment op terugkomen zodra de regeling gereed is.
Vraag 11 en 12
11 Is het doeltreffend om bij de beoogde bijstand voor zelfstandigen het bestaande urencriterium te hanteren? Heeft u een lagere uitkering overwogen voor ondernemers die inkomen verdienden, maar niet aan het wettelijk vereist aantal uren komen? Vallen deze mensen geheel buiten de boot?
12 Wat is de reden dat de bijstand voor zelfstandigen alleen wordt toegekend aan bedrijven die gestart zijn voor 1 januari 2020? Een bedrijf wat gestart is op 1 februari 2020 kan toch net zo goed zwaar getroffen worden? Kunt u dit heroverwegen?
Antwoord 11 en 12
Zie het antwoord bij vraag 7. Herin is ook de beantwoording op vraag 11 en 12 meegenomen.
Vraag 13
Kan met de regeling waarbij via nacalculatie gemeenten volledig worden gecompenseerd voor het extra beroep op aanvullende bijstand, bedrijfskapitaal en voor uitvoeringskosten, voorkomen worden dat (tijdelijke) budgettaire knelpunten gaan optreden voor gemeenten?
Antwoord 13
Via nacalculatie krijgen gemeenten de uitgaven voor de regeling gecompenseerd door het Rijk. Hiermee wordt voorkomen dat gemeenten er op voor- of achteruit gaan. Om gemeenten snel in staat te stellen met de regeling aan de slag te gaan, wordt op korte termijn € 250 miljoen aan gemeenten uitgekeerd. SZW en gemeenten voeren intensief overleg over de voortgang. Op basis van signalen van gemeenten wordt bezien in hoeverre verdere bevoorschotting noodzakelijk is.
Vraag 14
Op welke manier worden flexwerkers, mensen met nulurencontracten en uitzendkrachten die als gevolg van corona, of door de coronacrisis, geen werk meer hebben zo snel mogelijk inkomenszekerheid geboden?
Antwoord 14
De nieuwe subsidieregeling is ook van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft. Denk bijvoorbeeld aan werknemers met een oproepcontract of een flexibel contract, voor zover zij in dienst blijven gedurende de aanvraagperiode. Werkgevers kunnen dus ook werknemers met flexibele contracten met behulp van de tegemoetkoming in de loonkosten in dienst houden. Ditzelfde geldt voor uitzendbureaus die uitzendkrachten in dienst hebben en houden. Het kabinet doet dan ook nadrukkelijk een oproep aan bedrijven om deze mensen in dienst te houden.
Vraag 15
Welke stappen moeten er worden gevolgd als het budget op een later moment moet worden aangepast?
Antwoord 15
Het kabinet zal de komende periode bezien of het nodig is om de nu beschikbaar gestelde budgetten aan te passen. Als dat het geval is, dan kan het kabinet dat middels een nieuwe incidentele suppletoire begroting of een regulier begrotingsstuk aan u voorleggen.
Vraag 16
Worden gemeenten volledig gecompenseerd voor de nieuwe uitkering voor zelfstandigen?
Antwoord 16
Zie het antwoord op vraag 13.
Vraag 17
Worden gemeenten volledig gecompenseerd voor de uitgebreide mogelijkheden voor leningen voor bedrijfskapitaal voor zelfstandigen?
Antwoord 17
Zie het antwoord op vraag 13.
Vraag 18
Klopt het dat onder de huidige voorwaarden leningen voor bedrijfskapitaal niet altijd volledig worden gecompenseerd vanuit de rijksoverheid?
Antwoord 18
Met ingang van 2020 is de Bbz herzien, waaronder ook de financieringssystematiek aan gemeenten. Daarmee is het financiële risico van het verstrekken van Bbz-leningen in belangrijke mate verlegd van het Rijk naar de verstrekkende gemeente en tegelijkertijd het financiële voordeel dat de gemeente kan behalen bij een adequaat kredietbeheer en bij selectiviteit bij het verstrekken van leningen verhoogd. Het gaat dan om een financieringssystematiek waarin het Rijk per saldo nog 25% van het door gemeenten verstrekte Bbz-kapitaal bekostigt, en waarbij de gemeenten alle van Bbz-gerechtigden terugontvangen aflossingen en rente uit die verstrekte leningen zelf mogen houden. Deze methode van financiering geldt niet voor de nieuwe regeling. Gemeenten worden via nacalculatie gecompenseerd voor alle gemaakte kosten.
Vraag 19
Wat zijn de verwachte extra uitvoeringskosten van de aangekondigde regelingen voor het UWV en gemeenten?
Antwoord 19
De diverse maatregelen die UWV en gemeenten gaan uitvoeren worden op dit moment nog uitgewerkt. De hoogte van de uitvoeringskosten voor UWV en gemeenten zijn afhankelijk van de vormgeving van de regelingen. Een eerste inschatting van de uitvoeringskosten die gemeenten maken voor uitvoering van de nieuwe regeling is circa € 300 miljoen. De Kamer wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd wanneer hier meer duidelijkheid over is.
Vraag 20
Wat gaat u concreet doen om bureaucratie bij de diverse voorgenomen crisismaatregelen op het terrein van werk en inkomen te voorkomen en om ervoor te zorgen dat bedoelde regelingen eind van deze, of begin van de volgende maand operationeel zijn, en tot uitkering komen? Klopt het dat bij de uitwerking van regelingen snelheid voorrang moet krijgen en zorgvuldigheid niet mag vertragen?
Antwoord 20
De omstandigheden vragen om maatregelen op zeer korte termijn. Voor de NOW geldt dat SZW en UWV op dit moment met grote inzet werken om op korte termijn tot een werkbare tegemoetkomingsregeling te komen om zo snel mogelijk een loket te kunnen openen bij het UWV dat de al ingediende en nog in te dienen aanvragen in behandeling kan nemen. De snelheid waarmee bedrijven geld krijgen is één van de belangrijkste elementen die meegenomen worden bij de vormgeving van de nieuwe regeling. UWV zal op basis van de aanvraag een voorschot van de tegemoetkoming (in elk geval 80% van het bedrag) verstrekken. Achteraf wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke verlies in omzet is geweest en wordt definitief afgerekend.
Voor de nieuwe regeling voor zelfstandigen geldt dat SZW in nauw overleg is met de experts van gemeenten, VNG en Divosa bezig om snel een regeling uit te werken die gemeenten de mogelijkheid biedt om aanvragen snel af te handelen. Daarbij wordt ook gezamenlijk gewerkt aan praktische zaken zoals standaardaanvraag-formulieren en ICT-voorzieningen. De regeling is nog niet van kracht. Gemeenten die zzp’ers alvast willen ondersteunen in afwachting van de nieuwe regeling kunnen dit doen door middel van het verlenen van een voorschot.
Bij beide regelingen geldt dat snelheid van belang is maar zorgvuldigheid in relatie tot uitvoering en het beperken van frauderisico’s ook betracht moet worden. Het kabinet streeft naar een goede balans daartussen, in het licht van huidige situatie.
Vraag 21
Worden gemeenten gecompenseerd voor extra kosten die zij maken voor uitvoering van het Besluit tijdelijke ondersteuning zelfstandigen?
Antwoord 21
Zie het antwoord op vraag 13.
Vraag 22
Klopt het dat door het urencriterium van minimaal 1.225 uur, per week 23,5 uur, zelfstandigen die zijn gestart na 1 januari 2020 niet onder de reikwijdte van het Besluit tijdelijke ondersteuning zelfstandigen vallen?
Antwoord 22
Dit is onderdeel van de uitwerking van de in de brief van 17 maart 2020 aan de Tweede Kamer aangekondigde regeling voor tijdelijke aanvullende inkomensondersteuning van zelfstandig ondernemers. Zodra deze regeling gereed is zal de Kamer daarover geïnformeerd worden.
Vraag 23
Kunnen bedrijven die uit voorzorg dichtgaan omdat als gevolg van de 1,5 meter afstandseis het werk niet veilig kan worden gedaan (bijvoorbeeld in het geval van rijinstructeurs en fysiotherapeuten), in aanmerking komen voor (een van de) regelingen uit het noodpakket? Indien ja, welke?
Antwoord 23
Ja, deze werkgevers komen in aanmerking voor de NOW mits zij aan de geldende voorwaarden voldoen.
Vraag 24
Kunnen bedrijven die wel geopend zijn maar veel minder toeloop krijgen (bijvoorbeeld kledingwinkels of campinghouders) in aanmerking komen voor (een van de) regelingen uit het noodpakket? Indien ja, welke?
Antwoord 24
Ja, deze werkgevers komen in aanmerking voor de NOW mits zij aan de geldende voorwaarden voldoen.
Vraag 25
Geldt de NOW ook voor mensen die niet in Nederland belastingplichtig zijn? Waarom is niet gekozen voor het aanbrengen van een staffel in de mate van tegemoetkoming
Antwoord 25
Deze punten worden nader uitgewerkt in de regeling.
Vraag 26, 35, 39, 56 en 64
26 Welke definitie van 90% van de loonsom wordt gehanteerd?
35 Wat is de huidige verwachting van het gebruik van NOW?
39 Kunt u (op hoofdlijnen) toelichten op welke aannames en/of berekeningen de bedragen van 10 miljard en 3,8 miljard zijn gebaseerd?
56 Kunt u het totaal aan verwachte leningen van 2 miljard euro onderbouwen?
64 Wat is de onderbouwing van de bedragen voor NOW (10 miljard euro) en Bijzondere Bijstand voor Zelfstandigen (1,5 miljard euro)? Van welke aantallen is uitgegaan?
Antwoord 26, 35, 39, 56 en 64
Hoe groot de uitgaven aan de NOW zijn, hangt sterk af van het aantal aanvragen van werkgevers en de omvang van deze aanvragen (op basis van het verwachte omzetverlies). De verwachte uitgaven van € 10 miljard zijn gebaseerd op de inschatting dat een kwart van de werkgevers gebruik maakt van de regeling, en dat zij gemiddeld een omzetverlies verwachten van 45%. Het betreft een grove inschatting die met grote onzekerheid is omgeven. Indien het aantal aanvragen hoger is en/of de omvang van de aanvragen groter, dan nemen de kosten toe.
Om tot deze inschatting te komen is gekeken naar loonsommen per bedrijfstak uit de nationale rekeningen van het CBS. De verwachting is dat overheidssectoren niet of nauwelijks gebruik maken van de regeling terwijl sectoren als horeca waarschijnlijk relatief veel gebruik maken. Gemiddeld komen we tot een inschatting van een kwart van de werkgevers.
De inschatting van het gebruik zoals hierboven gegeven, is naar rato van de loonsom. Het feitelijke aantal werkgevers dat een aanvraag doet kan uiteraard hoger zijn dan een kwart van alle werkgevers, als bijvoorbeeld kleine werkgevers meer dan gemiddeld gebruik maken van de regeling.
Op basis van een grove inschatting van het gebruik van de tijdelijke regeling voor zelfstandigen is geschat dat de budgettaire gevolgen € 3,8 miljard bedragen. Het gaat hierbij niet om een budget, maar een inschatting van de budgettaire gevolgen. Daarbij geldt dat iedereen met recht op ondersteuning, dat ook ontvangt. Het betreft een openeinderegeling.
Voor levensonderhoud wordt verwacht dat 300.000 zelfstandigen aanvullende bijstand zullen ontvangen van gemiddeld € 5.000 per 3 maanden per zelfstandige (€ 1,5 miljard). Voor kapitaalverstrekking is ingeschat dat er 200.000 zelfstandigen een lening van 10.000 euro aan zullen vragen (€ 2 miljard). Een groot deel van deze leningen ontvangt de overheid later terug. Daarnaast is alvast een reservering gemaakt ter hoogte van € 300 miljoen voor de uitvoeringskosten. Zie antwoord op vraag 2 voor de inschatting van het gebruik van de regeling voor zelfstandigen.
Vraag 27
Is voorzien in een vorm van ondersteuning, in lijn met het NOW, voor de categorie uitzendkrachten waarbij het dienstverband is komen te vervallen na het uitzendbeding (bijvoorbeeld bij einde opdracht)?
Antwoord 27
De NOW-regeling is ook van toepassing op de loonkosten voor uitzendkrachten, met of zonder uitzendbeding. De uitzendwerkgever kan via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en wordt gecompenseerd voor de loonkosten voor mensen die hij nog in dienst heeft. Voor uitzendwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers. Als de uitzendkracht door de opdrachtgever is «teruggestuurd» en het uitzendbeding is ingeroepen, kan het uitzendbureau de uitzendkracht een tijdelijk contract voor de duur van de tegemoetkoming aanbieden.
Vraag 28
Geldt NOW ook voor niet-ondernemingen, zoals kerken en sportclubs, die geen onderneming zijn maar wel werkgever (en die een omzetterugval zien, bijvoorbeeld door minder zaalverhuur en minder entreegelden)?
Antwoord 28
Deze vraag kan worden beantwoord als de regeling is uitgewerkt.
Vraag 29
Op welke wijze worden de middelen over de gemeenten verdeeld? Wordt daarbij ook rekening gehouden met kleine en middelgrote gemeenten?
Antwoord 29
Op korte termijn wordt € 250 miljoen euro over gemeenten verdeeld zodat zij snel aan de slag kunnen met de uitvoering van de nieuwe regeling. De verdeling van deze middelen ligt nog niet vast. Een mogelijkheid die wordt onderzocht is een verdeling gebaseerd op het aantal zelfstandigen in gemeenten. Deze verdeelmaatstaf is alleen van belang voor de bevoorschotting. Het uiteindelijke budget dat gemeenten ontvangen zal worden gebaseerd op de werkelijke uitgaven van gemeenten.
Vraag 30
Klopt het dat het UWV per registratie van een ziektemelding 2,82 euro moet betalen aan het zelfstandige bestuursorgaan (ZBO) Logius voor het gebruik van het systeem Digipoort?
Antwoord 30
De jaarlijkse kosten die UWV maakt voor de verzuimmelder is niet gebaseerd op een p*q berekening. Voor de verzuimmelder betaalt UWV in 2020 1,4 miljoen euro. Een kleine toe of afname in het aantal verzuimmeldingen zal geen impact hebben op de totaalkosten voor UWV. Dit komt omdat de totaalkosten van Digipoort op basis van verschillende verdeelsleutels over alle gebruikers wordt verdeeld. Deze verdeelsleutels worden op basis van meerjarenramingen vastgesteld.
Vraag 31
Bent u van plan om in de regelingen een antimisbruikbepaling op te nemen? Indien ja, hoe ziet die er in grote lijnen uit?
Antwoord 31
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 32
Welke acties onderneemt u om na te gaan hoe Werkloosheidswet (WW)-gerechtigden op korte termijn direct en indirect ingezet kunnen worden in, en ter ondersteuning van, vitale sectoren?
Antwoord 32
Voor veel mensen is het vinden van een nieuwe baan in deze omstandigheden waarbij veel bedrijven zijn gesloten lastig. Aan de andere kant zijn er sectoren met vitale functies waar extra inzet welkom of zelfs noodzakelijk is. Er zijn al diverse matchingsinitiatieven van collega’s in specifieke sectoren zoals de zorg waar de nood hoog is. In samenwerking met UWV, bedrijfsleven en instellingen wordt gekeken naar waar snelle matches mogelijk zijn. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de regionale infrastructuur zoals werkgeverservicepunten en private intermediairs.
Vraag 33
Hoe gaat u ervoor zorgen dat gemeenten alle middelen en ondersteuning van de rijksoverheid krijgen, om de naar verwachting meer dan 100.000 bijstandsaanvragen van zzp’ers vanaf begin volgende week te verwerken? Kunnen zzp’ers eind van deze maand of uiterlijk begin volgende maand – al dan niet via bevoorschotting – zeker een uitkering tegemoet zien?
Antwoord 33
Het Ministerie van SZW heeft samen met VNG en Divosa een ondersteuningsstructuur ingericht om gemeenten zo goed mogelijk te faciliteren. Zo bezien we samen met de ICT-leveranciers de mogelijkheid dat aanvragen (levensonderhoud en lening bedrijfskapitaal) digitaal worden ingediend en in hoge mate geautomatiseerd dan wel digitaal ondersteund worden afgehandeld. Gemeenten zullen volledig gecompenseerd worden voor het extra beroep op aanvullende bijstand, bedrijfskapitaal en voor uitvoeringskosten.
De regeling is nog niet van kracht. Gemeenten die zzp’ers alvast willen ondersteunen in afwachting van de nieuwe regeling kunnen dit doen door middel van het verlenen van een voorschot. Een aantal gemeenten is hier zelfs al mee begonnen.
Vraag 34
Welke acties onderneemt u om maatschappelijke initiatieven te ondersteunen ter bestrijding van het «eenzaamheidsvirus»?
Antwoord 34
De huidige situatie vraagt veel van ons allen. Vooral kwetsbare mensen groepen, zoals ouderen, dreigen daardoor in een isolement te raken. Ouderen krijgen minder bezoek en moeten zelf ook vaker binnen blijven. Het kabinet ondersteunt de oproep van velen, en onder andere de Koning, om elkaar op afstand te blijven ondersteunen. Overigens heeft VWS sinds 2018 het actieprogramma «één tegen eenzaamheid» om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan.
Vraag 35
Wat is de huidige verwachting van het gebruik van NOW?
Antwoord 35
Zie het antwoord op vraag 26. Hier is ook de beantwoording op vraag 35 meegenomen.
Vraag 36
Wat is de huidige verwachting van het gebruik van de extra uitkering voor zelfstandigen?
Antwoord 36
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 37
Op welke wijze is eventuele compensatie voor de eigen bijdrage van de kinderopvang reeds verwerkt in de incidentele suppletoire begroting?
Antwoord 37
De compensatie voor de eigen bijdrage is niet verwerkt in de incidentele suppletoire begroting. Op dat moment was de vormgeving van de compensatie namelijk nog niet helder. Inmiddels is dit verder uitgewerkt en is de verdere vormgeving geland in een intentieverklaring, die getekend is door Staatssecretaris Van Ark (SZW), Staatssecretaris Van Huffelen (Belastingdienst Toeslagen en Douane) en de brancheverenigingen voor kinderopvangorganisaties en ouders. Het kabinet komt later bij u terug op de verwerking in de begroting.
Vraag 38
Welke regelingen en mogelijkheden zijn er voor ondernemers die werken met personeel via een payroll-constructie?
Antwoord 38
De NOW-regeling is ook van toepassing op de loonkosten voor payrollkrachten. De payrollwerkgever kan via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en wordt gecompenseerd voor de loonkosten voor mensen die hij nog in dienst heeft. Voor payrollwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers. Ingeleend personeel telt niet mee in de loonsom van het bedrijf waar de werkzaamheden worden verricht.
Vraag 39
Kunt u (op hoofdlijnen) toelichten op welke aannames en/of berekeningen de bedragen van 10 miljard en 3,8 miljard euro zijn gebaseerd?
Antwoord 39
Zie et antwoord op vraag 26. Hier is ook de beantwoording op vraag 39 meegenomen.
Vraag 40
Is er al enige inschatting van de uitgaven na deze drie maanden? Verwacht u bij een gelijke situatie ook gelijke bedragen voor de drie maanden daarna?
Antwoord 40
Er is een grove inschatting gemaakt van de verwachte uitgaven voor NOW en de tijdelijke regeling voor zelfstandigen voor drie maanden. Nadere besluitvorming over de periode na 3 maanden volgt. Het budget zal in overeenstemming met die besluitvorming worden aangepast.
Vraag 41
Op welke manier kunnen uitzendkrachten in fase A van de cao van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) of fase 1/2 van de cao van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) gebruik maken van de NOW?
Antwoord 41
De NOW-regeling is ook van toepassing op de loonkosten voor uitzendkrachten, met of zonder uitzendbeding. De uitzendwerkgever kan via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en wordt gecompenseerd voor de loonkosten voor mensen die hij nog in dienst heeft. Voor uitzendwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers. Als de uitzendkracht door de opdrachtgever is «teruggestuurd» en het uitzendbeding is ingeroepen, kan het uitzendbureau de uitzendkracht een tijdelijk contract voor de duur van de tegemoetkoming aanbieden (zie ook het antwoord op vraag 27).
Vraag 42
Op welke manier kunnen werknemers met een nulurencontract die minder dan een half jaar in dienst zijn bij hun huidige werkgever gebruik maken van de NOW?
Antwoord 42
De NOW is ook van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, zoals werknemer met een nulurencontract. De duur van het dienstverband is hier geen voorwaarde voor, mits de werkgever wel het loon doorbetaalt. Als de werkgever niet het loon doorbetaalt wordt hij niet gecompenseerd via de NOW. Het kabinet doet dan ook een oproep aan bedrijven om deze mensen in dienst te houden en het loon door te betalen voor de uren die ze eerder gewerkt hebben.
Vraag 43
Wat is het beleid voor kapperszaken en schoonheidssalons en hoe wordt dit gecommuniceerd? Kunnen zij gebruik maken van de nieuwe arbeidstijdsverkortingsregeling indien zij besluiten dicht te gaan in verband met corona (en van de regeling voor zelfstandigen in de bijstand waar het zzp’ers betreft) aangezien zij niet worden verplicht te sluiten? Mogen werknemers in schoonheidszaken en kapperszaken die een zwakke gezondheid hebben zich ziekmelden? En hoe is dit voor andere medewerkers in deze branche die zich onveilig voelen?
Antwoord 43
Maandag 23 maart heeft het kabinet aanvullende maatregelen genomen in de aanpak van het coronavirus. Voor onder andere kappers en schoonheidsspecialisten geldt tot 6 april dat zij helaas hun vak niet meer mogen uitoefenen. Ook zij komen in aanmerking voor de NOW, als ze werkgever zijn en verder aan de voorwaarden voldoen. Voor zelfstandigen waarvan het inkomen door de coronacrisis onder het sociaal minimum komt is er de tijdelijke aanvullende inkomensondersteuning.
Vraag 44
Klopt het dat de hoogte van de uitkering in de Bijstand voor zelfstandigen (Bbz) voor 18 tot en met 20-jarigen slechts 260 euro bedraagt?
Antwoord 44
Op grond van het Bbz 2004 wordt het inkomen aangevuld tot het toepasselijke sociaal minimum. Het sociaal minimum voor alleenstaanden in de leeftijd van 18 jaar tot 21 jaar bedraagt € 259,78 per maand inclusief vakantietoeslag (datum 1 januari 2020).
Vraag 45
Kan toegelicht worden waarom de regeling voor werkbehoud voor 80% «bevoorschot» wordt aan werkgevers? Wat betekent dit concreet voor werkgevers?
Antwoord 45
Werkgevers krijgen voorafgaand aan de uiteindelijke vaststelling van de subsidie (nadat de omzetgegevens en loonkosten definitief vastgesteld kunnen worden) een voorschot van 80% van dat bedrag uitgekeerd door UWV. Op die manier beschikken werkgevers zo snel mogelijk over de financiële middelen om loonkosten te voldoen.
Vraag 46
Wanneer verwacht u een besluit te nemen over de verdeling van de begrote 10 miljard euro voor overbrugging voor werkbehoud over Nederlandse gemeenten en Caribisch Nederland? Kunt u al een indicatie geven van die verdeling?
Antwoord 46
Zoals vermeld in de brief beziet het kabinet de mogelijkheden voor ondersteunende maatregelen ten behoeve van Caribisch Nederland in lijn met de inzet in Europees Nederland. De inzet is thans gericht op het uitwerken van een adequaat maatregelenpakket voor Caribisch Nederland. Het zoeken naar een binnen de lokale context passende en uitvoerbare regeling staat daarbij voorop. Het maatregelenpakket voor Caribisch Nederland op dit moment nader uitgewerkt. Wanneer meer bekend is over de verdeling van de uitgaven over de verschillende regelingen wordt u hierover geïnformeerd.
Vraag 47
Kunnen maatregelen met een looptijd van drie maanden als de nood aan de man komt worden verlengd? Waarom staat er in de Kamerbrief over het noodpakket bij de regeling voor tegemoetkoming loonkosten (Kamerstuk 35 415, nr. 2) expliciet «Deze periode kan eenmalig worden verlengd met nog een keer 3 maanden»?
Antwoord 47
Ja dit kan. Eventueel – afhankelijk van de genomen maatregelen en de economische situatie op dat moment – kunnen de voorwaarden worden aangepast. Hierop wordt nader in gegaan in de regeling.
Vraag 48
Hebben zpp'ers, die bijvoorbeeld recent zijn gestart en niet voldoen aan het urencriterium, recht op de Bbz-uitkering?
Antwoord 48
Dit is onderdeel van de uitwerking van de in de brief van 17 maart 2020 aan de Tweede Kamer aangekondigde regeling voor tijdelijke aanvullende inkomensondersteuning van zelfstandig ondernemers. Zodra deze regeling gereed is zal de Kamer daarover geïnformeerd worden.
Vraag 49
Wat zijn de kosten als de Bbz-uitkering voor zzp'ers op het niveau van de Wet minimumloon (Wml) wordt gezet?
Antwoord 49
De regeling voor zelfstandigen is aanzienlijk versoepeld ten opzichte van het Bbz doordat er geen sprake is van een partner- of vermogenstoets of toets op levensvatbaarheid. Hierdoor wordt de tijdelijke regeling beschikbaar voor veel meer mensen. Dat neemt niet weg dat de regeling alleen bedoeld is voor mensen die in hoge financiële nood verkeren, zoals past bij het karakter van een vangnetuitkering. De regeling vindt zijn juridische grondslag in de Participatiewet. Dat betekent dat niet afgeweken kan worden van de geldende bijstandsnormen. Wanneer de nieuwe regeling afwijkende normbedragen toepast, heeft dit ook gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Met een inkomen ter hoogte van het sociaal minimum hebben mensen voldoende inkomen om te voorzien in de noodzakelijke middelen van bestaan. Het is niet aan de orde om de ondersteuning uit de nieuwe regeling te verhogen naar het WML-niveau. Daarnaast zou dit leiden tot ongelijkheid ten opzichte van de regelingen voor werknemers. In geval van baanverlies worden zij niet standaard aangevuld tot WML-niveau. Een inschatting van de budgettaire gevolgen geeft dat het om extra uitgaven van grofweg € 250 miljoen voor een periode van 3 maanden gaat.
Vraag 50
Is de 1,5 miljard euro alleen bedoeld voor zelfstandigen van wie het inkomen onder het niveau van de bijstand komt, of ook voor zelfstandigen van wie het inkomen van 5.000 euro naar 2.000 euro per maand is gegaan?
Antwoord 50
De nieuwe regeling voor zelfstandigen biedt inkomensondersteuning aanvullend op het eigen inkomen tot het sociaal minimum en is bedoeld om te voorzien in de noodzakelijke middelen van bestaan. Hierdoor komen zelfstandigen met een inkomen boven het sociaal minimum niet in aanmerking voor aanvullende bijstand. Zij hebben voldoende inkomen om deze periode de noodzakelijke kosten van bestaan op te vangen.
Vraag 51
Heeft u of gaat u nog maatregelen aankondigen voor mensen wiens WW-uitkering de komende weken/maanden afloopt en waarvoor de kans op een baan door de crisis miniem is geworden? Is een tijdelijke verlenging van de WW een beleidsoptie die u overweegt?
Antwoord 51
Het kabinet zet met de NOW-regeling vol in op het behoud van werkgelegenheid bij de werkgever. In plaats van de WW te verlengen, wordt zo de periode dat iemand in de WW komt voorkomen of wellicht uitgesteld. Generieke verlenging van de WW wordt momenteel niet overwogen.
Vraag 52
Kunt u uitleggen wat het verschil is tussen de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud en werktijdverkorting? Wat verandert er precies?
Antwoord 52
De NOW kent andere voorwaarden dan de regeling werktijdverkorting (wtv-regeling). Het kabinet wil graag meer werkgevers financieel tegemoetkomen en wil dit sneller doen dan binnen de ingetrokken wtv-regeling.
Werkgevers kunnen onder de NOW een aanvraag indienen voor een substantiële tegemoetkoming in de loonkosten, en hiervoor van UWV een voorschot ontvangen. Bij de wtv-regeling werd de werkgever achteraf gecompenseerd.
Het aanvraagproces is door loskoppeling van de wtv en WW sterk vereenvoudigd, en er worden geen WW-rechten van werknemers opgesoupeerd. Daarnaast wordt in plaats van werkvermindering omzetverlies als criterium gebruikt. En om werkgevers snel duidelijkheid en zekerheid te bieden, hoeft onder de nieuwe regeling niet te worden aangetoond in welke mate de buitengewone omstandigheden hebben bijgedragen tot het omzetverlies.
Vraag 53
Kunt u uitleggen waarom u ervoor kiest de maatregelen wat betreft werktijdverkorting te vervangen door de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud? Wat is de meerwaarde hiervan?
Antwoord 53
De uitbraak van het Coronavirus heeft ertoe geleid dat er een ongekend groot beroep is gedaan op de werktijdverkorting-regeling. Deze regeling was niet toegesneden op een dusdanig groot aantal beroepen en is daarom ingetrokken. Het kabinet wil meer werkgevers financieel tegemoet kunnen komen en wil dit vooral sneller doen dan binnen de wtv-regeling mogelijk was. Daarom is gekozen voor een nieuwe tegemoetkomingsregeling.
Vraag 54
Hoeveel bedrijven hebben in totaal werktijdverkorting aangevraagd? Wat gaat er met deze aanvragen gebeuren?
Antwoord 54
Op het moment van het intrekken van de regeling werktijdverkorting waren er meer dan 50.000 nog af te handelen aanvragen werktijdverkorting voor meer dan 750.000 werknemers.
Verleende toekenningen voor werktijdverkorting blijven van kracht. Als de werkgever na afloop daarvan verlenging wenst wil, kan hij een aanvraag indienen op basis van de NOW.
Aanvragen voor de ingetrokken wtv-regeling waarop nog niet is beslist worden beschouwd als een aanvraag voor de NOW; wel zal aanvullende informatie bij de indiener worden opgevraagd.
Vraag 55
Hoe is de hoogte van het bedrag van de lening van maximaal 10.000 euro voor ondernemers om liquiditeitsproblemen te ondervangen bepaald?
Antwoord 55
Het huidige artikel 22, van het Bbz 2004 bepaalt dat aan een gevestigde zelfstandige bijstand in de behoefte aan bedrijfskapitaal in de vorm van een bedrag om niet kan worden verleend indien het inkomen van de zelfstandige duurzaam lager is dan de bijstandsnorm en de verleende bijzondere bijstand en diens vermogen de in het Bbz 2004 geldende vermogensgrenzen niet te boven gaat. Het artikel heeft ertoe geïnspireerd het bedrijfskapitaal in de tijdelijke regeling vast te stellen op € 10.157, maar het artikel kan niet volledig worden doorgetrokken. Zo geldt in de tijdelijke regeling geen vermogenstoets. Ook blijft het inkomen van de partner buiten beschouwing.
Vraag 56
Kunt u het totaal aan verwachte leningen van 2 miljard euro onderbouwen?
Antwoord 56
Zie het antwoord op vraag 26. Hier is ook de beantwoording op vraag 56 meegenomen.
Vraag 57
Wat is de hoogte bij de tijdelijke regeling van de Bbz-uitkering voor alleenstaanden?
Antwoord 57
Op grond van de tijdelijke regeling zal het inkomen worden aangevuld tot het toepasselijke sociaal minimum. Het sociaal minimum voor alleenstaanden in de leeftijd van 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd bedraagt € 1.052,32 per maand inclusief vakantietoeslag (datum 1 januari 2020).
Vraag 58
Klopt het dat zzp'ers die gebruik willen maken van de tijdelijke ondersteuning via de BBz-regeling ingeschreven dienen te staan bij de Kamer van Koophandel (KvK)?
Antwoord 58
Dit is onderdeel van de uitwerking van de in de brief van 17 maart 2020 aan de Tweede Kamer aangekondigde regeling voor tijdelijke aanvullende inkomensondersteuning van zelfstandig ondernemers. Zodra deze regeling gereed is zal de Kamer daarover geïnformeerd worden.
Vraag 59
Tellen uitzendkrachten in het NOW mee in de loonsom?
Antwoord 59
De NOW-regeling is ook van toepassing op de loonkosten voor uitzendkrachten. Uitzendkrachten zitten in de loonsom van de uitzendwerkgever. Deze uitzendwerkgever kan via de NOW een tegemoetkoming aanvragen. Voor uitzendwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers.
Vraag 60
Hoe wordt voorkomen dat er fraude gepleegd wordt in de uitvoering van de maatregelen? Worden hier mechanismen voor ingebouwd?
Antwoord 60
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 61
Hebben platformwerkers recht op de NOW-regeling?
Antwoord 61
Ja, mits zij in dienst zijn bij de werkgever en voldoen aan de overige voorwaarden kan de werkgever een beroep doen op de NOW-regeling.
Vraag 62
Hoe wordt gemonitord of de nieuwe noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud het beoogde effect bereikt?
Antwoord 62
De effectiviteit van de regeling zal gemonitord worden. Monitoring en evaluatie zullen onderdeel uitmaken van de regeling. Het kabinet zal daar meer over delen op het moment dat de regeling gereed is.
Vraag 63
Is het economisch efficiënt om ouders de kinderopvang te laten betalen en het vervolgens weer terug te geven?
Antwoord 63
De sluiting van de kinderdagverblijven is een zeer uitzonderlijke situatie. De continuïteit van de sector is van belang. Op korte termijn is dat gewenst, omdat de kinderopvang noodopvang verzorgt voor de kinderen van ouders in cruciale beroepen. Op lange termijn is het wenselijk omdat kinderopvang een belangrijke functie in de economie en maatschappij vervult. Het ondersteunt de arbeidsparticipatie van ouders en stimuleert de ontwikkeling van kinderen.
De kinderopvang is zo georganiseerd dat ouders zelf de factuur betalen aan de kinderopvang. Van de Belastingdienst ontvangen ouders die daar recht op hebben via de kinderopvangtoeslag een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang. Voorwaarde daarvoor is wel dat ouders de volledige factuur betalen, want ouders hebben alleen recht op toeslag wanneer zij een eigen bijdrage betalen.
Op dit moment kunnen ouders geen gebruik maken van reguliere kinderopvang. Om betaling van de volledige factuur te realiseren (en daarmee terugvorderingen van toeslag bij ouders te voorkomen) wordt hun eigen bijdrage gecompenseerd, hetgeen de factuur grosso modo tot nul reduceert. Hierbij wordt aangesloten bij de huidige systematiek van kinderopvang: de ouders betalen de facturen en krijgen een toeslag. Daarbovenop komt dan tijdelijk de vergoeding van de eigen bijdrage door de kinderopvangorganisatie. Met deze oplossing sluit het kabinet zoveel mogelijk aan bij de huidige systematiek en dit is daarmee het meest eenvoudig om op korte termijn in te richten. Bovendien vergemakkelijkt deze oplossing terugkeer naar de normale situatie, zeker indien deze terugkeer op korte termijn plaats vindt.
Vraag 64
Wat is de onderbouwing van de bedragen voor NOW (10 miljard euro) en Bijzondere bijstand voor zelfstandigen (1,5 miljard euro)? Van welke aantallen is uitgegaan?
Antwoord 64
Zie het antwoord op vraag 26. Hier is ook de beantwoording op vraag 64 meegenomen.
Vraag 65
Bent u bereid om als harde voorwaarde voor de NOW te stellen dat flexwerkers, mensen met een tijdelijk contract en uitzendkrachten onder de NOW worden gebracht en dus in dienst blijven en een salaris blijven ontvangen voor het gebruikelijk aantal uren? Past dit binnen de begrootte 10 miljard euro?
Antwoord 65
De regeling wordt zodanig ingericht dat deze toereikend is om (uitzend)werkgevers in staat te stellen om ook werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, aan te kunnen houden. Het kabinet doet daarbij een dringende oproep aan het adres van de (uitzend)werkgevers om zoveel mogelijk werknemer in dienst te houden voor de uren die zij werkten. Het kabinet kan verder op dit moment niet vooruitlopen op de voorwaarden van de regeling omdat deze nog in ontwikkeling is.
Vraag 66
Waarom worden de verwachte uitgaven NOW in een later stadium nog verdeeld over meerdere jaren?
Antwoord 66
NOW-subsidies worden toegekend op basis van verwacht omzetverlies en loonsom. Uiteindelijk wordt op basis van realisatiecijfers afgerekend. De verwachting is dat de afrekening niet allemaal afgerond worden in 2020 maar meerjarig door zal lopen. Er zal ook na 2020 nog sprake zijn van subsidie-afrekeningen, terugontvangsten en uitvoeringskosten.
Vraag 67
Wordt 80% van de gehele loonsom of van het te compenseren bedrag aan werkgevers bevoorschot? Gaat het hier om netto loon, bruto loon of bruto loon plus werkgeversbijdrage?
Antwoord 67
De berekening van de subsidie, de definitie van loonsom en de wijze van bevoorschotting wordt uitgewerkt in de regeling.
Vraag 68
Wat is de geplande termijn voor het verder afrekenen van de overige 20% binnen het NOW?
Antwoord 68
Aan de voorwaarden voor de regeling wordt momenteel nog gewerkt.
Vraag 69
Hoe moet het bedrag van 250 miljoen euro die wordt overgemaakt aan gemeenten gezien worden in relatie tot het totaal benodigde bedrag? Voor hoe lang is dit voldoende om de bijstand aan zelfstandigen te kunnen uitkeren?
Antwoord 69
Het bedrag van € 250 miljoen betreft een eerste voorschot om de eerste aanvragen te verwerken. Het totaal benodigde bedrag is geraamd op € 3,8 miljard voor de eerste drie maanden. Het kabinet zal de vraag monitoren en op basis van signalen van gemeenten wordt bezien in hoeverre verdere bevoorschotting noodzakelijk is.
Vraag 70
Welk bedrag is gemoeid met de aangekondigde maatregel voor de kinderopvang om het teveel betaalde deel (verschil tussen factuurbedrag en de ontvangen kinderopvangtoeslag) over de periode 16 maart tot en met 6 april over te maken aan ouders? Is hiervoor nog een begrotingswijziging nodig?
Antwoord 70
De compensatie voor de eigen bijdrage is niet verwerkt in de incidentele suppletoire begroting, omdat op dat moment de vormgeving van de compensatie nog niet helder was. Inmiddels is dit verder uitgewerkt (zie ook antwoord vraag 37).
De eigen bijdrage bestaat uit twee delen. Het deel tot de wettelijke maximum uurprijs en het deel boven de maximum uurprijs voor zover kinderopvangorganisaties een prijs boven de maximum uurprijs vragen. Het deel tot de maximum uurprijs wordt gecompenseerd door de rijksoverheid. Dit deel betreft circa € 100 miljoen per maand. Het deel boven de maximum uurprijs wordt gecompenseerd door de kinderopvangorganisaties zelf. De compensatie voor de aangeven periode is circa 75% van het maandbedrag aangezien het om circa 3 weken gaat. Mocht de situatie onverhoopt langer aanhouden, dan kan de compensatie van de eigen bijdrage bijvoorbeeld met enkele weken verlengd worden. Daarnaast zijn er uitvoeringkosten voor de betrokken partijen, die nader in kaart gebracht moeten worden. Het kabinet komt later bij u terug op de verwerking in de begroting.
Vraag 71
Hoeveel kost het om mensen die een WW-uitkering hebben tegemoet te komen door de periode van de WW-uitkering met drie maanden te verlengen?
Antwoord 71
Op korte termijn is het enkel mogelijk om een grove indicatie te geven van de budgettaire gevolgen en deze zijn afhankelijk van de vormgeving van de maatregel. In 2019 stroomden ruim 137.000 mensen de WW uit vanwege het bereiken van de maximale duur. De verwachting is dat in de huidige situatie het bereiken van de maximale duur vaker voor zal gaan komen als uitstroomreden. Als we de komende 3 maanden voor mensen die de maximale duur in de WW bereiken de WW met nog 3 maanden zouden verlengen en we gaan er vanuit dat dit voor ongeveer 50.000 mensen voor zou komen, dan bedragen de extra uitgaven aan WW-uitkeringen ongeveer 235 miljoen euro voor 3 maanden.
Vraag 72
Hoeveel kost het om mensen die een Ziektewetuitkering hebben tegemoet te komen door de periode van de uitkering met drie maanden te verlengen?
Antwoord 72
Op korte termijn is het enkel mogelijk om een grove indicatie te geven van de budgettaire gevolgen en deze zijn afhankelijk van de vormgeving van de maatregel. In 2019 verlieten ruim 25.000 de ZW vanwege het bereiken van de maximale uitkeringstermijn. Bovendien verlieten nog eens 12.000 personen de ZW, omdat zij met algemeen geaccepteerde arbeid 65% of meer van hun maatmanloon (meestal het laatstverdiende loon) konden verdienen bij de eerstejaarsziektewetbeoordeling. Als voor deze groep personen de uitkering wordt verlengd, dan betreffen de extra uitgaven aan ZW-uitkeringen grofweg € 145 miljoen voor een periode voor 3 maanden.
Vraag 73
Hoeveel kost het om mensen die een Loongerelateerde uitkering (LGU) in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben tegemoet te komen door de periode van de LGU met drie maanden te verlengen?
Antwoord 73
Op korte termijn is het enkel mogelijk om een grove indicatie te geven van de budgettaire gevolgen en deze zijn afhankelijk van de vormgeving van de maatregel. Dit betreft alleen mensen in de WGA 35–80 omdat daar na de loongerelateerde fase een lagere vervolguitkering of loonaanvullingsuitkering volgt. Naar schatting zitten ruim 17.000 mensen in de WGA 35–80 in de loongerelateerde fase. Deze mensen 3 maanden langer een loongerelateerde uitkering betalen zou naar schatting ongeveer 55 miljoen euro aan extra WGA uitkeringslasten opleveren voor 3 maanden.
Vraag 74
Hoe wordt omgegaan met mensen met een loonaanvullingsuitkering (LAU) als deze mensen er door de coronacrisis niet in slagen om tussen de 50% en 100% te verdienen van wat ze volgens de arbeidsdeskundige kunnen verdienen? Vervallen zij tot de veel lagere vervolguitkering (VVU)? Hoeveel kost het om deze mensen voor de duur van drie maanden in de LAU te houden?
Antwoord 74
Het kabinet richt zich op dit moment op het inregelen van een vangnet waar dat in het licht van deze ongekende crisis het hardst nodig is. Met de inzet op de NOW wordt ook bevorderd dat WIA-gerechtigden die werken, hun werk kunnen behouden. Voor WIA-gerechtigden die niet werken, is het vangnet de WIA. Deze biedt, evt. in samenhang met de Toeslagenwet, minimaal een uitkering op het sociaal minimum (op niveau van het huishouden). Een verlenging van de duur van de LAU wordt momenteel niet overwogen.
Het is op dit moment niet in te schatten hoeveel mensen als gevolg van de coronacrisis niet meer zullen voldoen aan de inkomenseis in de WIA. Als gezegd doet het kabinet er alles aan om te bevorderen dat WIA gerechtigden die werken, ook hun werk kunnen behouden. Mochten zij toch terugvallen op de VVU dan ligt het inkomensverlies gemiddeld genomen op ongeveer 5.000 euro per jaar.
Vraag 75
Zijn mensen met een bijstandsuitkering en mensen met een WW-uitkering ontheven van de sollicitatieplicht gedurende de coronacrisis? Zo nee, waarom niet en hoe wordt hiermee omgegaan?
Antwoord 75
Ook in deze lastige tijden blijven UWV en gemeenten werkzoekenden stimuleren om te solliciteren naar werk. Tegelijkertijd is het duidelijk dat ten gevolge van de coronamaatregelen de arbeidsmarkt zeer sterk in beweging is. Voor velen is het lastig om werk te vinden, maar er zijn ook sectoren waar juist behoefte is aan extra personeel. De uit de arbeidsverplichtingen voorkomende sollicitatieplicht blijft gehandhaafd. Gemeenten en UWV hebben voldoende mogelijkheden om op individuele basis een goede afweging te maken hoe om te gaan met deze verplichtingen. Werkzoekenden kunnen naast solliciteren nog allerlei andere activiteiten ondernemen zoals het netwerk in beeld brengen, toekomstige acties formuleren enzovoort. Ook daartoe worden zij door UWV gestimuleerd.
Als werkzoekenden niet aan hun sollicitatieplicht kunnen voldoen vanwege beperkingen door het coronavirus, bijvoorbeeld omdat een sollicitatiegesprek niet door kan gaan, dan heeft dat geen gevolgen voor de uitkering.
Vraag 76
Hoe garandeert u dat mensen toch nog kunnen eten nu een aantal voedselbanken door corona uit de running is?
Antwoord 76
De lastige situatie waarin een aantal voedselbanken op dit moment verkeren heeft alle aandacht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit. Samen met vertegenwoordigers van VNG en Voedselbanken Nederland is er een actieteam voedselbanken ingericht om samen te werken aan snelle oplossingen voor die situaties waar voedselbank en gemeenten de problemen niet samen kunnen oplossen. Hulp aan de mensen kunnen blijven bieden is uitgangspunt.
Vraag 77
Komt u de voedselbanken tegemoet met 9 miljoen euro? Zo nee, wat zijn dan uw plannen voor de voedselbanken?
Antwoord 77
Op dit moment is SZW druk in gesprek met Voedselbanken Nederland, LNV en VNG over hoe we ondersteuning kunnen bieden in deze moeilijke tijd.
Vraag 78
Wat kost een verhoging van de bijstand voor zelfstandigen naar minimumloonniveau gedurende drie maanden?
Antwoord 78
Zie het antwoord op vraag 49.
Vraag 79
Wat zou het kosten indien u mensen die werkloos worden vanwege de coronacrisis, zoals flexwerkers en mensen met een nulurencontract, op dezelfde wijze tegemoet komt als zzp’ers, zodat ook zij een bijstandsuitkering kunnen ontvangen zonder partner- en vermogenstoets?
Antwoord 79
Het is niet mogelijk om een uitzondering in de bijstand in te voeren voor alleen mensen die werkloos zijn geworden als gevolg van de uitbraak van het Coronavirus. Het afschaffen van de partner- en vermogenstoets voor de algemene bijstand werkt door voor de gehele bevolking. Een dergelijke verruiming van de instroom ligt niet voor de hand. De bijstand is een vangnetregeling om te voorkomen dat mensen onder het sociaal minimum komen. De budgettaire gevolgen van het afschaffen van de partner- en vermogenstoets kunnen naar verwachting oplopen tot vele miljarden per jaar.
Vraag 80
Wat doet u om aan de eisen van de schuldencoalitie tegemoet te komen?
Antwoord 80
Het kabinet heeft met waardering kennisgenomen van de oproep van de Landelijke Armoedecoalitie op 17 maart jl. om de financiële gevolgen van de corona-crisis voor kwetsbare mensen te beperken. Net als de armoedecoalitie, onderstreept het kabinet het belang van een coulante opstelling en vraagt schuldeisers om begrip en bereidheid te tonen om in deze moeilijke periode gezamenlijk tot een oplossing komen. Een reactie aan de Landelijke Armoedecoalitie is in voorbereiding en zal op zo kort mogelijke termijn in afschrift aan de Tweede Kamer worden gezonden.
Vraag 81
Welke maatregelen worden er genomen voor daklozen?
Antwoord 81
VWS heeft laten weten dat gemeenten en aanbieders sinds vorige week met man en macht aan het werk zijn om gepaste maatregelen te nemen voor deze kwetsbare groep mensen. Zij hebben het beste zicht op deze doelgroep en wat zij nu nodig hebben. Gemeenten en aanbieders handelen conform de richtlijnen van RIVM. Zij bekijken of de opvangplekken over de stad kunnen worden verspreid. Zo worden in veel steden slaapzalen opgesplitst in kleinere compartimenten, worden er quarantaine plekken ingericht (bijvoorbeeld in hotels) en wordt gebruik gemaakt van leegstaand vastgoed, zoals gymzalen. Er is dagelijks overleg met landelijke partijen als Valente en de VNG om signalen te monitoren, goede voorbeelden te delen en gezamenlijk naar oplossingen te zoeken voor geconstateerde knelpunten.
Vraag 82
Wat doet u om te bereiken dat gemeenten, energiemaatschappijen, woningbouwcoöperaties, internetproviders en waterbedrijven geen mensen uit hun huis zetten of afsluiten van voorzieningen gedurende de coronacrisis? Hoe communiceert u hierover met betrokken partijen?
Antwoord 82
Gelukkig zijn er al wettelijke regels die mensen beschermen tegen afsluiting van voorzieningen en huisuitzetting. Zo worden afnemers die omwille van hun gezondheid afhankelijk zijn van de levering van elektriciteit of gas en afnemers die in schuldhulpverlening zitten, in beginsel niet afgesloten. Het afsluiten van drinkwater is aan hele strenge eisen gebonden. En mensen kunnen niet zomaar hun huis uitgezet worden. Dat kan alleen door tussenkomst van de rechter. Er bestaan ook vrijwillige afspraken: Met de grote telecomaanbieders is afgesproken dat telefonie en internet bij huishoudens met betalingsachterstanden die schuldhulpverlening krijgen, niet wordt beëindigd. De bescherming van kwetsbare mensen is goed geregeld. Gelet op de ernst van de huidige situatie hebben de cruciale vaste lasten leveranciers bovendien aangegeven coulant te willen zijn.
Vraag 83
Zorgt het voorbijgaan aan de partner- en vermogenstoets er volgens u voor dat er inkomenssteun op de verkeerde plek terecht komt? Hoe wordt dit eventueel voorkomen?
Antwoord 83
Om snel te komen tot een uitvoerbare regeling waarmee grote aantallen zelfstandige ondernemers snel geholpen kunnen worden om door deze moeilijke tijd te komen, is er voor gekozen om een aantal reguliere toetsen op aanvragen niet toe te passen, zoals de levensvatbaarheidstoets, de partner- en de vermogenstoets. Daardoor is het niet uit te sluiten dat ook huishoudens in aanmerking kunnen komen, die het wellicht niet nodig hebben. Daarom roept het kabinet nadrukkelijk ondernemers waar dat voor geldt op om geen gebruik te maken van de regeling.
Vraag 84
Kunt u een inschatting geven van het percentage van de «extra bijstand zelfstandigen» wat met toepassing van de partner- en vermogenstoets niet uitgekeerd zou worden?
Antwoord 84
Op basis van beperkte gegevens over werkende partners van zelfstandigen lijkt het aannemelijk dat grofweg de helft van de zelfstandigen geen recht zou hebben op ondersteuning volgens de tijdelijk regeling indien de partner- en vermogenstoets van toepassing zouden zijn.
Voor veel mensen geldt dat op deze termijn het vermogen aanspreken en vaststellen inkomen partner, lastig zijn door de acuutheid van de ontstane situatie. Vandaar voor deze groep de bijzondere tijdelijke regeling.
Vraag 85
Krijgen gemeenten voorschotten om de aanvullende bijstand voor zelfstandigen uit te keren?
Antwoord 85
Zie het antwoord op vraag 13.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35415-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.