35 403 Staat van de Europese Unie 2020

Nr. 4 MOTIE VAN DE LEDEN JETTEN EN VAN OJIK

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 29 juni 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de problemen met de rechtsstaat in Hongarije en Polen onverminderd voortduren en dat Nederland zich hier actiever tegen uit moet spreken;

constaterende dat op dit moment de Raad in de artikel 7-procedure moet vaststellen dat er een risico is op ernstige schending van de Europese waarden van artikel 2 in Polen en Hongarije, maar dat dit stilligt;

verzoekt de regering, bij de eerstvolgende Raad Algemene Zaken te bepleiten de artikel 7-procedure voort te zetten en deze constatering officieel te doen;

verzoekt de regering, daarnaast zich bij de onderhandelingen voor het nieuwe MFK onverminderd in te zetten voor conditionaliteit op het gebied van rechtsstaat en tevens voor het vermijden van een besparing op de «Justice, Rights and Values»-heading waar nu met 20% op wordt gekort,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jetten

Van Ojik

Naar boven