35 398 Wijziging van de Wet dieren in verband met de uitvoering van de herziene Europese diergezondheidswetgeving

Nr. 23 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VESTERING TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 11 mei 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Aan artikel 2.1, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Onder een redelijk doel wordt in elk geval niet begrepen het kunnen houden van dieren in een bepaald houderijsysteem of een bepaalde wijze van huisvesting.

Toelichting

Zowel het tweede paarse kabinet (in 2002) als het kabinet-Balkenende IV (in 2007) stelde als doel om uiterlijk in 2022 het perspectief van het dier en het soorteigen gedrag leidend te laten zijn voor het welzijn van dieren in de veehouderij. Dieren zouden niet langer worden aangepast aan het systeem, maar het systeem zou zijn aangepast aan de behoeften van dieren. Dieren zouden hun natuurlijke gedrag moeten kunnen vertonen, ze zouden daglicht krijgen en voldoende ruimte om zich goed te kunnen bewegen.

Maar op dit moment worden dieren in de gangbare Nederlandse veehouderij nog altijd ernstig beperkt in hun natuurlijk gedrag. Zo hebben eenden in de eendenhouderij geen toegang tot zwemwater en worden konijnen in de konijnenhouderij gehouden in kooien zonder mogelijkheid om bijvoorbeeld te graven. Met fysieke ingrepen zoals het couperen van biggenstaartjes, het onthoornen van kalfjes en geiten en het verwijderen van de achterste tenen bij hanen die als ouderdier worden gehouden, worden dieren nog altijd aangepast aan het houderijsysteem.

Dit amendement regelt dat het na 2022 niet langer is toegestaan om een dier pijn te doen of bij een dier letsel te veroorzaken, dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen met als doel om het dier op een bepaalde manier te kunnen huisvesten. Dit betekent dat fysieke ingrepen vanaf dat moment niet meer zijn toegestaan als deze bijvoorbeeld worden gedaan om dieren in een bepaalde «dichtheid» te kunnen houden, of om problemen zoals staartbijten te voorkomen die voortkomen uit de wijze waarop de dieren worden gehouden, zoals stress of het te vroeg weghalen van biggen bij de zeug. Ook zal het niet langer zijn toegestaan om dieren te houden in een huisvestingssysteem dat hen permanent de mogelijkheid ontneemt om hun natuurlijke gedrag te vertonen, aangezien dit schadelijk is voor het welzijn en de gezondheid van een dier.

De overgangstermijn sluit aan bij de gestelde doelen in de Beleidsnota dierenwelzijn van Minister Brinkhorst (2002) en de Nota dierenwelzijn van Minister Verburg (2007).

Volgens de indiener dient dit onderdeel in werking te treden op 1 januari 2023. Gezien de flexibele mogelijkheden tot inwerkingtreding hoeft hier verder niets voor te worden geregeld.

Vestering

Naar boven