Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35377 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35377 nr. 2 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2020
Op 11 december presenteerde de Europese Commissie haar European Green Deal – een groeistrategie die de Europese Unie (EU) moet transformeren in een klimaatneutrale, circulaire en grondstofefficiënte unie, waarmee Europa concurrerend blijft. De Green Deal sluit op hoofdlijnen goed aan bij het nationale Klimaatakkoord, bij de inzet van het kabinet voor een circulaire economie, het beschermen van lucht- en waterkwaliteit, de ingezette transitie naar kringlooplandbouw en het versterken van biodiversiteit. Het kabinet verwelkomt deze integrale aanpak waarin alle sectoren een rol te spelen hebben. Het is belangrijk dat Nederland deze grote uitdagingen samen met de lidstaten van de Europese Unie het hoofd biedt. Alleen door samen te werken, kan Europa hierop effectief reageren en op het wereldtoneel een leidende rol spelen. De Green Deal zorgt daarbij voor een gelijker speelveld in de EU, hetgeen goed is voor het Nederlandse concurrentievermogen. Tegelijkertijd zie ik op verschillende punten nog ruimte voor verbetering: zo is het belangrijk dat in de nieuwe Europese Klimaatwet ook een 2030-doel wordt opgenomen, dat de Commissie haar 2030-Impact Assessment aan het begin van de zomer presenteert zodat er voldoende tijd is voor een inhoudelijke discussie voorafgaand aan COP26, en heeft het kabinet zorgen over een mogelijke uitbreiding van ETS naar mobiliteit en de gebouwde omgeving.
Het kabinet heeft uw Kamer met een BNC-fiche (Kamerstuk 35 377, nr. 1) geïnformeerd over de inhoud van de Green Deal en de Nederlandse reactie hierop. In deze brief zal ik – uw Kamer nader informeren over één van de kernelementen uit de Green Deal: de ontwikkelingen in Europa om te komen tot hogere klimaatambities. Met deze brief informeer ik u eveneens over de voortgang van het ophogen van de Europese klimaatdoelen, conform de motie van de leden Buma en Pechtold (Kamerstuk 35 000, nr. 15).
Ophoging klimaatambities
In december 2019 bereikte de Europese Raad, na discussies in alle relevante Raadsformaties, een akkoord over het doel van een klimaatneutrale Unie in 2050, in lijn met de Nederlandse inzet. Polen heeft zich als enige lidstaat nog niet gecommitteerd aan de uitvoering van de 2050-doelstelling. De Europese Raad zal daarom in juni 2020 wederom over dit onderwerp spreken. Dankzij het akkoord over klimaatneutraliteit in 2050 kan de Commissie nu doorgaan met de voorbereidingen van de Europese Klimaatwet en kan de discussie in Europa zich nu richten op het ophogen van het EU 2030-broeikasgasreductiedoel. Daarmee is het besluit van de Europese Raad een cruciale stap richting een ambitieuzer Europees klimaatbeleid.
Met het bereikte akkoord begint het Europese krachtenveld zich ook te verschuiven: waar de discussie zich het afgelopen jaar met name richtte op het 2050-doel, ging de discussie tijdens de Milieuraad van afgelopen december (Kamerstuk 21 501–08, nr. 795) voor een belangrijk deel over de vraag hoe de transitie op een eerlijke en rechtvaardige manier kan worden ingericht en de rol van het Just Transition Mechanism (JTM) daarin (over het JTM zal uw Kamer z.s.m. middels een apart BNC-fiche worden geïnformeerd). Ook richtte de discussie zich op de aangekondigde 2030-Impact Assessment en werd de Commissie door veel lidstaten opgeroepen hier een gedegen analyse in op te nemen.
De Commissie zal naar verwachting de Impact Assessment (IA) rond de zomer van dit jaar presenteren. De Commissie heeft in de Green Deal-mededeling aangegeven dat de IA gericht zal zijn op een ophoging van het EU 2030-doel naar 50 tot 55%. Daarmee passen de plannen van de Commissie bij de Nederlandse inzet om het Europese doel voor 2030 op te hogen naar 55%.
Tegelijkertijd verwacht ik dat de discussie over het ophogen van het 2030-doel naar 55% niet gemakkelijk zal verlopen. Voor alle lidstaten zal dit een extra opgave betekenen. Afronding van deze discussie voorafgaand aan COP26, die in november in Glasgow wordt gehouden en waar landen een update van hun Nationally Determined Contributions (NDCs) kunnen presenteren, is ambitieus. Om derde landen in beweging te krijgen om hun ambities te verhogen en het momentum van Glasgow te behouden, hecht ik zeer aan een tijdig en ambitieus signaal van de EU. Ik spreek de komende tijd met mijn Europese collega’s over hoe we een betekenisvolle en overtuigende stap kunnen maken richting COP26.
Kopgroep
In de afgelopen periode is de kopgroep, voortkomend uit Nederlands initiatief en bestaande uit negen lidstaten, nauw blijven samenwerken en is de groep uitgebreid met Letland.1 In oktober heb ik met mijn collega’s een brief aan uitvoerend vicevoorzitter Timmermans gestuurd, waarin de kopgroep haar steun uitsprak voor een ophoging van het 2030-doel naar 55%. Dat is winst, want voorheen had de kopgroep zich alleen uitgesproken voor een hoger 2030-doel, zonder daar een percentage aan te koppelen.
Het is nu belangrijk om binnen de kopgroep gezamenlijk te werken aan een strategie voor een kosteneffectieve en maatschappelijk haalbare ophoging van het 2030-doel en ook in de mondiale context samen te werken om het momentum richting COP26 te behouden. Hier ga ik mij de komende tijd voor inzetten.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
De kopgroep bestaat nu uit de volgende lidstaten: Denemarken, Finland, Frankrijk, Letland, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en Zweden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35377-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.