35 376 Wijziging van het Reglement voor de griffie voor de interparlementaire betrekkingen in verband met het beleggen van het bevoegd gezag voor de griffie voor de interparlementaire betrekkingen Staten-Generaal bij de Griffiers van beide Kamers en de vervanging van de gemengde commissie door een overleg van voorzitters van de assembleedelegaties

Nr. 2 VOORSTEL VOOR EEN GEWIJZIGD REGLEMENT VOOR DE GRIFFIE VOOR DE INTERPARLEMENTAIRE BETREKKINGEN STATEN-GENERAAL

De beide Kamers der Staten-Generaal,

Gelet op:

Artikel 23 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal En Artikel 30 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben in de vergaderingen van 28 januari 2020 vastgesteld het hiernavolgende reglement:

Reglement voor de griffie voor de interparlementaire betrekkingen Staten-Generaal

Artikel 1

  • 1. Ten dienste van de beide Kamers der Staten-Generaal is er een griffie voor de interparlementaire betrekkingen.

  • 2. De griffie voor de interparlementaire betrekkingen ressorteert onder de Tweede Kamer.

  • 3. Artikel 13, vierde en vijfde lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is van toepassing op de griffie voor de interparlementaire betrekkingen.

  • 4. Onverminderd het derde lid geschiedt de werving en selectie van een griffier voor de griffie voor de interparlementaire betrekkingen in overleg met de Griffier van de Eerste Kamer.

Artikel 2

De Griffier van de Eerste Kamer en de Griffier van de Tweede Kamer dragen gezamenlijk zorg voor:

  • a. de inhoudelijke aansturing van de dienstverlening door de griffie voor de interparlementaire betrekkingen aan de beide Kamers en hun delegaties naar interparlementaire assemblees en vergaderingen;

  • b. het adviseren van de leden van beide Kamers, het College van Senioren van de Eerste Kamer, het presidium van de Tweede Kamer en de Voorzitters van beide Kamers over interparlementaire aangelegenheden, waaronder de besteding en de prioritering van gelden ten behoeve van het lidmaatschap van interparlementaire instellingen en in het kader van de interparlementaire betrekkingen; en,

  • c. het toezicht op de uitvoering van het reglement genoemd in artikel 5.

Artikel 3

De griffie interparlementaire betrekkingen is belast met:

  • a. het onderhouden van de administratieve betrekkingen van de Staten-Generaal met interparlementaire instellingen;

  • b. het adviseren van de leden van beide Kamers, het College van Senioren van de Eerste Kamer, het presidium van de Tweede Kamer en de Voorzitters van beide Kamers over interparlementaire aangelegenheden;

  • c. het bijstaan van de leden der Staten-Generaal in verband met hun deelname aan interparlementaire vergaderingen;

  • d. het uitvoeren van het reglement, genoemd in artikel 5; en,

  • e. andere taken die haar in het kader van het onder artikel 2 genoemde door de Griffiers van beide Kamers worden opgedragen.

Artikel 4

  • 1. Ten minste één maal per jaar vindt er een overleg plaats van de voorzitters van de volgende assembleedelegaties:

    • a. Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa;

    • b. Parlementaire Assemblee van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO);

    • c. Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Mediterrane Regio;

    • d. Benelux Interparlementaire Assemblee;

    • e. Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE); en,

    • f. Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie.

  • 2. Het overleg van voorzitters van de assembleedelegaties kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de Griffier van de Eerste Kamer en de Griffier van de Tweede Kamer gezamenlijk over de ondersteuning door de griffie voor de interparlementaire betrekkingen.

Artikel 5

Bij afzonderlijk reglement, dat wordt vastgesteld door de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer en het presidium van de Tweede Kamer gezamenlijk, wordt voorzien in voorschriften inzake het bijwonen van vergaderingen die verband houden met het lidmaatschap van interparlementaire instellingen, alsmede voor de vergoeding van de daaraan verbonden reis- en verblijfkosten.

Artikel 6

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement griffie interparlementaire betrekkingen Staten-Generaal.

TOELICHTING

Algemeen

Het huidige Reglement voor de Griffie interparlementaire betrekkingen der Staten-Generaal is in 2008 door beide Kamers vastgesteld. Het Reglement, dat ziet op de taken van de Griffie interparlementaire betrekkingen en de aansturing daarvan, behoeft actualisering, reden waarom thans een integraal nieuw reglement wordt vastgesteld.

De actualisering ziet op de volgende elementen.

Het bevoegd gezag wordt namens het presidium van de Tweede Kamer en het College van Senioren van de Eerste Kamer belegd bij de Griffiers van beide Kamers. Dit was voorheen belegd bij een gemengde commissie interparlementaire betrekkingen uit beide Kamers die echter al meerdere Kamerperioden niet meer bijeen is geweest. In dit reglement wordt aangesloten dat de gegroeide praktijk dat aansturing feitelijk plaatsvindt door de Griffiers namens presidium en College van Senioren.

In onderhavig aangepast Reglement is verder voorzien in een «overleg van voorzitters van assembleedelegaties», dat periodiek gevraagd en ongevraagd advies kan uitbrengen aan het presidium en het College van Senioren en de Griffiers. Dit overleg komt dan in de plaats van de genoemde gemengde commissie interparlementaire betrekkingen.

Tevens is de bestaande praktijk vastgelegd dat de Griffier van de Tweede Kamer bevoegd is inzake de rechtspositionele aangelegenheden van de Griffie interparlementaire betrekkingen. Waar nodig geschiedt dit in overleg met de Griffier van de Eerste Kamer. Wat betreft de inhoudelijke aansturing van de Griffie interparlementaire betrekkingen en de uitvoering van het op dit reglement gebaseerde Reisreglement Internationale Parlementaire Betrekkingen Staten-Generaal is bepaald dat de Griffiers van beide Kamers gezamenlijk het bevoegd gezag zijn, namens het presidium en het College van Senioren.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Met het eerste lid wordt de Griffie voor de interparlementaire betrekkingen formeel ingesteld. De opdracht tot het instellen van deze griffie is gegeven in artikel 23, eerste lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer en artikel 30, eerste lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer. Met dit artikellid wordt uitvoering gegeven aan die opdracht.

Het tweede lid regelt de feitelijke inbedding van de griffie voor de interparlementaire betrekkingen in de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer. Hiermee hangt samen dat, zoals reeds is gesteld in het algemeen deel van deze toelichting, de verantwoordelijkheid ten aanzien van de rechtspositionele bevoegdheden voor het personeel van de griffie ingevolge het derde lid is belegd bij de Griffier van de Tweede Kamer. Het vierde lid betreft een aanvulling op het derde lid. De werving en selectie van een griffier voor de griffie voor de interparlementaire betrekkingen gebeurt in onderling overleg tussen de Griffiers van beide Kamers. Het is overigens goed gebruik dat ook bij aanstelling van het overige personeel van de griffie voor de interparlementaire betrekkingen de griffie van de Eerste Kamer wordt gehoord. Dit hangt samen met de taak die aan de griffie voor de interparlementaire betrekkingen is toebedeeld, te weten het bedienen van de beide Kamers der Staten-Generaal op het terrein van het onderhouden van de interparlementaire betrekkingen.

Artikel 2

Waar op grond van artikel 1 de verantwoordelijkheden inzake de rechtspositionele bevoegdheden bij de Griffier van de Tweede Kamer is belegd, wordt in artikel 2 bepaald dat de verantwoordelijkheden voor de inhoudelijke aansturing van de griffie voor de interparlementaire betrekkingen bij de Griffiers van beide Kamers gezamenlijk berust. De redenen hiertoe zijn reeds in het algemeen deel van deze toelichting uiteengezet. Ter zake is voorzien in een zorgplicht die erop ziet dat de beide Griffiers gezamenlijk zorgdragen voor de inhoudelijke aansturing van de dienstverlening, voor het advisering over de besteding en prioritering van gelden ten behoeve van het lidmaatschap van interparlementaire instellingen en over interparlementaire betrekkingen in den brede, alsook voor het toezicht op de uitvoering van het Reisreglement Staten-Generaal.

Artikel 3

In dit artikel zijn de taken van de griffie voor de interparlementaire betrekkingen opgesomd. Op grond van onderdeel e van deze opsomming kunnen de Griffiers van beide Kamers gezamenlijk besluiten om ter uitvoering van de zorgplichten, genoemd in artikel 2, andere taken aan de griffie toe te bedelen.

Artikel 4

Teneinde de parlementaire betrokkenheid bij de werkzaamheden van de griffie voor de interparlementaire betrekkingen te verzorgen is in dit artikel voorzien in de instelling van een (jaarlijks) overleg van de voorzitters van de assembleedelegaties. Het eerste lid bevat een opsomming van de assembleedelegaties waaraan een Staten-Generaaldelegatie regulier deelneemt. De Inter-Parlementaire Unie (IPU) is thans niet in dit overzicht opgenomen, noch maakt die assemblee thans deel uit van dit overleg. De reden daartoe is dat de delegatie die deelneemt aan vergaderingen van de IPU formeel geen Staten-Generaaldelegatie betreft, maar wordt samengesteld uit Kamerleden, die lid zijn van de Nederlandse Groep der Inter-Parlementaire Unie.

Op grond van het tweede lid heeft het overleg van voorzitters van de assembleedelegaties de bevoegdheid om gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de Griffiers van beide Kamers gezamenlijk over de ondersteuning door de griffie voor de interparlementaire betrekkingen. De Griffiers kunnen dat advies betrekken bij de inhoudelijke aansturing van de griffie op grond van artikel 2.

Artikel 5

Dit artikel bevat de grondslag voor het vaststellen van een afzonderlijk reglement waarin voorschriften kunnen worden gesteld aan het bijwonen van vergaderingen die verband houden met het lidmaatschap van interparlementaire instellingen en voorschriften over de vergoeding van reis- en verblijfkosten die verband houden met het bijwonen van die vergaderingen. Overigens kunnen de voorschriften in dat reisreglement ook betrekking hebben op deelname aan andere interparlementaire vergaderingen dan de assemblees, genoemd in artikel 4, eerste lid. Ook deelname aan interparlementaire vergaderingen van de Europese Unie komen voor vergoeding op grond van dat reisreglement in aanmerking.

Artikel 6

Dit artikel regelt de citeertitel van het reglement.

Naar boven